Bij de presentatie van Laurents Khellouts nieuwe kookboek praatte Hakim (bekend van Sesamstraat) de boel aan elkaar. Voor een kind dat net als ik vooraan stond, voerde hij op een gegeven moment een mime-act uit. Vanaf dat moment had ik maar oog voor één ding: de ballon waarmee hij de mime-act deed.
Bij ballonnen gaat mijn hart altijd sneller kloppen. Ik laat ze geen minuut uit het oog, die onvoorspelbare dingen. Hakim gaf de ballon door aan het kind. Ik had geen idee meer wat er op het podium gebeurde. Ik hield het jongetje nauwlettend in de gaten. Ik zag hoe hij de ballon steeds steviger vasthield. Ik hoorde het knarsen. En toen knapte de ballon.
Ik schrok. Ik was opgelucht. Het zweet gutste niet meer van mijn hoofd, mijn hart begon normaal te kloppen. Nu hoefde ik me geen zorgen meer te maken. Het ergste was gebeurd.
Ik ben bang voor ballonnen. Maar dan vooral het moment waarop ze kapot gaan. Ik weet ook wanneer die angst is begonnen. Mijn precieze leeftijd weet ik niet meer, maar als klein meisje had ik op een gegeven moment een rode ballon in mijn handen vast. Ik draaide de ballon een beetje heen en weer in mijn handen. En toen PANG in mijn gezicht. Precies wat er met dat jongetje gebeurde bij Hakim, maar hij leek minder geschrokken dan ik toentertijd.
Sinds dat incident kijk ik altijd angstvallig naar ballonnen in mijn buurt. Ballonnen die over straat dwarrelen, kinderen die met ballonnen spelen, ballonnen op feestjes… Ik probeer er met een grote boog omheen te lopen.
‘Fijne’ vrienden van me, die ik mijn angst ooit heb toevertrouwd, hebben voor mijn zeventiende verjaardag al mijn cadeautjes in ballonnen verstopt. Moest ik ze eerst met een schaar kapot prikken. Geen enkel cadeau is die hel doorgaan waard.
Ze hoopten me zo van mijn angst af te helpen. Helaas. Die lijkt met elke geknapte ballon erger te worden.
majda[at]aichaqandisha.nl