De hittegolf

man in hospital bed k

Het flatje waar ik woonde zoemde van de ventilatoren die ik strategisch had opgesteld; er was sprake van een hittegolf die alle records brak. Maar het mocht niet baten, er was geen ontkomen aan. Ik ging naakt op mijn rug in bed liggen, met mijn knieën opgetrokken, om zo het zwakste deel van mijn lijf met een ventilator te verkoelen. Toch voelde ik iets groeien. Nee, niet mijn geslacht, was het maar zo. Het waren aderen die God in al zijn wijsheid precies daar had geplaatst waar je ze beter niet kan hebben.

Ze jeukten en ze staken. En ze zwollen op. Groter en groter. Ik wist het zeker, er zouden records worden gebroken. Ik liep naar de koelkast en pakte een paar ijsblokjes uit de vriezer om het leed enigszins te verkoelen. En een flesje bier, om het leed te benevelen. Ik onderdrukte de aandrang om een verkoelend bierflesje in mijn aars te steken. Want ze zwollen op. En het werd al maar heter.

Mijnheer in doktersjas
De nacht was broeierig, ik probeerde te slapen, maar het gezoem van de ventilatoren hield me wakker, maar liever dat dan de hitte die me wakker houdt. De volgende ochtend werd ik wakker, badend in het zweet. De ventilatoren zoemden niet, alles was stil, doodstil; de stroom was uitgevallen. Om niet gek te worden nam ik een zo koud mogelijke douche.

Op de tegels in de douche druppelde bloed, mijn bloed, blijkbaar waren mijn aambeien gaan bloeden. Ik observeerde het zaakje, zo goed en zo kwaad als het ging, gebukt in de spiegel. De douchedeur ging open. Een kleine mijnheer in doktersjas kwam binnen om samen met mij de schade op te nemen.

Bloedzuigers
De dokter keek me streng aan en haalde een mesje uit zijn dokterstas: ‘nu even flink wezen.’ De dokter sneed met een handige beweging de aambeien weg en vertrok. Het bloed stroomde nu uit mijn achterwerk. Ik probeerde alles weg te spoelen, maar het had geen zin, het bloed bleef maar stromen. Een lange mijnheer kwam binnen, hij had een weckfles bij zich met daarin zwarte beestjes: ‘Dat zijn bloedzuigers mijnheer.’ Ik bukte om de beestjes te laten plaatsen. Voor iedere afgesneden aambei een bloedzuiger. En God, wat was het heet. Het bloed stroomde niet langer en opgelucht kon ik al het bloed wegspoelen.

De bloedzuigers zwollen op en ze staken en ze jeukten. De ventilatoren sprongen weer aan, de stroom was terug. Opgelucht ging ik met opgetrokken knieën op bed liggen. Een zuster kwam kijken, ter controle. Ze stak een thermometer in mijn bips om mijn temperatuur op te nemen: ‘Meer dan 40 graden mijnheer en God wat is het heet.’ Ze trok haar kleding uit en bukte zich: ‘Wat vind u van mijn aambeien?’ Ik schrok wakker, badend in het zweet, de ventilatoren zoemden en ik had het warm, veel te warm.

Bierflesje
Was ik nu echt wakker? Ik twijfelde, de vorige keer dat ik wakker werd was ik immers ook niet wakker. Ik besloot mijn bips eens te inspecteren. Ik hurkte boven mijn scheerspiegel en zag 3 opgezwollen bloedzuigers kronkelen. Ik moet zeggen dat ik er behoorlijk van schrok: Droom ik nog steeds of ben ik mijn verstand aan het verliezen?’ De zuster kwam binnen en stuurde me terug naar bed: ‘U heeft hoge koorts en u moet rusten.’

Toen ik wakker werd lag ik in het ziekenhuis. Het was er aangenaam koel en de zuster die eerder haar aambeien wilde tonen gaf me een koortsthermometer die ik in mijn bips mocht steken. Ze glimlachte vriendelijk en vroeg me of alles goed was. Ik knikte instemmend en vroeg haar hoe ik hier terecht was gekomen: ‘U had veel bloedverlies en hoge koorts mijnheer.’ Ik vroeg haar hoe het met mijn aambeien zat: ‘U heeft geen aambeien mijnheer, wel hebben we een bierflesje chirurgisch uit uw bips moeten verwijderen. Mocht u de neiging hebben dat ooit weer te doen, mag ik u dan beleefd aanraden eerst de dop te verwijderen?’

Defrysk

Dit is deel drie van Aicha Qandisha’s Zomerse Verhalenwedstrijd. Elke dag staat er een nieuwe bijdrage online. Het beste verhaal wint een Aicha Qandisha prijzenpakket. Hier kun je de overige inzendingen lezen.

Een reactie op “De hittegolf