Aicha’s Bibliotheek: The Coming of the Fairies

Cottingley_Fairies_1_article

Wat hebben Sherlock Holmes en elfjes gemeen? Sir Arthur Conan Doyle heeft over beide geschreven. In de jaren twintig van de vorige eeuw was Engeland even in de ban van elfjes. De 16-jarige Elsie Wright en haar 10-jarige nichtje Frances Griffith hadden twee foto’s gemaakt waarop elfjes te zien waren. Dit kwam al snel bekend te staan als de Cottingley Fairies. Later kwamen daar nog drie foto’s bij.

Deze foto’s kwamen bij Arthur Conan Doyle terecht, arts en auteur van de Sherlock Holmes-boeken, die er na onderzoek heilig van overtuigd raakte dat de foto’s authentiek waren.

Niet lang geleden heb ik waarschijnlijk op Doyle of Sherlock Holmes gegoogled en toen kwam ik terecht bij het verhaal over de elfjes. Ik herinnerde me dat ik in mijn vroege tienerjaren de film ‘Fairytale: A True Story’ had gezien en toen danig in de war was door het ‘true story’-label en de zogenaamd echte elfjes; die film is dus gebaseerd op de Cottingley Fairies, maar dat wist ik toen niet.

Het verhaal bleef door mijn hoofd spoken, en daarom heb ik onlangs ‘The Coming of the Fairies’ van Doyle aangeschaft. Hierin vertelt Doyle wat er allemaal is gebeurd vanaf het moment dat hij hoorde over de foto’s en probeert hij de lezers met ‘feiten’ en argumenten te overtuigen. Het is echt een fascinerend boek.

Doyle vat de gebeurtenissen en het onderzoek naar de elfen samen in brieven en artikelen. De foto’s zijn onderzocht door verschillende experts. Ze kwamen bijna allemaal tot de conclusie dat de foto’s echt waren. De elfjes zouden op het moment van het nemen van de foto’s zelfs bewogen hebben. De meisjes zouden daarnaast geloofwaardig zijn, omdat ze niet meteen op zoek gingen naar publiciteit (dat gebeurde via via) en bovendien zelf niet zo goed konden tekenen, dus de elfjes op de foto’s konden niet gemaakt zijn door hen, zo luidde het argument.

CottingleyFairies2

Een team van Kodak weigerde overigens om te bevestigen dat de foto’s echt waren, al was dat wel de conclusie van hun onderzoek; dat zou namelijk betekenen dat ze het bestaan van elfjes erkenden en dat wilden ze niet.

Naarmate het boek vordert, wordt het verhaal steeds ongeloofwaardiger. De meisjes worden op een dag op pad gestuurd met een helderziende om de elfjes te zoeken:

Elsie sees about a dozen fairies moving towards us in a crescent-shaped flight. As they drew near she remarked with ecstasy upon their perfect beauty of form—even while she did so they became as ugly as sin, as if to give the lie to her words. They all leered at her and disappeared.

Er is ook een hoofdstuk waarin Doyle andere mensen opvoert die ook elfjes hebben gezien. Vaak vertelt hij er bij dat hij de persoon in kwestie kent en het een geloofwaardige man/vrouw is.

Het is bijna jammer dat de meisjes in de jaren tachtig hebben toegegeven dat het gewoon kartonnen figuren waren. Ze durfden het niet eerder te zeggen omdat, Arthur Conan Doyle – niet zomaar iemand – hen geloofde.

Frances bleef er overigens bij dat de laatste foto die ze hadden genomen wél echt was…

Cottingley-sunbath

Majda

majda[at]aichaqandisha.nl

Een reactie op “Aicha’s Bibliotheek: The Coming of the Fairies