Aicha’s Twaalf: Gijsje van Bentum

Gijsje_02

foto’s: © Annelies Verhelst

Gijsje van Bentum was eerst heel lang chef tekst bij maandblad Elle en inmiddels twee jaar hoofdredacteur van het enorm populaire weekblad Viva. Een fijne no nonsense vrouw met humor die van aanpakken weet en zo haar bijzondere voorkeuren heeft, zo ontdekten we al snel. We durven na vandaag nooit meer ‘toilet’ te zeggen.

Mijn favoriete filmscène is… Gek genoeg het wrede slot van The Sheltering Sky van Bertolucci. Twee hopeloos verliefden trekken de woestijn in. Hoe verder ze gaan, hoe zekerder de dood. In een vaag tentje eten ze rijst met maden, ze moeten wel. Hij sterft de pijnlijke dood van voedselvergiftiging, zij moet hem laten gaan. Ze laat hem achter en vertrekt met een prachtige blauwe man van de woestijn. De scène is vooral stilistisch mooi: het donkerindigo van zijn kleding in contrast met het Saharazand, zijn donkerolijfkleurige huid en zwarte ogen, en het felle licht van de sheltering sky.

Ik wil ooit nog eens naar… Nieuw Zeeland. Als kind droomde ik er vaak over, ik was gefascineerd door het fenomeen tegenvoeters. Alsof we met een grote magneet, de aarde, aan elkaars voetzolen geklonken zijn. Ik ben altijd bang geweest dat als ik naar Nieuw Zeeland ging, ik nooit meer terug zou komen omdat het er té mooi is. Wat ook maar weer blijkt uit Game of Thrones – is er een overweldigender landschap denkbaar? Afijn, ik hou te veel van Amsterdam. Ik wil hier sterven, net als mijn vader en mijn voorouders. Daarom ben ik nooit nooit daadwerkelijk naar Nieuw Zeeland gegaan.

Mijn toilettas is niet compleet zonder… Een diepzwart romig kôhlpotlood van Lancôme. Zonder mijn zwarte ogen vraagt iedereen of ik ziek ben.

Mijn ergste miskoop is… Een zo op het oog mint condition, goudkleurige Audi coupé uit 1978. Ik heb nog nooit zoveel sjans gehad als in dat autootje. Ik werd verblind door z’n schoonheid, naar de motor had ik nooit gekeken. Na een jaar stortte hij in elkaar van ellende. Een wijze les, want ook mijn liefdes blijken vaak grote mankementen te hebben. Kijk altijd onder de kap!

Gijsje_04

Het lekkerste wat ik ooit geproefd heb is… Zacht gestoofde geit op het onbewoonde eilandje Marathi in Griekenland, waar je alleen met een eigen bootje kunt komen. Behalve het fantastische restaurant Pantelis, dat ook kamers voor je heeft als je niet meer kunt varen van geluk, is er niets, behalve vale rotsen en honderd huppelende geiten die van nature gemarineerd zijn met wilde oregano.

Ik was het gelukkigst toen … Ik een puber was. Het eerste orgasme, de eerste zoen, de eerste knallende ruzie. Eerste keren maken zielsgelukkig. De eerste keer met mijn laatste liefde was een ongeëvenaarde, puberale XTC-achtige, vloeibare ervaring. De tranen na het verlies van die liefde voelden als de eerste tranen. Verdrietig, maar ook mooi.

Ik heb het meeste spijt van… Niets. Ik heb nooit oprechte spijt.

Ik ben niet bijgelovig, maar… Ik ben ontzettend bijgelovig! Ik heb een grote verzameling tamata, Griekse zilveren bidprentjes: long, hart, benen, geit, sleutel, boek, man, baby – álles heb ik. Wil ik een huis, dan zet ik een sleutel tegen een porseleinen Maria en brand ik er een kaarsje bij. Heb ik een hoestje, dan zet ik een kaars bij de longen. Als iemand me dwarsboomt, dan schrijf ik zijn naam op een papiertje en stop ik dat in de vriezer. Ik ging laatst de vriezer ontdooien, en er kwamen allemaal mensen uit die ik compleet vergeten was. Zie je, het werkt.

Gijsje_03

Mijn grootste onhebbelijkheid is … Ik rook. ‘Smoking is the longing for repetition’ las ik ooit op een schilderij in het Stedelijk. Het verlangen naar herhaling, de herhaling die het verlangen opwekt. Roken, vrijen, de achtbaan, het perfecte rode jurkje: het is allemaal niet meer dan een onhebbelijk kinderlijk verlangen naar ‘nog een keertje!’.

Ik lieg altijd over… Ik heb geen vast leugentje. Ik overdrijf wel graag. Overdrijven móét, anders wordt het leven nooit een mooi rond verhaal.

Ik kan me niet beheersen als… Er een bak pistachenoten op tafel staat. Ik knaag me gejaagd door zo’n bak heen, het is gênant. Ik hoor niets meer, zie wazig, denk niets meer, raak in een trance. En niemand krijgt de kans op ook een nootje.

Ik zou mijn geliefde dumpen voor… Nou, actief dúmpen niet, maar het helpt de liefde niet als hij koelkast zegt, toilet, vaatwasmachine, en auw-to. Ik, en dertigduizend anderen met mij, spreken een hardnekkig sociolect dat op fanatieke wijze wordt doorgegeven aan onze kinderen. Wij zeggen ijskast, wc, afwasmachine en oo-to. Ik ga over mijn nek als een man zegt dat hij naar ‘het toilet’ gaat.

Gijsje_01

hassnaesignature

hassnae[at]aichaqandisha.nl