Naar de uitzending van Nederland Ondersteboven die in het teken stond van de tweede feministische golf wilde ik met alle geweld (want nog een hele stapel verplicht leeswerk) kijken. De golf stond centraal in mijn puberteit: zowel mijn moeder als mijn oudste zus waren actief betrokken bij de vrouwenbeweging. En als grietje van een jaar veertien keek ik nieuwsgierig mee.
Voor mijn moeder was het een uitgelezen kans zich los te rukken van het huisvrouwenbestaan. Ze had gestudeerd, een aantal jaar op de kansel gestaan voor de Remonstrantse kerk en toen ze met mijn vader trouwde kreeg ze een bos bloemen, een hand en de groeten. Want zo ging dat in 1950 (en nog lang daarna). Omdat mijn moeder dol was op lezen waren de verhalen over verbrande spenen, melk en luiers legio. Ze probeerde iedere vrije minuut voor zichzelf ten volle te benutten. Van schoonmaken en wasn uitkoken werd ze op z’n zachtst gezegd niet heel gelukkig,
De beer was los
Haar onvrede uitte zich openlijk rond 1974. Ze wilde iets doen maar ze wist niet wát. We zaten aan het avondeten. ‘Ga dan vrijwilligerswerk doen’ zei mijn vader. Ik zag haar vuurrood worden. ‘Ik doe godverdomme al meer dan twintig jaar vrijwilligerswerk’ schreeuwde ze (mijn moeder kon geweldig deftig vloeken). Mijn broers en ik keken beduusd naar ons bord en durfden niet meer te bewegen. De beer was los.
Ze was niet de enige vrouw in die tijd die letterlijk gek werd van het nutteloze huisvrouwenbestaan. De vrouwenbeweging bracht uitkomst. Ze ging naar het vrouwenhuis en kwam een paar keer echt straalbezopen thuis, ons als hulpeloze idioten aan ons lot overlatend, want zij kookte altijd en wij wisten van niets. De keren dat we op haar wachtten, mijn vader quasi onverschillig zogenaamd lezend in het NRC en wij een beetje onhandig draaiend op de bank waren eigenlijk wel grappig. Zodra we de sleutel in het slot hoorden draaien gedroegen we ons als hongerige honden die op de baas hadden gewacht.
Lichte melancholie
Mijn moeder worstelde zich los van haar verstikkende bestaan. Ze verdeelde het huishouden, ging boeken vertalen, stond aan de wieg voor praatgroepen voor vrouwen in overgang en ging met mijn vader mee op reis als ze daar zin in had (waardoor wij al jong heel erg zelfstandig werden). In mijn omgeving gebeurde eigenlijk niets anders. Bijna alle moeders van mijn vriendinnen zaten in hetzelfde proces. We zijn er allemaal door gevormd.
Naar de uitzending van Nederland Ondersteboven keek ik met gemengde gevoelens. Enerzijds was er een gevoel van herkenning en lichte melancholie. Anderzijds een licht ongenoegen door het toenemende conservatisme en een gebrek aan historisch besef. Zoals ook een van de vrouwen in de uitzending zei is er bij jonge vrouwen een totaal onbenul over hoe de rol van vrouwen was in de jaren 50 en 60. En dat we deze vrouwen schatplichtig zijn omdat wij allemaal door hun vechtlust kunnen kiezen wie en wat we willen zijn.
Strijdbare moeder
Het is een strijd die nooit ophoudt. Zolang de term feministe ‘besmet’ is en er nog steeds treurige figuren zijn die er een dagtaak aan hebben feministes belachelijk te maken is het niet af. Natuurlijk zegt dat meer over die mannen (én vrouwen helaas) dan over zelfstandige en mondige vrouwen zelf. Vrouwen die zelf uitmaken wat ze denken en hoe ze willen leven blijken nog steeds een bedreiging.
Maar het gevoel dat na de uitzending bij mij vooral overheerste was dat ik er een beetje bij was geweest, die tweede feministische golf. Dankzij mijn strijdbare moeder heb ik dit stuk vrouwengeschiedenis van dichtbij meegemaakt. En dankzij haar is het voor mij meer dan vanzelfsprekend geweest dat ik me nooit minder heb gevoeld dan een man, mijn eigen keuzes heb kunnen maken en nooit van iemand afhankelijk ben geweest. En dat is voor iemand als ik, met een gruwelijke hekel aan en een totaal gebrek aan talent voor het huishouden, een geweldig cadeau geweest.
rebecca[at]aichaqandisha.nl