Franse Tranen

crying lady

Opgroeien met broers heeft voordelen. Zo kun je allerlei rotzooi door mijn eten gooien en de meest gore moppen onder het diner vertellen. Ik zal mijn schouders ophalen en rustig verder eten.
Het enige dat ik, tot op de dag van vandaag, nog steeds niet kan, is huilen tijdens hartverscheurend romantische films. Althans, ik huil wel maar verzin meteen een smoes over afbrokkelende mascara of andere vuiltjes in mijn oog. Daarna vlucht ik weg naar de badkamer, verwijder snel mijn make-up, snuit mijn neus en probeer me tijdens de rest van de film te vermannen. Omdat ik me geneer.

Vroeger huilde ik wel om films maar werd steeds zo smalend uitgelachen door mijn broers (ze zit weer te janken) dat ik daar al snel mee ophield. Tijdens treurige scènes lachte ik sarcastisch met hen mee en huilde vervolgens mijn ogen eruit als ik in bed lag. Daarom bewaar ik de mooiste herinneringen aan een zomer in de jaren 70. Mijn broers waren op vakantie. De VPRO zond een Gérard Philippe cyclus uit. Ik zat lekker onderuitgezakt op de bank. Keihard snikkend.

Huilfilm
Nog steeds gaan huilen en Franse films voor mij hand in hand. Voor mij geen onderbroekenlol maar drama’s. Er moet oeverloos in geouwehoerd worden en de geliefden krijgen elkaar uiteindelijk nooit. Omdat Amerikaanse films altijd een goed einde moeten hebben, een enkele uitzondering daar gelaten, voldoen ze niet. Als huilfilm dan. Franse films geven je het gevoel dat je niet de enige bent met een meer dan gecompliceerd liefdesleven en voorzien je liefdesverdriet van een artistiek randje.

Wat heb ik gehuild bij La Dentellière. Nou ja, huilen kun je het niet echt noemen: ik was niet alleen thuis. Dus stiekem tranen wegpinken en een geluid produceren als een zieke lama met de hik. En zo kan ik nog wel een hele reeks huilfilms opnoemen: Un coeur en hiver, Partir, Sous le sable
Verdriet waarin je jezelf herkent.

partir
Partir met Kristin Scott Thomas en Sergi Lopez.

Waterval
De film waar ik het hardst om gehuild heb is Je l’aimais. Daarin blikt Daniel Auteuil terug op zijn buitenechtelijke affaire met Marie-José Croze. Ze ontmoeten elkaar alleen in hotelkamers. Croze zegt tegen Auteuil als hij de hotelkamer wil verlaten, dat zij ook weg wil omdat die kamer zonder hem niets betekent. Die scene heb ik recent pas écht goed gezien: daarvoor werd ik verblind door een waterval aan tranen.

Het ongelukkige toeval wilde dat ik destijds in een soortgelijke situatie zat. Alleen had ik geen hotelkamer maar een bankje in een bloementuin voor stiekeme ontmoetingen. Nadat ik Je l’aimais had gezien dacht ik dramatisch dat ik nooit meer in die tuin zou komen, laat staan ooit nog op dat bankje zou gaan zitten. Dat heb ik ook een aantal jaar niet gedaan.

je l'amais

Liefdesverdrietherkenning
En dan kom ik weer terug op de voordelen van het opgroeien met broers. Ik kwam er namelijk achter dat ik voor de desbetreffende meneer niets anders was geweest dan een betekenisloze jachttrofee. ‘Dat bankje moet subiet gedemystificeerd worden!’ dacht ik wraakzuchtig. Ik ging naar de bloementuin, liep rechtstreeks naar het bankje en ging erop zitten. Het voelde goed. Vervolgens heb ik er, nadat ik goed gekeken had of er niemand in de buurt was, een loeiharde scheet op gelaten. Een enorme opluchting. Niet echt een scene uit een Franse film, maar mijn broers zouden trots op me geweest zijn.

Ik wacht gewoon weer op de volgende Franse film waarnaar ik met een zakdoek in de aanslag kan kijken. En hete tranen kan huilen om het feest der liefdesverdrietherkenning.

Rebecca

rebecca[at]aichaqandisha.nl

Een reactie op “Franse Tranen