Een aantal weken geleden was het mooie mannenweekend bij Aicha Qandisha en daar ontbrak een oogsnoepje dat er wat mij betreft absoluut bij hoort: Peter van Dongen. Een van de beste striptekenaars en illustratoren van het land. Erudiete spreker, meeslepende verhalenverteller en schrijver van de klassieke reeks Rampokan.
Mijn favoriete filmscène is… Uit O Brother, Where Art Thou? Het moment waarop George Clooney, John Turturro en Tim Blake Nelsen als de Soggy Bottom Boys in de gaten krijgen dat hun nummer I Am A Man Of Constant Sorrow een enorme hit blijkt te zijn. Die verbaasde blikken van de drie, hoe ze elkaar met grote ogen aankijken onder luid gejuich van het tienerpubliek. Lijkt me prachtig om mee te maken, al neem ik nu een loopje met de geschiedenis, want als tiener heb ik als drummer van het schoolbandje The Original Talkatives, iets dergelijks meegemaakt – maar dan anders: 1985, de Kuip, ten overstaan van vijfenveertigduizend toeschouwers van het Lostvast spektakel ons Tipparade hitje van dat moment te moeten playbacken op een zij-podium, nota bene zónder drumstel. We werden gewoon uitgelachen! Nooit meer nadien me zo kapot geschaamd.
Ik wil ooit nog eens naar… Een concert van Two-Tone band The Specials in Paradiso in 1980. Maar ja, tijdreizen kunnen we nog niet dus heb ik het moeten doen met hun concert van een paar jaar geleden in diezelfde tent. Was goed natuurlijk, maar wanneer ik op oude YouTube filmpjes de energie bij hun live optredens van het podium zie knallen, besef ik dat ik het échte werk gemist heb. Was toen slechts twaalf jaar en mocht nog niet de stad in. Een paar jaar later, in 1988, heb ik misschien bij Fishbone de schade enigszins ingehaald.
Mijn toilettas is niet compleet zonder… Tandpasta en tandenborstel. Ik heb niet zo de behoefte om uit mijn mond te stinken, al kun je dit natuurlijk ook op de plek van bestemming kopen, als het goed is. Verder zit er niet meer in dan een scheermesje, aftershave en Odorex ofzo. Ach, en lenzenvloeistof natuurlijk, anders heb ik wel een echt probleem.
Mijn ergste miskoop is… Een plaat van Bill Haley and his Comets die ik als twaalfjarige bij Concerto heb gekocht in 1979. Ik vond er helemaal niks aan, wat een rukplaat, maar omdat ik toen nét Buddy Holly had ontdekt, dacht ik me met deze aanschaf een enorme dienst te hebben bewezen. Ik heb hem nog steeds, maar heb hem sindsdien nooit meer gedraaid. Misschien straks maar even doen: wie weet ben ik nu 35 jaar later wat milder van geest.
Het lekkerste wat ik ooit geproefd heb is… Waarschijnlijk een simpele saté kambing (geit) met witte rijst en gado gado bij een volle neef van mijn moeder, in het geboortehuis van haar vader op het Indonesische eilandje Ternate in 1992. Je hoort wel eens dat je het lekkerste eten vindt bij families thuis en in dit geval klopt dat wel, ja. Goed, de omgeving en het besef in het geboortehuis van mijn, door de Japanners onthoofde opa, te zitten zal ook wel meespelen. Daarbij ben ik niet al te kieskeurig, zeg maar gerust een vuilnisbak en o ja: dat huis is tijdens de onlusten tussen christen en moslims op de Molukken eind jaren 1990 tot de grond toe gelijk gemaakt.
Ik was het gelukkigst toen… Ik daar op Bali in 1992 op een sawahdijkje liep nabij het dorpje Ubud en besefte dat ik alles, het leven, in mijn eentje aan kon. Dat ik niemand per se nodig had om me gelukkig te voelen. Ik had vlak daarvoor een onmogelijke relatie verbroken en voelde me waarschijnlijk enorm opgelucht. In feite vind ik het enorm moeilijk te duiden wanneer ik me echt gelukkig voel. Wat is dat? Het geluksgevoel komt eerder in korte vlagen, zoals wel meer wordt gezegd en op Bali kon ik het op dat moment vatten. Andere keren gaan ze me waarschijnlijk voorbij, terwijl ik dan helemaal niet ongelukkig ben. Bijna nooit eigenlijk! Maar ja, ik ben dan nu ook de laatste negentien jaar gezegend met een stabiele relatie, waar veel voor te zeggen valt.
Ik heb het meeste spijt van… Het feit dat ik als zevenjarige een meisje in elkaar getrapt en geslagen heb. Omdat ze rood haar had, arm kind. Ze werd dáárom al door iedereen in de klas gepest, maar ik ging nog een stapje verder. Ik zie het nog duidelijk voor me: ik kende haar route na school en wachtte haar op in een portiek, en toen ze voorbij liep sprong ik naar voren en sloeg en trapte op haar in. Ik begrijp niet wat me toen bezielde maar ik heb gelukkig mijn gerechte straf gehad. Op een middag nam ik een vriendje mee naar huis, waar mijn stiefvader me opwachtte. Meteen werd ik zwaar onder handen genomen, de eerste en enige keer dat-ie me sloeg, maar de uitwerking was daar: nooit heb ik daarna nog andere kinderen gepakt en geterroriseerd. Je ziet, een pak rammel kan ook goed uitpakken. En het rare is dat ik dat helemaal niet erg vond. Het ergste vond ik dat mijn vriendje en die van mijn broer toekeken.
Ik ben niet bijgelovig, maar… Soms gebeuren er toch wel héél rare toevalligheden. Zo zat ik in 2000 tijdens de Stripdagen Haarlem met een aantal Indonesische striptekenaars aan tafel in een Indonesisch restaurant te vertellen over de inspiratie voor een zeefdruk, die ik had gemaakt. Een Nederlandse militair, anno 1947, staand voor Hotel Savoy Homann in Bandoeng. Ik kwam op dat idee na het zien, ooit, van een propagandafilmpje voor de politionele acties, de koloniale oorlog die het Nederlandse leger uitvocht in Nederlands-Indië, dat zich afspeelde vóór dat zelfde gebouw. Alleen nu reed er een colonne legervoertuigen langs dat hotel. Welnu, nog geen twee minuten later komt de restauranteigenaar met een oud fotoalbum aanzetten, duidelijk van een Indië veteraan. Tijdens het doorbladeren valt mijn oog op een aantal kleine vierkante fotootjes met daarop Hotel Savoy Homann in exact dezelfde hoek zoals ik hem ook op mijn zeefdruk heb staan. Bandoeng dus! De militair was gelegerd op Java en wat zie ik nog meer? Langs het gebouw ontwaar ik een colonne legervoertuigen en wanneer ik nog beter kijk zie ik daarvoor, midden op de weg, een man voor een driepoot camera staan. Dit kan niet anders zijn dan dat de eigenaar van dit fotoalbum het filmen van het propagandafilmpje toen heeft vast gelegd! Ik ben niet bijgelovig, maar als dit niet toevallig is, dan weet ik het ook niet.
Mijn grootste onhebbelijkheid is… Het uitstellen van de nodige huislijke klusjes. Het varieert van het verwisselen van een simpel lampje tot aan het ophangen van een lijstje. Met als gevolg dat de halverlichting het een half jaar niet doet, haha. En dan eindelijk, na zware druk van mijn vrouw, binnen twee minuten de klus geklaard is en ik me afvraag waarom ik dat toch niet éérder heb gedaan, haha!
Ik lieg altijd over… Niets, ik lieg in principe nooit. Al heb ik onlangs wel een collega een leugentje op de mouw gespeld, maar alleen omdat mij door anderen was gevraagd mijn mond ergens over te houden, waar deze collega later om vroeg. Verzwijgen, dat dan weer wel. Zeker als iemand mij iets vertelt dat tussen vier ogen moet blijven.
Ik kan mij niet beheersen als… Mijn zoontje van zes de halve dag aan het schreeuwen is, uit frustratie of enthousiasme. Dan ga ik op gegeven moment ook schreeuwen, omdat ik er dan toch écht genoeg van heb. Het schijnt niet te mogen en meestal helpt het ook niet, want ik maak het er alleen maar erger mee. Maar goed, soms ontplof ik gewoon, ’t is niet mooi, maar met het hebben van een kind komen ook de minder aangename kanten van een mens naar boven. Iedereen roemt mijn geduld en beheersing wat betreft mijn tekenwerk, maar het échte leven is toch andere koek.
Ik zou mijn geliefde dumpen voor… Een jonger exemplaar dat er precies eender uitziet! Ja god, wat moet je hiermee?! Nee, natuurlijk zal ik dat nooit doen zolang zij mijn geliefde is. Zo niet, dan wordt het een ander verhaal. Het lijkt me zinloos om bij iemand te blijven waar je helemaal geen liefde meer voor voelt. Wel of geen kinderen, als het er niet meer is, wordt het er niet meer beter op met alle gevolgen van dien. Het kind van de rekening enzo, waar ik het nodige van weet.
hassnae[at]aichaqandisha.nl