Multi-talent en duizendpoot Francis Broekhuijsen is presentator, acteur en DJ en een absoluut feest voor het oog. Ik leerde hem kennen als geweldige gastheer van het Writers Unlimited Festival waar hij het publiek opzweepte met zijn heerlijke dans moves. Hij is nu te bewonderen bij AT5; dat de grote omroepen hem nog niet hebben binnengehaald is onbegrijpelijk. Zulk spaarzaam talent moet je koesteren.
Mijn favoriete filmscène is… Och, dat is echt een hele moeilijke want ik heb er meerdere. Het zijn vaak scènes tussen twee geliefden waarin het leven hen niet gunt om samen te komen. Het verlangen naar de ander die of fysiek afwezig is of onbereikbaar ondanks dat diegene in dezelfde ruimte is. Toch wel een van de grootste krachten in de kunst.
De scène die me nu meteen voor de geest komt is die uit Bladerunner van Ridley Scott, waarbij de mannelijke jager, op mensgelijkende androids met een beperkte levensvatbaarheid de zogenaamde Replicants, in contact komt met zo’n vrouwelijke robot.
De Blade Runner Rick Deckard, gespeeld door Harrison Ford, valt, na een dag jagen, moe zijn rommelige woning binnen. Voor de deur staat de vrouwelijke Replicant Rachael Tyrell, gespeeld door Sean Young, werkelijk een icoon van vrouwelijkheid. Een vrouw zoals ze bestaan in de klassieke jaren vijftig films. Donker haar, droeve ogen, hoog gesloten jurk, afstandelijk een sigaret rokend. Zij is een android met geïnplanteerde menselijke emoties. En hij, de woeste film-noir detective in alles mens, laat haar in een broeierig trage scène inzien dat zij ,ondanks dat ze niet menselijk is, dat haar herinneringen aan haar jeugd geïmplanteerd zijn, toch in staat is om die grote gevoelens van liefde en passie op te roepen.
De zoen die ze uitwisselen is vol spanning. Er is afstand en er is overgave. Haar twijfel is alleen dat ze niet weet of ze haar gevoel kan volgen, want is deze niet net zo onecht als haar herinneringen? En dat is zo mooi, de spanning wordt niet ingelost. Er is wel die overgave en je voelt het ook maar de wetenschap dat zij niet menselijk is, maakt het zo onmogelijk. En hij weet dat, maar toch voelt hij dat diepe ongecontroleerde grote gevoel.
Haar ogen glanzen metalig, maar er rolt wel een traan over haar wangen. Er is het verlangen, wij, als kijkers weten het, zij weten het, het echt diep raken zit er, maar kan geen inlossing vinden.
Later leren we, tussen de regels door, dat hij eigenlijk ook zo’n robot, een Replicant is. Had hij geweten dat hij van dezelfde stoffelijkheid was, namelijk ook een android, dan was het al iets makkelijker geweest. Maar hij weet het niet. Hemeltergend!
De mooiste zin uit dezelfde film is… ‘All those moments will be lost in time… like tears in rain.’
Ik wil ooit nog eens naar… Aruba, het eiland waar mijn moeder geboren is. Hoe gek ook, maar ondanks dat ik half Arubaans ben en half Spaans, mijn vader woont in Spaans-Marokko, ben ik niet meertalig opgevoed of ooit op Aruba geweest. Ik zou er geen vakantie vieren zoals ik dat zie bij veel vakantiegangers in blaadjes en op televisie, cocktails en bruin bakken op het strand. Sowieso ben ik geen zonaanbidder.
Ik heb ergens het vermoeden dat als ik op het eiland aankom mijn wortels gelijk vaste grond vinden. Dat ik in een andere staat van zijn kom. Anders dan ik hier gewend ben vanuit mijn in Nederland geboren manier van doen. Dat ik contact maak met iets groters dan ikzelf. Of met een sluimerend deel van mezelf wat dan naar buiten mag komen.
Dat was ook zo mooi in het gesprek dat ik had met de dichter Alfred Schaffer tijdens het literair festival Writers Unlimited in Den Haag, waar ik een tafel met schrijvers ondervroeg. De moeder van Alfred Schaffer komt ook van Aruba. Het gevoel van mij over een bepaalde manier van aarden kon hij bevestigen. Hij woont nu in Zuid-Afrika, omdat zijn vrouw daar vandaan komt, maar hij vertelde me dat het dezelfde manier van ervaren is. Je lichaam verhoudt zich tot de warme passaat wind en je leeft op een aardse manier. Je wordt fysieker. Zakt letterlijk in het zand. Het tempo gaat omlaag. En dan bedoel ik niet die trage manier die Amsterdammers kunnen hebben bij de eerste zonnestralen en dan met slippers en korte broek, ongeschoren in de kou door de stad sloffen, met een air van wie doet mij wat.
Alsof de koude grond ons hier meer opwaarts laat leven en we allemaal verlangen naar die diepere vorm van aards zijn. Zoiets, maar dan echt.
Mijn toilettas is niet compleet zonder… Ik reis niet veel dus mijn toilettas heb ik niet vaak nodig. Er zit een hartvormig steentje in van een van mijn laatste keer onderweg zijn en dat was naar Sicilië. Een steentje opgeraapt op de oude weg in Selinunte. Terwijl ik naar de grote Tempel van de godin Hera liep.
Mijn ergste miskoop is… Een Ipod via Marktplaats. Degene die mij het apparaat opstuurde heeft me opgelicht en een lege envelop opgestuurd met een briefje van de KPN erbij, ‘helaas is de inhoud van deze envelop spoorloos verdwenen’. Bij navraag bij de post vertelden ze mij dat zij nooit een briefje zonder ondertekening of contactpersoon zo bij mij in de bus zouden doen. Geld kreeg ik niet terug, hij wilde niet meewerken aan een zoektocht bij de KPN, zelfs een ‘gedeelde smart’ regeling, dat wij allebei ons verlies zouden dragen door elk de helft te betalen weigerde hij en begon me ronduit te schofferen via de mail.
Die manier van communiceren, dat niet mee willen denken en je dan zelfs nog een grote bek op de koop toe geven. Ik begrijp daar werkelijk helemaal niks van. Ik ga er altijd van uit dat er geen boze opzet is, dat mensen heus te vertrouwen zijn en dat je er met een vriendelijk woord en zelfs meedenken in een oplossing er samen wel uitkomt. Dan nog of misschien wel juist dán word je gewoon schofterig behandeld.
Het lekkerste wat ik ooit geproefd heb is… Een hele eenvoudige tomatensoep in Spanje op een terras in de zon. De smaak van verse zonnige tomaten, goed gebakken, pittige olijfolie, knoflook, een zalvend soepje.
Een snee brood met tomaat en knoflook erin gewreven ernaast.
Een herinnering aan een zonnige jeugd in een warm land, kinderlijk genoegen. Ook al ben ik in mijn jeugd nooit in Spanje geweest toch was het was even compleet thuiskomen. Simpel, op een Spaans terras met een bordje soep.
Ik was het gelukkigst toen… Als presentator ben ik niet alleen voor de schermen bezig. Ik doe ook al mijn researche en schrijf mijn eigen teksten. Ben heel minutieus en gedreven in mijn voorbereiding. Tijdens die intensieve voorbereiding duik ik in de achtergrond van het onderwerp of persoon en vormt zich langzaam een beeld van hoe ik het gesprek, item of avond wil laten verlopen. Daar kan ik echt heel blij van worden. Het is de voorpret. De lol van het speuren. Als het detective-duo Watson en Sherlock Holmes in één persoon verenigt. De ene kant van mij stelt de aardse vragen en probeert de ander tot reden te brengen terwijl de andere kant juist vrij aan het verzinnen is en beelden ziet. In vogelvlucht door de situatie heen vliegt, anticipeert en deduceert…
Het is zoals ik vroeger in het schuurtje van mijn opa, die fietsenmaker was, met veel plezier en fantasie bouwde aan een vliegtuig. Gemaakt uit sloophout. Helemaal beschilderd en veel te groot, zeker anderhalf meter. Met fietslichten en een bel. Je moet tegemoetkomend vliegverkeer natuurlijk wel waarschuwen, nietwaar. Natuurlijk was het object veel te zwaar. Maar in mijn verbeelding zag ik het gevaarte, van twee stukken hout op elkaar getimmerd als een kruis, letterlijk door de lucht vliegen. Meters ver, ook al zei een stem diep van binnen, ‘Francis, dat kan toch helemaal niet’, maar toch, ik geloofde er heilig in. Toen het object klaar was en ik het met veel kracht een talud achter het huis van mijn opa had opgesleept nam ik een flinke aanloop en ja hoor, met een klap knalde het gevaarte een kleine halve meter verder in het gras. Daar heb ik van geleerd. Blijven dromen maar af en toe ook iets meer luisteren naar de rede.
Dat voorbereiden in de research op het gesprek is het met fantasie en bloed, zweet en tranen in elkaar getimmerd frame en dan op de avond of het moment zelf alles loslaten en vliegen op de vleugels die ik zelf gecreëerd heb. Niet loodzwaar. Maar juist licht. Mijn gast neem ik op mijn rug en laat hem met andere ogen naar zijn eigen wereld kijken. Vaak word ik net als de persoon of het publiek verrast door wat er dan op dat moment ontstaat en op dat moment ben ik compleet in contact met alles. Een ultiem gevoel.
Ik heb het meeste spijt van… De momenten dat ik mijn gut feeling niet gevolgd heb. Die momenten waarvan je weet, er klopt iets niet, maar toch tegen beter weten in volhouden. En dan achteraf blijkt het dat ik toch gelijk had. En toch blijf ik vertrouwen hebben dat ik het soms bij het verkeerde eind heb als de bellen weer rinkelen. Hopelijk is dat hoop.
Ik ben niet bijgelovig, maar… Bijgeloof is iets wat ik als acteur heel veel heb gehad. Het is het bezweren van alle onzekerheid, die je nu eenmaal hebt als je kwetsbare kanten aan het publiek moet tonen. Door steeds even een bepaalde volgorde aan handelingen te volgen, niet fluiten op het toneel, even de kale achterwand van de schouwburg aanraken, toch stiekem een kruisje slaan, het kussen van een hangertje bij het opgaan, dat je dan het gevoel hebt dat je alles los kunt laten aan de goden en dan eindelijk in het moment mag leven. Nu heb ik die kant van mezelf meer geïntegreerd. Probeer los te laten en in het moment te leven zonder rituelen of geheimen bezweringen. Het moment is nu en dat dan pakken. Maar een hand op mijn schouder stel ik me soms wel eens voor, heel stiekem.
Mijn grootste onhebbelijkheid is… Hoe ik ook probeer om op tijd te komen, het lukt me gewoon niet. Vroeg opstaan, langzaam wakker worden, beetje douchen en dan uiteindelijk toch razendsnel alles moeten regelen om op tijd te zijn. Gevaarlijk slalommend door de stad op mijn dikke oude Amsterdamse tank van een fiets. Onderweg berichten versturend dat ik er al bijna ben. Heel gek maar op tijd komen is in Nederland van levensbelang. Het is zelfs respectloos te laat te komen. Ik heb ooit met een Franse editor gewerkt. Zij was vaak beledigd als ik precies op tijd kwam. Voor haar was het alsof je inbreuk maakte in haar privéleven. Zo vertelde ze me. Buiten Nederland is het juist respectvol om te laat te komen. Je laat zien dat je vertrouwd bent met elkaar en dat je elkaar de ruimte laat om te wennen aan het bezoek. Ik ben voor.
Ik lieg altijd over… Geen leugens. Nooit leugens. Uiteindelijk heb je er jezelf alleen maar mee. Schade, schande, wijs.
Ik kan me niet beheersen als… Ik een goed, mooi nummer hoor. Zodra ik dat waarneem, moet ik bewegen. Of het nou een liedje is op de radio in de keuken tijdens het afwassen of in de supermarkt. Hoe corney ook, zodra ik iets hoor wat bij mij een snaar raakt dan moet ik bewegen. Schaamteloos tussen de zakken chips en de tissues heupwiegen op de muzakversie van, ik noem maar als voorbeeld Message in a bottle. Het maakt me niet uit, ik moet bewegen.
Ik zou mijn geliefde dumpen voor… Dumpen? Wat een vreselijk woord vind ik dat. Alsof je een vuilniszak weggooit. Nee, iets werkt of werkt niet. En als het goed is dan laat degene met wie je bent je zo vrij dat je alles kunt doen wat je hart begeert. Binnen samen bepaalde grenzen uiteraard. Andersom moet dat natuurlijk ook zo zijn. Dat je elkaar versterkt in plaats van zo klein houdt dat je bij die ander weg moet omdat je een groot doel moet navolgen. Ik geloof eigenlijk in voor eeuwig en altijd. Ben een absolute romanticus. Dus als je kiest dan kies je en daar horen alle lagen van vreugde en verdriet bij. Pas dan is het echt. Je gooit toch niet zomaar een deel van jezelf weg. Dat wat je jaren gekoesterd hebt en waarin je hebt geïnvesteerd. Of zoals Borsato al mooi kreunde, ‘afscheid nemen bestaat niet’. De werkelijkheid is anders helaas. Ach, ja.
hassnae[at]aichaqandisha.nl
Een reactie op “Aicha’s Twaalf: Francis Broekhuijsen”