Een pas afgestudeerde vrouw moet voor haar nieuwe baan elke dag met de trein reizen. De eerste dag zit er tegenover haar een oudere man. Terwijl hij een krant leest, bromt hij af en toe. Dan spreekt hij haar aan, beschuldigend wijzend op de krant:
‘De spoorwegen moeten een percentage van de treinen op tijd laten reizen. Daar falen ze in en om de boete te ontlopen, passen ze bij elk vlokje sneeuw de dienstregeling aan. En wij maar in de kou wachten op een trein. De treinen die wel rijden zijn zo druk dat de NS wel lijkt op een kind dat kijkt hoeveel patat het in één keer in zijn mond kan stoppen. Maar dát vinden de heren niet belangrijk, want minder treinen, zijn ook minder treinen die te laat kunnen zijn.’
Boos
De vrouw gaat met de man mee in zijn gemopper. Het is tenslotte maandagochtend en iedereen vindt dat de spoorwegen oneerlijk zijn. De man, ogenschijnlijk genietend van het mopperen steekt opnieuw van wal:
‘Ik heb wel eens gezien dat er drie mensen achter elkaar een boete kregen. Bij controle had de eerste geen kaart bij zich. De conductrice zei daarop dat hij een boete kreeg omdat hij niet kon bewijzen dat hij had betaald. De tweede reiziger liet zijn OV-chipkaart meteen zien. De conductrice zei dat hij niet goed was ingecheckt. De conductrice zei daarop dat hij een boete kreeg, omdat hij niet kon bewijzen dat hij had betaald. De tweede mopperde, omdat hij vaak tien euro kwijt was vanwege het niet uitchecken en daar nooit wat van terug zag. Toen liet de derde zijn kaart zien. De conductrice zei dat de kaart niet goed werkte. De reiziger protesteerde dat dit al de derde keer was dat zijn kaart niet meer werkte. De vorige twee keer was hij pas na veel moeite erin geslaagd zijn geld terug te krijgen en nu was hij wéér vijftig euro kwijt. De conductrice meldde dat hij een boete kreeg, omdat hij niet kon bewijzen dat hij had betaald. Boos riep hij dat de reiziger altijd een boete krijgt als hij een fout maakt maar als de spoorwegen een fout maken, is de reiziger ook zijn geld kwijt.’
Burgerlijke ongehoorzaamheid
De man moppert verder dat hij bijna nooit personeel ziet in de trein. Je moest alleen maar betalen, verder niks. Geldklopperij. De vrouw vraag hoe vaak er dan gecontroleerd wordt op deze lijn. De man antwoordt dat hij minder dan eens per maand een conducteur ziet. De vrouw dacht hardop. De ritten waren zo duur voor haar, dat als ze minder dan eens per week gepakt werd, ze goedkoper uit was dan kaartjes kopen. De oude man moet lachen. Burgerlijke ongehoorzaamheid tegen het corrupte establishment! Dat deed hij vroeger ook! Wat een heerlijke wraakactie zou dat zijn! Vanaf de volgende dag besluit de vrouw zwart te gaan rijden.
De eerste dag zit de vrouw gespannen in de trein. Bij elke halte denkt ze dat er een conducteur in zal stappen, maar ze komt ongecontroleerd aan. Tevreden denkt ze aan het geld dat ze uitgespaard heeft. De tweede dag gaat het mis. Ze stamelt haar adres tegen een vriendelijke conducteur, en geeft geen antwoord op de vraag waarom ze niet betaald heeft. Die ene keer per maand kwam net op de tweede dag.
Jeugd van tegenwoordig
Jammer genoeg is het de derde dag weer raak, en de vierde dag opnieuw. De vijfde dag komt ze de oudere man weer tegen op het perron. Geïrriteerd vraagt ze hoe hij erbij kwam dat er nauwelijks gecontroleerd werd. De oudere man antwoordt dat hij toch echt zelden een conducteur zag. Ze had gewoon pech gehad, er was volgens hem net deze week een speciale actie tegen zwartrijders.
De vrouw neemt zich voor om nog een week zwart te rijden, maar nadat ze direct op de eerste reis van de week een boete krijgt, besluit ze het alleen die dag nog op de terugreis te proberen. Na vijf minuten is stapt er een norse conductrice binnen, en is moet ze haar persoonsgegevens weer opsommen. Dan hoort ze twee rijen achter haar een bekende stem hardop mopperen. Die jeugd van tegenwoordig, die is niet te vertrouwen. Dat was vroeger wel anders, toen was je eerlijk. En zo dom ook, want iedereen weet toch dat er bijna elke dag op deze lijn gecontroleerd wordt?
info[at]aichaqandisha.nl