De Charlie kater

cartoon Asharq al Awsat
cartoon Asharq al-Awsat

Het zal nooit wennen, de gretigheid waarmee sommige mensen de slachtoffers van de gruwelijke aanslag op Charlie Hebdo als trofeeën van hun eigen gelijk rond paraderen. Hoe ze oproepen tot oorlog vanachter hun veilige laptopjes en zonder aarzelen, en zonder de wrange ironie ervan in te zien, in één adem door anderen verdacht maken, wegzetten als de vijand. Wie zich niet opstelt zoals de hatelijkste haviken, deugt niet, is een verrader, een collaborateur, een gevaar. Ad infinitum, ad nauseum.

Gisteren waren er op verschillende plekken in het land demonstraties en die demonstraties deden me erg denken aan gebedsdiensten in de moskee waar bemoeizuchtige fundi’s in de gaten houden wie er wel en niet komt bidden en of ze dat wel aandachtig genoeg doen. Dat is natuurlijk heel knap, want als rechtschapen moslim zou je met je eigen gebed bezig moeten zijn, met je eigen intenties.

Selfie
Zo ging het ook op die demonstraties: roddeljournalist en beroepsleugenaar Marc van de Linden zag geen ‘medelanders’ zo twitterde hij – en hij was een van de velen. Waarom niet gewoon Nederlanders? Waarom krampachtig vasthouden aan het onderscheid tussen mensen en tegelijk klagen dat die medelanders zich niet Nederlands voelen? Hoe herken je een medelander eigenlijk precies?

Los van het feit dat het lariekoek was en er wel degelijk veel ‘medelanders’ (laf pseudoniem voor moslims) naar de demonstraties waren, geeft die dwingende, suggestieve vraag een vieze smaak in de mond. Kun je je afschuw alleen uiten als je op de demonstraties aanwezig bent? Ben je een beter mens, meer aangeslagen als je een selfie maakt als bewijs dat je deugt omdat je meeliep?

Allesverzengende bemoeizucht
Wat is dat voor obscene dwingelandij die meer te maken heeft met de eigen zelfbevlekking dan met het drama dat zich heeft afgespeeld? Wanneer is besloten dat meeleven in stilte niet meetelt? Waarom gaat het niet over de slachtoffers, maar over ‘ons’ hier?

Dat is misschien wel wat het meest opviel, de fatsoensrakkers, of fatsoensfascisten die voor anderen gingen bepalen hoe ze moesten reageren. Kustaw Bessems betichtte de New York Times van lafheid omdat ze de cartoons niet afdrukten.

Alsof Bessems, die de monolitische status-quo van de media krampachtig in stand houdt, een toonbeeld van moed is. Wat bezielt zo’n ijdeltuit om zich met het redactiebeleid van andere kranten te bemoeien?

Schrijnend conformisme
Die zieke, allesverzengende bemoeizucht. Die onbeheersbare dwang ook een beetje te schitteren in het licht van andermans ellende en daarin een heldenrol voor jezelf op te eisen.

Frits van Exter, hoofdredacteur van Vrij Nederland, was eerlijker over zijn moed, of het gebrek eraan. Maar wat het Nederlandse journaille tekent is niet alleen gebrek aan moed, maar ook een schrijnend conformisme: scherpe pennen worden geweerd, politiek incorrecte stemmen gemeden.

Bestaansrecht
Het Nederlandse medialandschap wordt gedomineerd door incestueuze kliekjes die elkaar opdrachten geven, elkaar toedekken en in stand houden. Buitenstaanders komen er niet tussen. Eerlijkheid wordt als een affront beschouwd. Feiten checken als zonde van de tijd. En kritiek en hypocrisie als een aanslag op hun bestaansrecht.

Maar een gezonde en vrije samenleving, waar menigeen zo zalvend over doet, kan alleen maar bestaan bij de gratie van échte vrijheid om je mening te geven zonder represailles, intimidatie en angst. En zonder onderscheid te maken tussen leed.

Zolang die vrijheid er niet is en het onderscheid wel gemaakt wordt, zal er niets veranderen en betekenen al die woorden en demonstraties helemaal niets.

Volg Aicha Qandisha op Twitter

hassnaesignature

hassnae[at]aichaqandisha.nl