Eerlijk gezegd dacht ik dat ik het inmiddels achter me had gelaten: de goedbedoelde opmerkingen over mijn Nederlands. Ga maar na: ik ben hier al sinds mijn vierde, ben met de taal vergroeid en op een gegeven moment wordt het een beetje mal om mij, of wie dan ook die hier al bijna zijn hele leven woont, te complimenteren met de taal.
Dat voelt een beetje alsof je me complimenteert met het goed kauwen van voedsel. Of het gebruik van mes en vork. Pedant, onnodig en heel vaak ook zo enorm misplaatst, als je ziet hoeveel gruwelijke taalfouten ‘oorspronkelijke’ Nederlanders maken.
Ik dacht dus dat die fase voorbij was, dat iemand de weg vraagt en dan amicaal met een klop op de schouder me bedankt en zijn duim opsteekt voor mijn perfecte Nederlands. Of dat een wegenwacht-meneer de gelegenheid aangrijpt te oreren over hoe goed de Marokkaanse meisjes het doen in tegenstelling tot de jongens, want ‘jij spreekt ook goed Nederlands.’
Invaljuf
Maar dat was natuurlijk hopeloos naïef van me. Op een ochtend, ik zal niet specificeren, moest ik opdraven voor een radio-programma. Een van de presentatoren is een zus van een lagere schooljuf van me. Dat wist ik. Dat wist zij. We hadden elkaar al eens eerder ontmoet. Sympathieke vrouw.
Na afloop van het gesprek, stond ik op om gedag te zeggen, en toen, als uit het niets, kwam het: ‘mijn zus heeft je wel goed Nederlands geleerd’. Mijn mond viel open en er kwam niet veel meer uit dan een verveeld ‘jaah, jah’.
Na jaren kreeg ik opeens weer een opmerking over mijn Nederlands en werd meteen even de eer voor mijn beheersing van de taal opgeëist door de zus van een invaljuf. Dat ik toch vooral niet moest denken dat ik ook maar iets aan mezelf te danken had, of mijn directe familie. Achter elke boom schuilt kennelijk een blanke betweter die je op je allochtone plaats wijst. Het was natuurlijk een kleine opmerking, onschuldig wellicht, maar toch, hè, ik werd er onpasselijk van.
hassnae[at]aichaqandisha.nl
3 Reacties op “Wat spreek je goed Nederlands!”