Het was maandagochtend negen uur en ik had voor het eerst via een nieuwe opdrachtgever een tolkopdracht aangenomen bij een forensisch psychiater. Het ging om een gesprek in het Frans, dat was de enige informatie ik had gekregen. In de beginjaren tolkte ik ook regelmatig in het Frans tot ik besloot het bij Arabisch en Engels te houden.
De psychiater stelde zich voor, ik gaf de meneer voor wie ik moest tolken een hand en voor ik het wist, deed hij in detail uit de doeken hoe hij zijn stiefdochter had misbruikt en vertaalde ik letterlijk wat hij zei. Het viel koud op mijn dak. Terwijl ik van binnen onpasselijk werd en me afvroeg wat ik daar deed, tolkte ik met een ogenschijnlijk vanzelfsprekend gemak voor de beide heren.
Hypergeheime gesprekken
Dat gemak sloop er al heel snel in. Sneller dan ik dacht stompte ik af en vertaalde en tolkte de naarste zaken, nachtmerrie-achtige ontvoeringen en hypergeheime gesprekken en verliet altijd weer opgelucht de werklocaties, dankbaar voor mijn relatief onbezorgde bestaan. Ik kon alles loslaten, de ontmoetingen met zware criminelen, de aangrijpende gesprekken die ik te verstouwen kreeg.
Maar inmiddels ben ik er al een paar jaar uit. Af en toe tolk ik nog voor vluchtelingen, ik vertaal soms een boek, maar het zware politiewerk, de rechtszittingen doe ik niet meer. Dus toen ik vanmiddag even in Utrecht liep en daar een uit de hand gelopen tafereeltje zag met de politie, was ik meteen van slag.
Negroïde
Wat was het probleem: kennelijk had een jongen een artikel voor de verkeerde prijs afgerekend. De winkelbediende was hem achterna gegaan, vroeg of hij alsjeblieft mee terugging, maar dat ging niet zomaar. De jongeman had uiteraard dat stoer-onoverwinnelijke dat pubers wel vaker hebben. Zijn vriend stond erbij en voor ik het wist, werden de stemmen luider en gingen de hakken dieper in het zand, want hij had afgerekend, dus wat was nou het probleem.
Niet zoveel later liep ik terug en zag twee politiewagens en liefst vier agenten die de vriend van de jongeman aanhielden. Vijftig meter verderop stonden nog eens twee wagens met vier agenten bij de desbetreffende jongen en de winkelmedewerker. De tiener werd uiteindelijk geboeid meegenomen, zijn vriend mocht gaan nadat de agent de winkeljongen had gevraagd ‘de negroïde heb je niks tegen?’ Negroïde.
Brandmerken
Het incident liet me niet los. Een jonge tiener moest geboeid en wel mee naar een politiestation om een verkeerd prijskaartje en hoewel ik weet dat hij daarna wel vrij zal zijn gelaten, knaagde het aan me. Dit had ook anders aangepakt kunnen worden. Ik hoorde de jongen tegen de winkelmedewerker zeggen dat hij wel mee zou gaan om het op te lossen, maar daarvoor was het kennelijk te laat.
En nu komt hij natuurlijk in de statistieken. Om een verkeerd prijskaartje. Hij is geboeid meegenomen om een verkeerd prijskaartje. Omdat hij te stoer wilde zijn, omdat hij kennelijk niet had gedacht dat er politie bij zou komen, omdat zijn jonge ego zich wilde laten gelden. Zo ontzettend zonde. Het had anders aangepakt kunnen worden. Maar dan wel met agenten die de sociale intelligentie hebben om bepaalde zaken buiten het politiebureau op te lossen zonder de behoefte mensen te brandmerken.
hassnae[at]aichaqandisha.nl