Donna Tartt – Het Puttertje

tarttboek

‘Nóg een bespreking van Donna Tartt’s Het Puttertje!’ hoor ik u denken. Het boek is de afgelopen weken behoorlijk gehypet en om erachter te komen of dat terecht is, heb ik het boek zelf gelezen. Dat is trouwens met 925 pagina’s geen gemakkelijke opgave, dus ik hoop dat het niet voor niks is geweest.

Maar eerst een bekentenis: ik had tot eind deze zomer nog nooit van Tartt gehoord. Niet zo gek ook. Toen haar eerste boek in de boekhandel lag, was ik vier jaar oud. Bij het verschijnen van het tweede boek was ik als puber te druk bezig met het herlezen van Het Oneindige Verhaal.

De intimiderende omvang van het boek (‘pil’ is het woord niet, eerder ‘baksteen’) maakte dat ik moed en zin bijeen moest rapen om er in te beginnen. Hoe vaak zeggen mensen wel niet, na het dichtklappen van een mooi boek: ‘was het maar langer!’? Meestal is dat ongemeend. Te lange boeken moeten wel érg goed zijn willen ze je aandacht zo lang vasthouden.

En wat begon het boek goed! Ik vloog door de eerste paar honderd pagina’s heen.

Het Puttertje begint met Theo Decker in Amsterdam. Er is iets gebeurd, waardoor hij al dagenlang in zijn hotelkamer opgesloten zit. Om naar die gebeurtenis toe te leiden, begint hij het verhaal vanaf zijn jeugd. Zijn alcoholistische vader heeft hem en zijn moeder verlaten. Op een dag moet hij zich samen met zijn moeder melden op school, omdat Theo is geschorst. Ze hebben tijd over en gaan even langs museum MoMa, waar het Puttertje op een tentoonstelling te zien is. Het schilderij, dat op de cover van het boek staat, is gemaakt door Carel Fabritius, leerling van Rembrandt.

Het noodlot wil dat er die dag een aanslag op het museum wordt gepleegd. Theo’s moeder overleeft het niet.

Wat op de daarop volgende pagina’s volgt is een koortsachtig verslag van Theo die niet meteen door heeft wat er is gebeurd en een weg naar buiten zoekt. Daarbij neemt hij het Puttertje mee, waarmee een jarenlange hoofdpijn begint voor Theo. Want hij komt maar niet van het schilderij af.

Theo wordt opgevangen door de rijke familie van een oude vriend van hem, tot zijn vader hem na een tijd komt halen. Iets wat niemand nog had verwacht. De dan 13-jarige Theo verhuist naar een afgelegen plek in Las Vegas. Jaren van drugs en drank volgen, samen met zijn beste vriend Boris.

En al die tijd heeft hij angstvallig het schilderij bij zich. Hij durft zichzelf niet aan te geven, uit angst voor gevangenisstraf. Hij belandt vervolgens weer in New York en gaat daar de fout in door vervalste meubels te verkopen.

Het boek begint ontzettend spannend. Theo die het museum ontvlucht, niet door heeft dat zijn moeder niet thuis zal komen. Tartt beschrijft dat heel goed. Maar, zeker als Theo in Las Vegas belandt, waar hij niks uitvoert, kakt het tempo erg in. Pagina na pagina van drank en drugs, zonder dat er iets gebeurt, gaat vervelen. Daar begin je te merken dat 925 pagina’s wel érg lang is. Het is daarom dan weer  een opluchting dat hij eindelijk vertrekt uit Vegas en het boek weer een wat sneller tempo krijgt. Zo snel dat Tartt acht jaar overslaat en Theo een volwassen man is geworden die Boris, weer tegenkomt. Boris is, zoals te verwachten viel, in het criminele circuit beland. Vanaf daar wordt het boek weer ontzettend spannend en lees je eindelijk verder.

Het Puttertje is een ontzettend goed boek, maar te lang. Het verhaal is treffend beschreven, je leert de personages goed kennen en beleeft het leven van Theo mee.

Sommige schrijvers pennen elk jaar een dun boekje. Donna Tartt schrijft om de tien jaar een boek van het formaat van een Russische klassieker. Dat is een goede regeling, want het duurt waarschijnlijk weer een aantal jaar voordat ik genoeg zin heb verzameld om weer een boek van haar te lezen.

Het Puttertje van Donna Tartt verschijn bij de Bezige Bij, 24,90 euro. 

Majda

majda[at]aichaqandisha.nl

2 Reacties op “Donna Tartt – Het Puttertje