Aanstelsters

hysteria

‘Ach Amélie, mij is iets vreselijks overkomen vandaag. Een man wenste mij goedendag en roemde mijn schoonheid. Welk een brutaliteit! Breng mij het flesje vlugzout. Ik voel een flauwte opkomen.’ Eline zal zich na deze opmerking op de sofa vlijen en dagenlang koortsig en ijlend doorbrengen. Zal zij deze slag te boven komen?

Enfin, deze scène speelde zich in mijn hoofd af nadat ik het inmiddels beruchte filmpje had bekeken van een vrouw die tien uur lang met een verborgen camera door een stad wandelt. Volgens de inleiding kreeg ze voortdurend intimiderende opmerkingen naar haar hoofd geslingerd. Het enige dat ik zag, was een aantal heren die haar vriendelijk goedendag of goedenavond wensten. Sommigen floten en zeiden dat ze haar mooi vonden. En twee eikels gedroegen zich als mannen die alleen seks hebben achter hun computer met een flinke doos Kleenex naast zich.

Slachtoffer
Het filmpje irriteerde me. Was dit nou wat honderd jaar vrouwenbeweging ons gebracht had? Daar zijn we dan mooi klaar mee. Blijkbaar zijn we een groep aanstelsters geworden die niets meer kunnen hebben. Het lijkt mij niet zo’n probleem om een man die ‘goedendag’ zegt een prettige dag terug te wensen. Tegen een man die naar je fluit kun je lachen of je kunt hem negeren. Hetzelfde geldt voor gemaakte opmerkingen. Of je zegt gewoon iets terug. Maar gedraag je in godsnaam niet als een slachtoffer. Communicatie hoort nu eenmaal bij het intermenselijk verkeer. Het zal een gezellige boel worden als iedereen over straat loopt zonder de ander te zien. Laat staan aan te spreken.

Begrijp me goed: ik heb het uiteraard niet over getraumatiseerde vrouwen die verkracht zijn of het slachtoffer zijn (geweest) van fysieke- of psychische mishandeling. Ik heb het over vrouwen die werkelijk overal een punt van maken. Die zich voortdurend tekort gedaan voelen of aangevallen. We zijn geen tere negentiende eeuwse bloempjes die helemaal niets gewend zijn. We zijn vrouwen die studeren, werken, onze eigen keuzes maken. Als we willen dat de straat ons toebehoort zullen we ons die straat moeten toe-eigenen. En dat doe je niet door jankerig te zeiken maar door je vuist te laten zien.

Leuter
Zelf loop en fiets ik al vanaf mijn 13e ’s-nachts alleen over straat. Er is mij (knock on wood) in die 41 jaar nog nooit iets overkomen. Al op jonge leeftijd besloot ik dat ik, hoe bang ik ook zou zijn, mijn angst nooit zou tonen. Ik wilde me niet laten intimideren en van niemand afhankelijk zijn. Als iemand iets tegen me zei schreeuwde ik terug. Als er een vent achter me aan liep bleef ik staan en vroeg hem wat hij moest. Natuurlijk ben ik soms heel erg bang geweest en met knikkende knieën verder gelopen. Maar ik heb ook verschrikkelijk gelachen om de verbouwereerde koppen van mannen die niet verwachtten dat je je niet bang laat maken. Eén keer was ik heel ad rem en maakte het soort opmerking die ik meestal pas achteraf bedenk. Ik werd achterna gelopen door een viespeuk die me zijn leuter ter consumptie aanbood. ‘Het spijt me’ zei ik ‘ik ben Joods en eet geen varkensvlees’.

Maar ik maakte ook leuke en lieve dingen mee. Een auto die voorbij reed met een stel dronken gasten erin die ‘Schoonheid! Kijk je een beetje uit!’ naar me riepen en eindeloos bleven zwaaien. Een jongen die van zijn fiets stapte en een stuk met me meeliep door een doodstil stukje stad. Had ik toen moord en brand moeten gillen? Omdat deze mannen gewoon lief waren en galant?

Kutfilmpjes
Nadat ik over dit onderwerp mijn mening op twitter had gezet reageerde één van mijn volgsters als door een wesp gestoken. Ik zou doen aan ‘victim blaming’, geen begrip hebben voor vrouwen die verkracht waren, meelullen… Mannen zouden, volgens haar, dat soort (seksueel getinte) opmerkingen nooit naar hun hoofd gesmeten krijgen. Toen ik daarop antwoordde dat ik recent een groep jonge vrouwen had gezien die ‘Zoooo! Lekker kontje!’ naar een man schreeuwden ging ze daar niet op in. ‘De positie van vrouwen wordt steeds zwakker’ eindigde ze dramatisch. ‘Mannen hebben het nog steeds voor het zeggen’. Omdat ik geen zin had in een 24-uurs marathon van tweets liet ik het er bij. Maar ik wilde eigenlijk zeggen ‘Fucking hell. Wat een gebrek aan zelfrelativering. Wat een zelfmedelijden. De positie van vrouwen wordt juist zwakker door dit soort kutfilmpjes waarin vrouwen worden afgeschilderd als bange, kwetsbare wezens die blijkbaar doodsbang zijn voor mannen’.

Natuurlijk kunnen bepaalde aspecten in het gedrag van mannen ten opzichte van vrouwen beter (en andersom ook trouwens). Maar daarvoor moeten we wel in dialoog blijven met mannen en ze niet steeds afschilderen als ‘de vijand’. Wees weerbaar, sta open en zie de humor van bepaalde situaties in, in plaats van overal een melodrama van te maken.

There is a special place in hell for women who don’t help other women: laten we ons liever druk maken om vrouwen als Souad Alshammary die is opgepakt vanwege haar inzet voor vrouwenrechten. Moedige vrouwen die een echte strijd moeten voeren. Laten we kappen met ons te gedragen als de verwende prinses op de erwt.

Rebecca

rebecca[at]aichaqandisha.nl