Er zijn nog maar weinig mensen die de afwas met de hand doen (als ik naar de mensen om me heen kijk althans). Zelf behoor ik tot het selecte leger der handafwassers. Nu zou ik allerlei redenen kunnen opnoemen waarom ik geen vaatwasser wens, maar het simpele feit is dat mijn keuken te klein is om zo’n groot apparaat te herbergen. En ik produceer zo weinig vuile vaat dat ik het apparaat om milieuredenen dan maar 1 keer per maand zou kunnen laten draaien.
Bij een handafwas hoort gezang. In mijn geval niet omdat ik zo vrolijk word van afwassen want ik heb een pesthekel aan huishoudelijke klussen. En het reinigen van vuile vaat is iets waar nooit een einde aan lijkt te komen. Je hebt net een vette afwas weggewerkt, je draait je even om en Hopla! Daar staat het zoveelste gore kopje, schoteltje of bord je alweer aan te grijnzen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat het huishouden een uitvinding van de duivel is. Of een complot van mannen om vrouwen op die manier voor eeuwig aan huis te binden. Maar goed, ik dwaal af. Zingen tijdens de afwas dus.
Der Heimliche Aufmarsch
De muziek die ik tijdens het afwassen draai staat haaks op de muziek die ik doorgaans beluister. Mijn smaak qua afwasmuziek is het bewijs dat ik een gruwelijke wansmaak heb. Gelukkig kun je dat tegenwoordig Guilty Pleasures noemen, een synoniem voor kutmuziek die wel heel fijn is om mee te blèren. Zo zing ik tijdens de afwas onder andere mee met Jovanotti (Per te), Marianne Rosenberg (Ich bin wie du), Dan Hartman (Instant Replay), Sylvester (Mighty Real) en nog veel ergere dingen die ik niet eens durf op te noemen. Deze nummers staan op een cd die een vriend een aantal jaar geleden voor me gebrand heeft nadat hij een keer een afwas sessie bij mij thuis had meegemaakt.
Ook staat Der Heimliche Aufmarsch van Hanns Eisler op de cd. Als ik dat meezing is de afwas in 5 seconden gedaan. Terwijl ik ‘Arbeite, Bauern nimmt die Gewehre, nimmt die Gewehre zu Hand’ keihard meezing is mijn afwasborstel het geweer waarmee ik de kapitalistische afwas aanval. Bij een grote afwas draai ik het nummer soms drie, vier keer achter elkaar. Als ik echt melig ben sla ik op de maat van de marsmuziek met de afwasborstel op het schuim zodat de hele keuken onderzit.
Ouderwetse smartlap
Maar het allermooiste nummer dat op die cd staat is De Dievenwagen van Willy Alberti. Een echte, ouderwetse smartlap met een sociale tekst. Het nummer brengt me ook terug naar de Smartlappenborrels die we hielden in het Pandercafé, het café dat hoorde bij het complex waar ik in de jaren negentig woonde. Terwijl we ons een stuk in de kraag dronken lalden we mee met de meest melodramatische liedjes. Vaak werden er cd’s gedraaid maar soms kwamen de muzikanten die in Pander woonden live spelen. Vooral de accordeon was favoriet. Dan was het helemaal feest.
In de tekst van De Dievenwagen waarschuwt Willy ons dat we niet moeten lachen om mensen die door die wagen worden meegenomen ‘Denk maar alleen, wat hij heeft gedaan. Kan morgen mij ook gebeuren’. Het laatste couplet is het allermooist:
’t Is altijd geen dief die de wagen ingaat
En da’s natuurlijk weer het mooie
Het zijn soms die jongens, die geen dienst willen doen
En die ze de nor maar in gooien
Maar hij die vermoordt – en geld heeft, zo’n ploert
Hem wordt steeds die schande vermeden
Hij wordt echter niet met die wagen vervoerd
Maar in z’n eigen auto gereden
Dappere Willy Alberti
Met ‘de jongens die geen dienst willen doen’ werden de jongens die het verdomden om in Nederlands-Indië te gaan vechten tijdens de politionele acties bedoeld. Hoe er met de jonge mannen die dat weigerden werd omgegaan is nog steeds een grote schande. Het was destijds (begin jaren 50) dan ook best gewaagd daarover te zingen. Zelfs in bedekte termen.
Ik moest kiezen welk lied ik met jullie wilde delen. De strijd ging tussen Der Heimliche Aufmarsch en De Dievenwagen. De laatste heeft het gewonnen. Draai het terwijl je de afwasmachine inruimt. Zing het keihard mee. En denk dan even aan die dappere Willy Alberti die dat zomaar durfde te zingen.
rebecca[at]aichaqandisha.nl