Alhoewel ik altijd heel erg in politiek geïnteresseerd ben geweest neemt die belangstelling in rap tempo af. Iedere keer als je je neus snuit is er weer een idioot die zo nodig een politieke partij moet oprichten. Straks, na de verkiezingen in maart 2017, zullen 65 partijen om de tafel moeten gaan zitten om tot een coalitie te komen en zullen er nog eens 65 hun gedoogsteun moeten toezeggen. De politieke chaos die je vroeger had in Italië en waar wij hier in Nederland altijd een beetje meewarig om moesten grinniken is hier nu ook dagelijkse kost geworden.
Wat al die nieuwe partijen nu allemaal willen is me een raadsel. Althans, ik weet het wel maar het voegt eigenlijk niet zo heel erg veel toe aan wat de bestaande partijen al doen. Zo willen ze bijvoorbeeld vaak en veel referenda houden waar bijna niemand op af komt want dat is namelijk een feestje van de democratie. En verder willen ze gewoon hetzelfde als de PVV: grenzen dicht, Europa weg en vooral geen vluchtelingen. Want de gebeurtenissen in Aleppo zijn gewoon linkse propaganda. Wat ze verder met Nederland willen is gehuld in nevelen van onduidelijkheid. Natuurlijk willen ze ook een vet salaris als kamerlid en subsidie en wachtgeld. Maar dat zullen ze uiteraard nooit hardop zeggen. Echte politieke idealen hebben ze niet. Het zijn allemaal mannetjes die hun zin niet krijgen en nu als stampvoetende kleine kinderen proberen hun gelijk te halen.
Enge kookluchtjes
Bij iedere aankondiging van een nieuwe partij doemt het beeld op van Wim de Bie als de partijleider voor de Partij Tegen Enge Buren. Buren met enge kookluchtjes. ‘Wij zijn een jonge partij maar vrezen de regeringsverantwoordelijkheid niet’ zegt De Bie met een nasale stem. Je hoort het Roos, Dijkgraaf en Baudet bijna zeggen. Want dat is exact het leitmotiv van al die rare nieuwe partijen. Wat hen bindt is de afkeer van buren met enge kookluchtjes. De buitenlanders die onze huizen en banen inpikken en onze vrouwen verkrachten. En omdat ze vinden dat de huidige politiek niet voldoende doet om die Enge Buren buiten de deur te houden moeten ze het zelf maar gaan doen. Vinden zij.
‘Ik vind u buitengewoon eng’ zegt Kees van Kooten in zijn rol als interviewer tegen partijleider Wim de Bie. Die ontsteekt door die opmerking in woede en schreeuwt dat hij helemaal niet eng is. ‘Ik ben niet eng! Ik ben niet eng! Ja, in mijn zwembroek, dan ben ik eng!’
Konden we ook maar zo lachen om die enge idioten in de Nederlandse politiek.
rebecca[at]aichaqandisha.nl