Grand Tour

among the ruins k

In Bari startte de Grand Tour die mijn ouders ons beloofd hadden. We zouden via de hak en de punt van de neus van de laars kriskras naar het noorden reizen. Dat ging van kerk, naar museum, naar kerk, naar oudheidkundige opgraving. Na twee dagen verveelden we ons, verwende stinkpubers als we waren, al dood.

Mijn oudste broer had zich in Joegoslavië van ons afgesplitst om door te reizen naar Griekenland. We waren nu alleen met onze ouders en vriend M. M. was een hyperintelligente wijsneus die ons voortdurend terechtwees (Nee, dat is niet Romeins maar Etruskisch). Overal sleepte hij zijn meegebrachte Baedeker mee naar toe en dwong ons in drukke staten tot stilstand voor een hoorcollege. Mijn broer en ik begonnen zich steeds meer aan hem te ergeren.

Het reizen door Zuid-Italië was sprookjesachtig. We reisden van het ene slaperige dorp naar het andere. ’s-Nachts hoorden we vanuit zee doffe knallen. Later hoorde ik dat dit handgranaten waren, in zee geworpen door luie Italiaanse vissers. De vissen lagen na de ontploffing letterlijk voor het oprapen. Ik moest er vreselijk om lachen.

Italiaanse platteland
Op de stad Napels werd ik op slag verliefd. Toen we de stad binnen reden was het een heerlijke chaos. Auto’s die door elkaar reden als op een op hol geslagen racebaan. Schreeuwende marktlieden. Op bijna iedere hoek van de straat werden vissen geroosterd. En de mensen waren zo mooi. We aten er in een klein familierestaurant waar ik, tot mijn verbazing en tot irritatie van mijn broer en M., steeds kleine extraatjes kreeg. Toen mijn vader de rekening betaalde vroeg de eigenaar of het mogelijk was dat ik zou trouwen met zijn zoon. Hij wees naar een lange, slungelige jongen die vanuit de deuropening naar me keek met de mooiste ogen die ik ooit had gezien. Mijn vader verpestte het feestje door resoluut te zeggen dat daar geen sprake van kon zijn. Destijds nam ik hem dat enorm kwalijk.

Natuurlijk zagen we Pompeï, de Etruskische opgravingen, het Forum, Vaticaanstad, Florence, Siena en San Gimignano. Onze hoofden werden volgepropt met kennis, dat vonden mijn ouders belangrijk. Maar daarnaast lieten ze ons ook kennis maken met het Italiaanse platteland. Nooit zal ik de enorme villa in Toscane vergeten waar we eens overnachten. Het werd gerund door twee oude dames . We hadden allemaal een enorme kamer tot onze beschikking met een inrichting uit 1920. Het ontbijt werd gereserveerd op het mooie terras met uitzicht op de heuvels en de wijnranken. Op de oprijlaan stonden eindeloze rijen cipressen. Een beeld uit een film van Visconti.

Herinnering aan broer
De Grand Tour eindigde in Ceppo Morelli, een kleine plaats in Noord-Italië waar mijn ouders graag kwamen. Daar maakten zij, samen met M. nog een bergwandeling. Mijn broer en ik bleven in het hotel en deden spelletjes in de tuin. Tot ik er, tot mijn ontsteltenis, ineens achter kwam dat ik onverwacht ongesteld was geworden. ‘Wat moet ik nou?!’ riep ik hysterisch tegen mijn broer. Die nam meteen het heft in handen en sleepte me mee naar de plaatselijke winkel. Daar wenkte hij de verkoopster en wees vervolgens op mij en een pak watten. Ze pakte meteen een pak maandverband (van die ouderwetse, zonder plakstrip, die bij iedere stap via je rug omhoog kropen richting behasluiting – maar dit terzijde). Ik was gered.

Inmiddels is mijn broer al dertig jaar dood. Vier jaar langer dan hij geleefd heeft. En ondanks alle kunst, cultuur en natuur tijdens die vakantie is de herinnering aan die vijftienjarige jongen die zonder blikken of blozen maandverband ging kopen voor zijn paniekerige zusje mij het allerliefst.

signatuur rebecca

rebecca[at]aichaqandisha.nl

2 Reacties op “Grand Tour