Mijn jodenbuurt

boom

In Where to Invade Next trekt filmmaker Michael Moore als eenmansleger door Europa om goede ideeën te stelen en mee terug te nemen naar Amerika. In Noorwegen bewondert hij het gevangeniswezen, in Italië is de gulle vakantieregeling jaloersmakend (‘You get paid to go on vacation?’) en de culinaire schoolmaaltijden in Frankrijk (‘No French Fries?’) vallen erg in de smaak. Duitsland maakt veel indruk met de monumenten, musea en publieke kunstuitingen die alle Duitsers dagelijks confronteren met de Holocaust, hun grootste zonde. Volgens Moore zijn Amerikanen nog altijd niet in staat om in het reine te komen met de zwarte bladzijden uit hun geschiedenis: de genocide op de oorspronkelijke bewoners en de slavernij. Op een Duitse school spreekt Moore met een aantal leerlingen over de herinneringen aan de oorlog en het collectieve schuldgevoel. Een jongen met een migrantenachtergrond vertelt dat hij zich medeplichtig voelt aan de Holocaust sinds hij genaturaliseerd is tot Duitser. Nu hij er formeel bij hoort deelt hij in de lusten én de lasten. De Holocaust als collectief schuldgevoel van alle Duitsers dus.

Schotelantennes
Ik moest hieraan denken toen ik een paar dagen geleden luisterde naar het gesprek aan tafel bij Pauw. Filemon Wesselink was er te gast om te praten over ‘Mijn Jodenbuurt’, zijn documentaire over de Amsterdamse Rivierenbuurt. Er werd een fragment getoond van een Marokkaanse etterbak die onder luid gejuich van zijn vrienden antisemitische uitspraken deed. Terecht werd aan tafel vol afschuw gereageerd op dat filmpje. Volgens Filemon waren het pubers die stoer deden, maar hij wist ook dat ze deze sentimenten van thuis meekregen en van de televisie ‘uit bepaalde hoek’. Aan tafel werd door de meesten instemmend geknikt. Met televisie ‘uit bepaalde hoek’ werd natuurlijk de schotelantenne bedoeld. De schotelantenne als hardnekkig symbool van de mislukte integratie, en nu dus als bron voor de ‘antisemitische sentimenten’ onder Marokkanen. Later werd een fragment getoond van Marokkanen die het antisemitisme van andere Marokkanen veroordeelden. Filemon probeerde het beeld nog recht te trekken door te zeggen dat die sentimenten niet alleen maar ‘uit moslimhoek’ komen, maar fragmenten van antisemitische witte pubers waren er helaas niet. Jeroen Pauw noemde de documentaire schokkend en de buurt ‘gruwelijk gevaarlijk’. Voor alle duidelijkheid, dat ging niet over de oorlogsjaren, maar over de buurt anno 2016. Je zou haast denken dat Marokkanen verantwoordelijk waren voor de deportatie en vernietiging van de 14.000 Joden uit de buurt.

Joodse krantenverkoper
Toevallig woon ik in dezelfde straat als Filemon. Ik ken de buurt op mijn duimpje; ik heb er mijn lagere schooltijd doorgebracht en woon er inmiddels al jaren. Als kind liep ik dagelijks via het Merwedeplein naar school en terug naar ons huis in de Pijp. Het Merwedeplein, waar Anne Frank met haar ouders en zus woonde, kende ik vooral als goed straatje om te knikkeren en de hazelnoten die je van de grond kon rapen. Nu loop ik elke dag langs het beeld van Anne Frank onderweg naar de crèche van mijn dochters. Op zaterdag koop ik mijn krant bij de Joodse krantenverkoper in de Rijnstraat, en mijn brood en de wekelijkse roze donut voor mijn dochter, koop ik bij de bakker die vorig jaar te maken kreeg met een horde pubers die het nodig vond om heel agressief ‘Joden’ te roepen in de winkel. De situatie was zo dreigend dat ze, nadat de jongens naar buiten werden verjaagd, de deur op het slot gooide. Het waren overigens witte jongens. Mijn benedenbuurvrouw moest in de oorlog als baby onderduiken bij een pleeggezin. Van haar ouders die naar Auschwitz op transport werden gezet is alleen haar vader teruggekeerd.

Niet overgewaaid
Het maakt me razend dat mijn buurtgenoten geconfronteerd worden met Jodenhaat. En het maakt me ziedend dat vooral Marokkanen daarop aangekeken worden. Er zijn 14.000 Joden uit mijn buurt vervolgd en gedeporteerd door Nederlandse ambtenaren. Antisemitisme is niet overgewaaid uit de Arabische wereld. Het was er al. De gedenksteentjes in de stoep en het monument ter nagedachtenis aan Anne Frank zijn daar het bewijs van. Kan je samen schuld dragen voor nationale tragedies als deze in een gepolariseerde samenleving als de onze? Daar ga ik vanavond over nadenken als ik stil sta op het Merwedeplein. Dat ben ik mijn oud-buurtgenoten in ieder geval verschuldigd.

Nadia Bouras

Een reactie op “Mijn jodenbuurt