De cocon waarin ik me teruggetrokken heb, is rustig en veilig. Geen vuiligheid meer via Twitter, geen ellendige stukken lezen van mensen die vervuld zijn van gif, me niet meer opwinden over idiote theorieën. Het geeft zoveel rust.
Af en toe sijpelt er op onbewaakte momenten toch wat tussendoor en dan blijkt dat de buitenwereld nog wat verder aan het doorslaan is.
Columnisten die zonder gêne goedpraten dat meisjes met hoofddoek een stage geweigerd worden. Stukjes waarin de selectieve verontwaardiging over menselijk leed verdedigd wordt. Surrealistisch gekrijs omdat Hirsi Ali niet op een of andere lijst staat waarna critici van haar weggezet worden als ratten op links.
Buikspreekpop
Hirsi Ali, destijds een buikspreekpop van verlekkerde rechtse Nederlandse mannen en nu die van conservatieve christelijke Amerikanen. Ze kwam een aantal jaar geleden niet voor niets op het lumineuze idee moslims tot het christendom te laten bekeren. Ze heeft zichzelf bevrijd van het juk van de islam om vervolgens anderen het juk van de christenfundi’s op te leggen.
Je moet tegenwoordig dus een liefhebber zijn van de beroeps-ex moslim om geen rat te zijn. Want, zo zag ik voorbij komen, het is de islam die in wij-zij denkt en polariseert, verziekt en haaitzaait, of wat was het. Verdedigen dat vrouwen met een hoofddoek geweigerd worden, is liefde verspreiden kennelijk. Mensen met kritiek op Hirsi Ali ratten noemen, is een vorm van bruggen bouwen.
De islam bestaat bij de gratie van moslims. Wie de islam veracht, veracht de mensen die het geloof aanhangen. Wie het land wil deislamiseren, zal de moslims moeten verjagen, en wie vindt dat de islam botst op de waarden van de zogenaamde joods-christelijke cultuur, vindt dat moslims hier niet thuis horen. Zo simpel is het.
Verpest door welvaart
Er is van alles mis in de islamitische wereld, maar de mensen daar weten en erkennen tenminste dat het kwaad binnenin zit. In het Westen verdringen apologeten zich altijd om gewelddadige excessen te wijten aan geestesziekten of weg te zetten als uitzondering.
Het kwaad zit binnen iedereen. De een erkent het en probeert het te bestrijden, de ander negeert het en wijst slechts naar de ander, de vreemde, de allochtoon, de moslim. En dus krijg je een land waarin mensen, verpest door decennia welvaart en veiligheid, alle hard bevochten verworvenheden op het spel zetten, om hun eigen racisme maar te kunnen voeden en rechtvaardigen.
En dan gaan ze schreeuwen dat mensen niet zien hoe moslims de vrijheid bedreigen, en dat moslims daarom maar niet moeten klagen als ze afgewezen worden voor stages en aangevallen worden op straat. Ze gooien het gelijkheidsbeginsel overboord en zien niet hoe bitter ironisch dat is. Ze gillen over de vrijheids van meningsuiting maar zodra iemand een onwelvallige mening uit, komt het stoom hen uit de oren en moet de dissident kapot. En iedereen die het niet met hen eens is, is een wegkijker, want wie niet kijkt door dezelfde met haat vervulde bril, is blind.
Ik kijk inderdaad weg. Ik trek die monsterlijke koppen niet die zich hebben opgeworpen als hoeders van de westerse vrijheid. Ik trek mijn cocon nog wat strakker om me heen. Deze rappe teloorgang van de democratische rechtsstaat, het gelijkheidsbeginsel en laatste restjes vrijheid, kan ik niet aanzien.
hassnae[at]aichaqandisha.nl
3 Reacties op “Ik ben een wegkijker”