Toen ik begon te lezen in de eerste bundeling van Jupiter’s Legacy, van de immens populaire schrijver Mark Millar, bekend van de blockbusterfilms Kick-Ass en Kingsman, kreeg ik een slecht gevoel. De strip lijkt op het eerste gezicht een zoveelste nieuwe benadering te zijn van het superheldengenre. Sinds de jaren tachtig worden we ermee doodgegooid. Frank Miller begon ermee, toen hij Batman een grimmige, apocalyptische dimensie gaf met The Dark Knight Returns, Alan Moore voorzag superhelden van een politiek-filosofische laag en Grant Morrison ging op de psychologisch-poëtische toer.
Millar zelf combineerde in Kick-Ass de fantasie en humor van de eerste Spider-Man- en Fantastic Four-verhalen met de rauwe werkelijkheid: de adolescent die een kostuum aantrekt om misdaad te bestrijden, beleeft geen spannende avonturen zoals Peter Parker/Spider-Man maar eindigt levensgevaarlijk gewond in het ziekenhuis.
Lezers weggejaagd
Ik ken Millar uit de tijd dat hij nog door-de-weekse scenario’s leverde aan Marvel en ben geen fan. Jupiter’s Legacy kocht ik vanwege de tekeningen van Frank Quitely, die veel met Grant Morrison samenwerkte. Quitely heeft een zeer herkenbare eigen stijl die radicaal afwijkt van de op Jack Kirby geënte popstijl van bijvoorbeeld John Romita Jr. en Frank Miller, en die meer de richting opgaat van klassieke kinderboekenillustrators.
Zo, en nu ik alle lezers weggejaagd heb en alleen u en ik nog over zijn, zal ik even kort mijn aanvankelijke bezwaren tegen Jupiter’s Legacy opsommen: wéér een heruitvinding van het superheldengenre, waarbij dit keer, in de jaren dertig, een groepje idealistische avonturiers naar een kunstmatig eilandje voor de kust van Marokko afreist en daar superkrachten ontvangt van buitenaardse wezens.
Niet bijster origineel, en de tekeningen van Quitely worden steeds priegeliger, dus dat viel me ook tegen. Hij heeft overduidelijk teveel tijd gekregen voor zijn pagina’s (voor Marvel en DC werken betekent moordende deadlines en ik heb ontdekt dat veel tekenaars (en veel tekenaars ook niet) juist dáárdoor grote hoogten bereiken, door met een minimum aan inktstreken een maximum aan effect te bereiken.
Popsterrenstatus
Maar hier is Quitely maar aan die pagina’s blijven sleutelen, zodat de tekeningen een overvloed aan details bevatten en dat vind ik nooit een goed idee voor een strip. Dat haalt de vaart uit het verhaal.
Bovendien is Quitely eigenlijk niet zo goed in gezichten. Die zwakte probeert hij in Jupiter’s Legacy weg te moffelen met allerlei gemier met lijntjes en schaduwen waardoor die gezichten alleen maar onnatuurlijker worden. Een soort James Ensor-maskers krijg je dan.
Het verhaal begint een beetje met horten en stoten. Die avonturiers gebruiken hun superkrachten om de wereld veiliger en beter te maken en op een gegeven moment is er weinig meer voor ze te doen. Ze krijgen kinderen met superkrachten, die volwassen worden en een soort popsterrenstatus krijgen met bijbehorend onverantwoordelijk gedrag.
De leider van de superhelden Sheldon, een soort Superman maar met een baard, ziet dat het ambt van superheld zo een beetje zijn glans verliest. Het is een man met een verheven ethiek, die zich altijd keurig afzijdig hield van politiek.
Dat is echter steeds moeilijker vol te houden in een wereld die steeds verder afglijdt als gevolg van de mondiale economische crisis. Sheldons broer Walter, eveneens behept met superkrachten, denkt die crisis op te kunnen lossen maar Sheldon verbiedt hem in te grijpen. Walter spant daarom samen met Sheldons zoon, die ook lijdt onder zijn veeleisende vader. Ze besluiten Sheldon en zijn vrouw uit de weg te ruimen en een nieuwe orde te vestigen.
Religie verboden
En dan begint het echt heel intens en spannend te worden. Sheldon en zijn vrouw worden vermoord in een dramatische actiescene, echt subliem geschreven én door Quitely in beeld gebracht, maar Sheldons dochter, zwanger van de zoon van één van Sheldons aartsvijanden, weet te ontsnappen en samen met haar zoon en zijn vader houden ze zich jaren schuil in Australië, terwijl haar oom en broer een fascistisch regime vestigen waar religie is verboden.
Jupiter’s Legacy is dan zo zenuwslopend goed dat ik de rest van het boek in één ruk heb uitgelezen. Het verhaal is op zich niet heel ingenieus, het is zelfs behoorlijk voorspelbaar, maar de personages zijn goed geschreven (je bent geneigd begrip te hebben voor Walter en Sheldons zoon en Sheldon is inderdaad een autoritaire droogkloot die zich moreel verheven voelt) en de actiescènes zijn werkelijk subliem.
Helaas laat de tweede bundel nog even op zich wachten. Dit eerste boek bevat de eerste zes afleveringen van de serie, uitgegeven door Image Comics, twintig jaar geleden opgericht door ontevreden Marvel-tekenaars. Ik weet niet wanneer het tweede deel uitkomt. Er is een spin-off, Jupiter’s Circle, ook geschreven door Millar (getekend door Wilfredo Torres) maar dat is een prequel. Ik hou eigenlijk niet van prequels, want ik wil altijd weten hoe een verhaal verder gaat, niet wat er, bij nader inzien, aan vooraf ging.
Hoe dan ook, ik raad dit boek van harte aan. Het was alweer een tijdje geleden dat ik me zo met een strip heb vermaakt.
info[at]aichaqandisha.nl
Een reactie op “Zenuwslopend goede superheldenstrip”