Bonnetjesmacht

image

Het was een op een warme lentedag dat ik, op weg naar huis, mijn moeders dorp inreed en even later bij de plaatselijke pinautomaat stopte.

Ik was in Den Haag geweest voor een interview met Wouter Bos (tegen wie ik zo eerlijk was geweest te zeggen dat als ík de politiek in zou gaan, hij wel kon inpakken) en na afloop was ik gematst bij Fred van Wordragen bij de aankoop van een paar fijne Chanel schoenen. Ach, die goede oude, welvarende tijd.

Politie
Het was dus een geslaagde dag. Zo eentje waarop alles vanzelf ging, soepel, geen gedoe en dat alles in het aangename licht van de warme lentezon.

Maar goed, ik reed dus de dorpskern in, kwam een politie-auto tegen, waar ik verder geen acht op sloeg, en stopte om te pinnen. Ik had net daarvoor mijn gordel afgedaan, maar de wagen reed door dus er was niks aan de hand.

Rechtsomkeert
Enige tellen later keek ik tijdens het pinnen nietsvermoedend naar links en wat schetste mijn verbazing: daar stond een van de agenten een beetje onhandig met zijn ene hand in zijn zij tegen de muur te leunen. Of het klopte dat ik mijn gordel niet om had gehad. Wat bleek, de daadkrachtige dienders hadden rechtsomkeert gemaakt om de grote misstand door mij veroorzaakt, het niet dragen van een gordel, eens goed te beboeten.

Omdat ik geen zin had te liegen en ik overkomen werd door een gruwelijke apathie, onderging ik het ambtelijke ritueel gelaten. Dat was echter niet voldoende voor de jonge agent die zijn kans schoon zag eens een gesprekje aan te knopen terwijl zijn oudere collega een andere auto aanhield om aan zijn boetequotum te komen. Nu ze toch teruggekeerd waren, moesten ze er ook maar meteen alles uithalen, nietwaar.

Ontmaagding
Hij vroeg me naar mijn papieren en terwijl ik plaatsnam in mijn auto om alles te pakken, leunde hij met zijn linkerarm tegen mijn auto voor hij het bonnenboekje tevoorschijn haalde: ‘Lekker weer, hè. Kom je net uit je werk?’

Ik zweeg en keek voor me uit. Hij liep naar de voorkant, noteerde het kenteken, liep terug en kletste over mijn auto, of ik al eens eerder een bon had gehad (hij vroeg het heel voorzichtig alsof hij me aan het ontmaagden was), of ik een fijne dag gehad, en waar ik precies woonde.

Macht erotiseert
‘Schrijf die bon nou maar gewoon uit,’ kapte ik hem bits af. ‘Zo werkt het niet, hè. Je kunt niet én een boete uitdelen én een flirterig gesprekje beginnen met de persoon die je financieel aan het uitknijpen bent,’ preekte ik nog even giftig door.

Ja, het zal allemaal wel dat hij zijn werk deed, maar bij dat werk hoort niet mijn dankbaarheid.

Dus nu moet ik iedere keer als ik een politie-auto tegenkom, aan die ene keer denken dat een jonge agent een bonnetje als zijn openingszin gebruikte. Een bonnetje. Waar hij speciaal voor was teruggereden en waarvan hij serieus dacht dat het een opmaat naar meer kon zijn. Maar heus, niet alle macht erotiseert. Bonnetjesmacht al helemaal niet.

hassnaesignature

hassnae[at]aichaqandisha.nl