X-Men: Apocalypse

xmen apocalypse

In de superheldenfilm Deadpool, waar ik meer plezier aan heb beleefd dan ik had verwacht, wordt de hoofdpersoon door twee X-mannen meegenomen naar hun hoofdkwartier, de X-mansion, naar hun leider professor Xavier. “Is het Patrick Stewart of James McAvoy”, vraagt Deadpool. “Ik raak in de war door al die verschillende tijdlijnen.”

Dat had ik ook bij de nieuwe X-Men film: Apocalypse, die net in première is gegaan. Xavier werd eerst gespeeld door Patrick Stewart, daarna door James McAvoy omdat de verhalen zich opeens afspeelden in de jaren zestig en zeventig, met een jonge Xavier, en in de vorige X-Men-film, Days of Future Past, gingen we heen en weer van het heden naar de toekomst naar het verleden.

Daarnaast zijn er de Wolverine-films, die geacht worden zich in hetzelfde universum af te spelen als de X-Men, maar waarin er nogal met de continuïteit wordt gerommeld. Zo was de mutant Sabretooth in de eerste X-Men-film een totaal ander wezen dan de Sabretooth die gespeeld werd door Liev Schreiber in de tweede Wolverine-film.

Brave New World
Zelf heb ik de X-Men als 10-jarige leren kennen in de strips, heb die daarna twintig jaar lang intensief gevolgd en ik herken de verhaallijnen die in de films worden gebruikt, maar daarin wordt alles door elkaar gegooid. Inmiddels weet ik niet meer wat ik me nou uit de strips herinner en wat uit de vorige films en dat, lieve lezers, maakte het voor mij een beetje moeilijk om alles te volgen in Apocalypse.

Dat is niet heel erg, want het is nogal een standaard superheldenverhaal: een god-achtige schurk wil alle beschavingen van de kaart vegen om een Brave New World van mutanten te kunnen vestigen, recruteert vier mutanten, waaronder Michael Fassbenders Magneto, om die klus te klaren en vindt Xaviers X-men tegenover zich. Cruciaal is dan, zoals ook in de laatste twee of drie X-men-films, om Magneto van de Dark Side aan de kant van de Force of Light te krijgen, wat steeds moeilijker wordt, want God, die man kan geen stap zetten of er worden weer dierbaren van hem vermoord door nazi’s en soortgelijk tuig. Ik zou allang niet meer naar Xavier hebben geluisterd en oudtestamentisch hebben huisgehouden, als ik Magneto’s krachten had gehad.

Perfect getimed
Die vorige X-Men-films vond ik een beetje lijden onder het enorme aantal personages. Dat probleem heeft Apocalypse niet meer. Het verhaal concentreert zich op een handvol X-mannen die elk, perfect getimed, voldoende worden uitgediept om het boeiend te houden, maar ook weer niet zo, dat het ten koste gaat van het plot en de actie. De leukste scenes zijn wat mij betreft die met Quicksilver, zoon van Magneto maar dat weet Magneto niet, die zo snel is dat iedereen om hem heen lijkt stil te staan waardoor hij met groot gemak in zijn eentje een heel gebouw kan ontruimen tijdens een explosie, en zelfs nog de tijd vindt voor een slokje Dr. Pepper tussendoor, een practical joke of om uiting te geven aan zijn walging over een heerschap dat tijdens de explosie op het punt stond zijn tong in de mond van een dame te steken.

Heel grappig. En Jean Grey, wier volwassen versie gespeeld werd door Famke Jansen en in deze film door Sophie Turner, Sansa Stark in Game of Thrones, bouwt mooi gedoseerd de climax op aan het eind van de film, waarin zij een cruciale rol speelt. Ook de charismatische Jennifer Lawrence is weer van de partij. Waar die de tijd vandaan haalt is me een raadsel want ik zie haar in zowat elke Amerikaanse block-buster én cultfilm die ik kijk.

Bombastisch
De film is bombastisch, en dat hoort zo, maar een stuk overzichtelijker dan bijvoorbeeld de tweede Avengers-film, die ik een zooi vond. En het tempo zit er goed in, zodat je geen last krijgt van het feit dat ook deze film, net als Captain America: Civil War en Superman versus Batman, een dikke tweeënhalf uur duurt.

Er zijn wat minpuntjes. Sommige actiescènes zijn ronduit knullig. Cyclops en Beast die van en op gebouwen springen deden me denken aan Tita Tovenaar. De actiescene met Wolverine (die heeft aanmerkelijk minder play-time dan Spider-Man in Civil War), die een klein legertje soldaten aan reepjes snijdt, is bij het slome af. Dat viel me al vanaf de eerste X-Men-film op, dat het sterke punt van regisseur Bryan Singer, die geloof ik alle X-Men-films heeft gedaan, niet het filmen van actiescenes is.

Superduper IMAX
Ook zijn er van die dingetjes die telepaten in films altijd doen, bijvoorbeeld hun duim op hun wijs- en ringvinger drukken en bij hun slaap houden als ze hun mentale krachten gebruiken, zodat je als kijker weet: o, die is haar mentale krachten aan het gebruiken. Dat vind ik stom en onnodig.

Maar dat zijn details. X-Men: Apocalypse is een geslaagde superheldenfilm waarin de superduper IMAX-projectietechniek, haarscherpe resolutie en dito diepte, volledig tot haar recht komt. Inmiddels weet ik wel dat je bij een IMAX-film een beetje achterin de zaal moet gaan zitten. Mijn favoriete plek in de bioscoopzaal is zo’n vier à vijf rijen van voren, in het midden, zodat je blikveld met niets anders dan het scherm wordt gevuld.

Maar bij IMAX is dat te dichtbij. Als de camera dan bijvoorbeeld langs een rij vechtende mensen scheert, is het effect hortend en stotend, alsof de film hapert. Dat is jammer. Maar wanneer een personage vanaf een hoog gebouw de diepte inspringt, is het effect vrij spectaculair, vooral voor iemand met hoogtevrees, zoals ik.

X-Men: Apocalypse draait sinds gisteren in de bioscoop.

Peter

info[at]aichaqandisha.nl