Niet eens zo heel lang geleden zag ik voor het eerst de Japanse horror-film Hausu (1977) een wonderlijke delirische nachtmerrie in snoepkleuren en special effects die zelfs voor die tijd krakkemikkig waren, alles ziet er nepper dan nep uit. Overdreven gekunsteld acteerwerk, een totaal idioot verhaal dat alle kanten opgaat en dat gelardeerd is met snoeiharde grappen, sardonisch sadisme en gratuit naakt. Hausu is een pulpstrip met kleuren die door elkaar heen lopen en over de lijntjes gaan, maar dan op film. Typisch voor Obayashi’s stijl is dat hij eraan lijkt te hechten zijn acteurs voor een scherm te laten acteren, waar hij dan later zelf een achtergrond op projecteert, bij voorkeur in kitscherige ansichtkaartenstijl.
U begrijpt dat ik meteen verkocht was. Elke jaar wordt Halloween bij mij thuis nu ingeluid met de vertoning van Hausu, en ik hoop dat mijn kinderen die traditie nog lang na mijn dood zullen blijven voortzetten (en hun kinderen na hen). Ik kijk elke andere film van de regisseur, Nobuhiko Obayashi, wanneer ik de kans heb en hij behoort beslist tot mijn favoriete filmmakers, juist vanwege dat rare kleurgebruik en die kitscherige special effects, maar vooral ook omdat hij zo goed de onbevangenheid van kinderen en jongeren in extreme situaties weet te vangen.
Veertig films heeft hij gemaakt sinds Hausu, wat zijn debuut als regisseur was, hij was toen al 39, en daarvan raad ik in het bijzonder aan de film Bound for the Fields, the Mountains, and the Seacoast (1986), een soort Japanse La Guerre des Boutons, die ook gaat over twee rivaliserende groepen kinderen die met elkaar op de vuist gaan in oorlogstijd. Grappig, ontroerend en met een indrukwekkend respectvolle benadering van jeugdige seksualiteit die wars is van valse schaamte, een vast thema in Obayashi’s werk.
Ontluikende seksualiteit
Ook zijn laatste film, Hanagatami, gaat over de levens van jongeren in de Tweede Wereldoorlog. Alle elementen uit Obayashi’s andere films komen hier terug: de geprojecteerde achtergronden die de film iets van een collage geven, het gekunstelde overacteren, overigens door acteurs die veel te oud zijn voor hun jeugdige rollen, de rare special effects en de ontluikende seksualiteit, maar nu lijkt Obayashi veel gedisciplineerder te werk zijn gegaan. De film is esthetisch heel nadrukkelijk mooi, oogt nu meer als een opera met spectaculaire decors dan een strip op pulppapier en Obayashi lijkt ook meer zorg te hechten aan het overbrengen van zijn boodschap, namelijk de onvermijdelijke teloorgang van de jeugdige onschuld, als het niet is door het destructieve gedrag van volwassenen, dan wel door ouderdom en uiteindelijk de dood.
De seksualiteit is explicieter in Hanagatami, en nadrukkelijk verbonden met de dood. Niet vreemd: tijdens het filmen kreeg Obayashi te horen dat hij longkanker had en nog drie maanden te leven had. Dat was in de zomer van 2016, maar Obayashi leeft nog steeds. Hij was niet in staat om naar het Rotterdamse filmfestival te komen, waar ik Hanagatami vorige week zag, maar hij groette de festivalgangers in een videoboodschap die te zien was voor aanvang van de film, waarin hij zei dat hij zoveel van Nederland hield, dat hij niet heel lang geleden nog had bezocht.
Ten dode opgeschreven
Dat blijkt, want Nederland wordt vaak genoemd in Hanagatami. De ouders van de hoofdpersoon, Toshihiko, wonen namelijk in Amsterdam, en sturen hem een foto waarop ze poseren voor een echte Hollandse molen en die er natuurlijk hartstikke nep uitziet. Zelf is hij uit Amsterdam naar Japan teruggekeerd om er naar school te gaan. Hij woont bij zijn tante en zijn nicht Mina in, die een longziekte heeft en bloed ophoest.
Haar moeder, immuun voor de ziekte waaraan ook haar vader is gestorven, likt dat bloed uit haar mond alsof ze daarmee ook haar ziekte uit haar kan wegzuigen, maar zoenen met de jongens uit haar dorp, waaronder de verliefde Toshihiko, kan Mina niet. Daardoor krijgt dat bloed een vreemde erotische lading, ook gesymboliseerd door een rozenblad dat in Mina’s verbeelding op verschillende momenten in de film verandert in een plasje bloed. Mina wordt er een schakel mee tussen seks en de dood. De enige persoon met wie ze zichzelf een erotische liaison toestaat, is een klasgenoot van Toshihiko die vastbesloten is voor Japan te gaan vechten in de oorlog, en die dus zelf ten dode is opgeschreven.
Naakt paardrijden
Ook Toshihiko heeft een erotische fascinatie voor deze jongen, met wie hij ’s nachts naakt op een paard langs de kustlijn rijdt, alsmede voor een klasgenoot die de tegenpool lijkt van de jonge militair, een Rasputin-achtige monnik die net als Mina dood en seksualiteit in zich verenigt. Samen met hun vriendinnen experimenteren Toshihiko en Mina er op los in de liefde, totdat de harde werkelijkheid niet langer meer buiten te sluiten is. Hun lot wordt hardop betreurd door een groep gedesillusioneerde oudere hoeren, die als een Grieks koor commentaar geven op het onvermijdelijke dramatische einde van de oorlog, waar Japan zich in heeft gestort.
De film duurt drie uur, barst van de surrealistische symboliek en de broeierige erotiek, die door de constant aanwezige dood alleen maar onweerstaanbaarder wordt, is een genot om naar te kijken en is tegelijkertijd heel verdrietig en heel troostend. Obayashi schreeuwt zijn hang naar het leven er bijna letterlijk uit en legt zich tegelijkertijd neer bij het onvermijdelijke van de dood. Dit is zijn laatste film en het is een prachtige, ontroerende afsluiting van zijn waanzinnig mooie oeuvre, zoals Blackstar dat is voor David Bowie’s oeuvre. Het leven gevierd, de dood onder ogen gezien. Wat een mooie film, en wat een geluk voor mezelf dat ik Obayashi’s werk heb mogen kennen. En wat een geluk voor u dat u nu de kans hebt dat ook te doen.
info[at]aichaqandisha.nl
Een reactie op “Hanagatami”