’s Nachts als iedereen slaapt…

boulevard de clichy

Omdat het de laatste week erg warm is geweest en ik precies onder het dak woon is de temperatuur in mijn huis niet te harden. Niet dat je mij hoort klagen over het warme weer, het is alleen jammer dat mijn huis niet afkoelt.

Om die reden zit ik nu bijna elke avond (nacht) nadat ik geschreven heb op het balkon met een fles wijn en een pakje sigaretten. Vanaf mijn balkon heb ik prima uitzicht op de straat waar tot heel erg laat van alles gebeurt. Zo zie ik mijn junk overbuurman thuiskomen op zijn vreemde fiets die lijkt op een Easy Rider-motor. Hij slingert als een gek en slaakt voortdurend onverstaanbare kreten die kwaad klinken. Als hij met veel misbaar zijn fiets heeft geparkeerd loopt hij naar het jonge boompje voor zijn huis. Daar gaat hij dan tegenaan pissen. Vaak duurt dat zo lang dat ik vrees voor zijn nieren. Daarna stapt hij zijn huis binnen en slaat met een enorme dreun de deur dicht. Binnen hoor ik hem dan nog gedempt verder schelden. Al met al is dat best mysterieus. Is zijn plee kapot of heeft hij er geen? Vragen.

Nu.Is.Het.Oorlog!
Soms komen er andere junks bij hem op bezoek. Die beuken op zijn voordeur terwijl ze met hese stem zijn naam roepen. ‘Doe open!’ hoor ik dan. Vaak doet hij dat, maar soms hoor ik hem ineens ‘Nee!!’ van achter de deur schreeuwen. De afgewezen junk druipt dan teleurgesteld af. Een paar dagen geleden kwam één junk naar buiten om er achter te komen dat zijn gejatte fiets gejat was. ‘Nu is het oorlog’ hoorde ik hem een paar keer achter elkaar lispelen. Plotseling keek hij omhoog richting mijn balkon. Ik hield me stil. ‘Nu.Is.Het.Oorlog!’ schreeuwde hij. Ik heb maar niet gezegd dat ik had gezien dat zijn fiets door een andere junk gepikt was. Ik hou niet van oorlog. Mokkend verdween hij in de nacht.

Dan is er af en toe een piepkleine auto die rond een uur of 1 in de straat parkeert. Er stappen drie jongens uit. De chauffeur is zo boomlang dat ik vermoed dat hij met zijn oren tussen zijn knieën achter het stuur zit. Ze nemen plaats op het bankje onder mijn balkon. Na een tijdje hoor ik dan doffe klappen en het geluid alsof er een ballon leegloopt. Daarna giechelen ze alle drie als stomme meisjes die één glas rosé teveel hebben gedronken. Na eindeloos getuur kwam ik erachter wat ze nou aan het doen waren. Ze zaten aan het lachgas. Als ze een stuk of 4 ampullen (heet dat eigenlijk wel zo?) hebben verorberd lopen ze weer naar de auto, stappen in, de chauffeur vouwt zich achter het stuur en ze rijden weer weg.

Drie duistere figuren
Twee dagen geleden regende het zachtjes. Ik zat veilig onder mijn afdak en voor mijn ogen speelde zich een film van Jim Jarmusch af, met camerawerk van Robby Müller. Mijn junkoverbuurman kwam thuis met in zijn kielzog twee kameraden. Ze sjokten achter elkaar aan in de regen. Gekleed in grote, donkere plastic capes. Mopperend. Vlak voor mijn huis kregen de drie duistere figuren ruzie met elkaar. De fietsen werden neergesmeten en er werden enkele rake klappen uitgedeeld. Even snel als het begon was het ook weer afgelopen. De maan verdween achter een regenwolk. Ze zetten hun fietsen weg. De buurman piste weer tegen de jonge boom, zijn twee vrienden tegen een muurtje. Daarna verdwenen ze het huis in. ‘Night on Earth’ dacht ik meteen. Mijn favoriete scène met de dronken Finse taxichauffeurs in Helsinki. Zoiets had zich live voor mijn ogen afgespeeld.

Mensen weten echt niet wat ze missen ’s nachts.

Rebecca

rebecca[at]aichaqandisha.nl