In eerste instantie dacht ik dat het bericht over het overlijden van Bowie een hoax was zoals je wel vaker ziet. Maar al snel bleek het helaas geen hoax te zijn. Mijn eigen reactie daarop verbaasde me eigenlijk: de tranen liepen over mijn gezicht. Ik voelde een oprecht verdriet.
Als twaalfjarig meisje was ik een echte glamrock fan. Ik hield van T-Rex, the New York Dolls en Bowie. De liefde voor Bowie deelde ik met mijn één jaar jongere broer. Samen luisterden we naar de elpees en maakten ruzie over wat nou wel of geen goed nummer was. De posters van Bowie uit de Muziek Express en Popfoto werden voorzichtig van nietjes ontdaan en daarna boven mijn bed gehangen. Kleinere foto’s knipte ik uit en plakte ik in mijn schoolagenda. Iemand die er zo fantastisch uitzag als Bowie hadden we nog niet gezien. En de muziek paste wonderwel bij de tijdgeest. We waren nog aan het knokken om ons te ontworstelen aan de verstikkende burgerlijkheid van de jaren zestig. En voor het hippiedom waren we te jong (en bovendien vond ik daar niets aan).
Onwerkelijk en beeldschoon
Met mijn schoolvriendinnen hield ik Ziggy Stardust-middagen. Dan probeerden we ons net zo op te maken met die bliksemschicht over ons gezicht. Wat een enorme puinhoop werd natuurlijk. Eén jongen die een paar klassen hoger zat had van dat knalrode, rechtopstaande haar. We waren allemaal verliefd op hem. Het leek alsof we door Bowie ineens de vrijheid voelden de mafste dingen te kunnen doen. We zouden avonturen gaan beleven. En we zouden ons nooit conformeren aan de kleinburgerlijkheid.
In 1977 ging ik samen met een vriendin naar het concert dat Bowie gaf in de Ahoy Hallen in Rotterdam. Tot nu toe nog steeds één van de meest waanzinnige ervaringen die ik zelf ooit heb gehad bij een concert. Er liepen zoveel prachtige paradijsvogels rond. We hielden elkaar vast en dansten. Bowie was onwerkelijk en beeldschoon op het podium, bijna doorzichtig met zijn haar strak achterover gekamd in een spierwit pak: The thin white duke. Na het concert vielen wildvreemde mensen elkaar huilend in de armen. Ik had van huis uit geleerd om achterdochtig te zijn bij emoties van grote groepen maar die avond legde ik dat naast me neer en baadde me in die golf van liefde die iedereen overspoelde. In de trein terug naar Den Haag zongen we met de hele coupé Starman.
Verdriet en weemoed
Die periode (midden jaren zeventig) zou sowieso altijd mijn lievelingstijdperk blijven wat de muziek van Bowie betreft. De elpees Low, Station to Station en Heroes beluister ik nu nog vaak (op cd dan). Het is muziek die onlosmakelijk verbonden is aan de geschiedenis van de vorige eeuw. Aan rebelsheid, de Koude Oorlog (met de dreiging van de bom), armoede, werkloosheid, opkomend racisme en vooral verzet. Later vond ik Bowie soms minder. Van nummers als China Girl en Let’s dance was ik geen fan, net zoals de duetten met Mick Jagger en Tina Turner. Maar ik verloor hem nooit uit het oog.
Er is al zoveel geschreven over Bowie sinds zijn dood. En vaak gaan de stukken niet direct over Bowie maar over de rol die hij in hun (de auteurs) leven heeft gespeeld. Dat geldt voor mijn stuk ook. Het meest opvallende vind ik dat het gevoel dat ik heb, alsof Bowie met zijn dood mijn jeugd had meegenomen, bij zoveel leeftijdgenoten exact hetzelfde is. Zelf voel ik een vreemde mengeling van verdriet en weemoed die bijna niet te omschrijven is. Zijn dood grijpt me meer aan dan ik ooit van tevoren had kunnen bedenken. Misschien omdat we door de dood van Bowie geconfronteerd worden met onze sterflijkheid. Of op z’n minst met het feit dat we ouder zijn geworden en die rebelse tijd al zover achter ons ligt. We ontdekten Bowie toen de wereld nog aan onze voeten lag en alles mogelijk leek. Nu zijn we meneren en mevrouwen geworden. In mijn eigen geval: een geheel in jaren zeventig stijl mislukte en nog steeds licht rebelse mevrouw, maar wel een mevrouw.
David Bowie is voorgoed weg en daarmee ook een belangrijk deel van de twintigste eeuw. Bowie was misschien één van de laatste bohemiens, een vrije geest. Op één van mijn favoriete sites, Brainpickings, zag ik dat hij op de vraag ‘What do you regard as the lowest depth of misery’ had geantwoord ‘Living in fear’. Behalve het gevoel dat mijn jeugd weg is voel ik ook verdriet en weemoed omdat we dit soort vrije geesten in deze rottijd waarin angst, haat en vertrutting de overhand krijgen, eigenlijk zo hard nodig hebben.
rebecca[at]aichaqandisha.nl
Een reactie op “I.M. David Bowie”