Vandaag begint in Den Haag het Indian Film Festival. Vijf dagen lang kun je je onderdompelen in Indiase films.
De allereerste Indiase productie die ik me kan herinneren is Dosti, een klassieker uit de Indiase cinema over de onvoorwaardelijke vriendschap tussen een kreupele man en zijn blinde vriend. Vooral mijn vader was een fan van de film die we vroeger heel vaak zagen en die in mijn herinnering eindeloos duurde – toch zeker vier, vijf uur- maar in werkelijkheid slechts tweeënhalf uur blijkt te duren.
Een absolute held uit de Bollywood wereld was voor mij als kind Amitabh Bachchan die supersnelle actiescènes deed, zonder zijn handen te gebruiken op de motor kon rijden, altijd de gevechten won, dat deed zonder dat zijn haar in de war raakte, en altijd met een charmante glimlach op het gezicht. Amitabh was mooi, grappig en de grootste ster.
Zijn status werd eigenlijk alleen (in-)gehaald door zijn jongere opperconcurrent Sharukh Khan, de superster van Bollywood die ik voor het eerst zag in mijn hartverscheurende favoriet Devdas en die tegenwoordig ultracoole actiefilms maakt. Amitabh Bachchan is tegenwoordig bezig met zijn tweede carrière als enorm populaire presentator van het programma Who wants to be a millionaire.
De Indiase filmindustrie is uiteraard meer dan Bollywoodiaanse actie en koddige zang-intermezzo’s, er zijn bijzonder interessante producties waarvan sommige je echt onder de huid gaan zitten, zoals het aangrijpende Earth over de bloedige afscheiding tussen India en Pakistan. Ook het alternatieve circuit biedt interessante films die de moeite zijn.
Nu weet ik niet of er actiefilms te zien zullen zijn op het Indiase Film Festival, maar om een beetje in de smaak te komen, een van mijn favoriete en tegelijk meest bizarre scènes uit de filmindustrie. Vergéét Hollywood, dit is het echte werk!
hassnae[at]aichaqandisha.nl