Verwarrende tijden zijn het waarin anti-racisten gelijkgesteld worden aan nazi’s. Opperracist Trump deed het afgelopen weekend: nadat een neo-nazi op vreedzame anti-racisten inreed met een dode en vele gewonden als gevolg, weet President Agent Orange het geweld aan beide kanten. Onze eigen Nederlandse Alex Jones laat er ook geen twijfel over bestaan: anti-fascisten zijn tuig, net zo erg als nazi’s, geen verschil.
Maar als dat zo is, dan waren de geallieerden dus ook tuig. Want ze bestreden de nazi’s en gebruikten nogal wat geweld. Maar dat soort vergelijkingen mag je van de nazi-apologeten nooit maken, daar worden ze altijd heel boos van, omdat die ene fractie van een seconde hun eigen weerzinwekkendheid terugkaatst.
‘Als je mensen nazi’s noemt, moet je niet raar opkijken als ze zich ernaar gaan gedragen.’ Woorden van die strekking kwamen gisteren meerdere keren voorbij, geschreven of uitgesproken door types die al jaren moslims gelijkstellen aan nazi’s, juichen als de koran met Mein Kampf wordt vergeleken en de islam een tumor noemen.
Heimelijke nazi’s
Het is altijd ontroerend hoe mensen ‘nuance’ omarmen als de discussie over hén gaat. Dan mag je opeens niet polariseren, dan moet je omzichtig verwoorden, mensen niet wegzetten, dan is beledigen geen deugd meer en moet je vooral in gesprek blijven.
Maar we zijn al veel te lang in gesprek gebleven en het resultaat is dat de heimelijke nazi’s zich nu als openlijke nazi’s zijn gaan gedragen. Ze voelen zich gesterkt door de media die hen liefkozend ‘bezorgde burgers’ noemen, gesteund door hun politiek leiders die het over homeopatische verdunning hebben en omvolking, aangemoedigd door columnisten die reppen over moslimkartels en politici die participatieverklaringen invoeren. Allemaal dragen ze driftig bij aan de stigmatisering van de ander, diens ontmenselijking zelfs.
Maar we kennen het spelletje nu wel. We kennen de tactieken, we weten wanneer bepaalde spelers zogenaamd gas terugnemen, om er later weer vol in te gaan met hun racistische agit-prop.
Veelkoppig monster
De waarheid -en er is zoiets als een waarheid, net zoals er feiten zijn- is dat er wel degelijk iets is als goed en kwaad. Goed is het om mensen als je gelijke te zien, om mensen niet te onderdrukken of verdacht te maken vanwege hun huidskleur, geloof, seksuele voorkeur of om wat voor onzinnige reden dan ook. Het kwaad is als je mensen haat, weg wilt of onderdrukt vanwege hun huidskleur, geloof, seksuele voorkeur. Het is zo simpel dat het infantiel wordt, maar kennelijk zijn we weer terug bij af en moeten we het letterlijk uitspellen.
Dát is het verschil tussen de anti-racisten en extreem-rechts dat als een veelkoppig monster in allerlei gedaantes voorkomt: als decent geklede politici, witte puntmutsen, fakkels dragende sneeuwvlokjes, roodgelipte columnisten.
Stop dus maar met het jezelf op de borst kloppen dat de deugreflexen werken. Als dat zo was, dan zaten we niet al vijftien jaar met een poezenminnende moslimhater in het parlement en hadden we nu niet zijn Latijn-brabbelende dandy-kloon erbij.
Een ieder die beweert dat het niet zo zwart-wit is, is geen haar beter dan de Hitler groet brengende nazi’s. Rot maar op met je nuance. Dit gaat om leven of geleefd worden. Om vrijheid of onderworpen worden aan halvegare types die serieus denken dat ze beter zijn en meer rechten hebben vanwege hun witte huidskleur.
info[at]aichaqandisha.nl
2 Reacties op “De nuance na Charlottesville”