Mansplaining

smybert

John Smybert

Eind maart verschijnt de essaybundel Mannen leggen me altijd alles uit van de Amerikaanse schrijfster Rebecca Solnit. Vrij Nederland publiceerde een fragment waarbij ik mezelf er tijdens het lezen voortdurend op betrapte Ja!Ja! te roepen. Het Feest der Herkenning.

Het overkomt me zelf regelmatig. Mannen die je gaan uitleggen wat je ze net zelf heb verteld. Of ze spreken je tegen en beginnen aan een ellenlange monoloog die in grote lijnen op exact hetzelfde neerkomt op waar ze het met jou dan niet eens zijn. Na die monoloog kijken ze je trots aan alsof het allemaal zelf verzonnen hebben.

Er zijn meer mysterieuze zaken in de communicatie met mannen. Zo kan een man urenlang aan het woord zijn en, als je hem even onderbreekt, woedend zeggen ‘Hou je mond nou eens. Je bent al de hele avond aan het woord’. Of ‘Kom, kom. Niet zo fel hè’ zeggen als je ergens een mening over hebt die je even vol vuur wilt verkondigen.

Inschikkelijk reageren
Een vriendin zei ooit tegen me dat ik niet altijd overal zo tegenin moest gaan. ‘Zo zijn mannen nu eenmaal. Laat hem nou in zijn waarde’. Toen ik haar vroeg hoe het dan met mijn waarde zat bleef ze het antwoord schuldig. Toch is zij niet de enige vrouw die er zo op reageert. Veel vrouwen geven mannen maar gewoon gelijk om maar van het gezeik af te zijn en hij zich even de wijze macho kan voelen. Na een aantal krampachtige pogingen heb ik het opgegeven: het lukt me eenvoudigweg niet. Ik wil eigenlijk ook helemaal niet dat het lukt. Waarom zou ik me in allerlei bochten moeten wringen om een ander een geluksgevoel te bezorgen terwijl ik dan zelf met een gefrustreerd gevoel achterblijf omdat ik wéér mijn punt niet heb kunnen maken. De vrouwen die inschikkelijk reageren hebben het waarschijnlijk wel makkelijker dan ik. Aan de andere kant: als die vrouwen niet voortdurend zo inschikkelijk zouden reageren had ik het weer makkelijker gehad.

Mannen hoeven mij niets uit te leggen wat ik zelf al weet en geen badinerend toontje tegen me aan te slaan als ik ergens een felle mening over heb. Net zo goed als dat ze me niet ongevraagd mijn koffer, boodschappentas of vuilnisemmer uit handen hoeven te nemen onder het mom van galanterie. Als ik ergens hulp bij nodig heb vraag ik daar wel om. Of het nu om een intellectueel vraagstuk gaat of een boodschappentas met flessen wijn.

Het boek van Rebecca Solnit staat op mijn boekenlijst. Ik kan bijna niet wachten om het, met een flinke berg chocola binnen handbereik, vloekend en instemmend te gaan lezen.

Rebecca

rebecca[at]aichaqandisha.nl