Toen ik mijn entree maakte in de prostitutie, omdat ik had besloten dat dat de handigste manier was om iets bij te verdienen naast mijn studie, was ik een tikkeltje een ijzeren feministe.
Ik kon me mateloos ergeren aan de aandacht die vooral uitging naar mijn uiterlijk schoon boven mijn inhoud. Van onze lieve Heer had ik als extra presentje ook nog wat intellectueel talent gekregen in plaats van alleen maar een mooi, lekker lijf en een goeie kop. Hij had er wellicht even niet op gelet niks overbodigs te verspillen aan de verkeerde sekse. Aan de rib.
Voor mij was de boodschap “tais toi, sois belle, en zoog daarna het kroost” er niet een die wilde indalen. Sterker nog, die maakte me des duivels. En ik was ook erg klaar met die constante twijfel of ik op grond van mijn sekse wel een compleet gelijkwaardig mens kon zijn.
Oorlogsmake-up
Daarom was ik een uit principe make-up-loze geworden. Een standaard spijkerbroeken-draagster. Een gympen-adept. Druk in de weer met allerlei intellectueels en semi-intellectueels en niet ten dienste van Meneer. Voor een vrouw als ik waren trouwens ook gelijkgestemde mannen te vinden. Ik hoefde als rebel niet celibaat en zonder fijne relaties door het leven te gaan.
Mijn “onvrouwelijke” voorkeuren waren lastig te rijmen met mijn nieuwe aspiraties in de prostitutie. Ik moest ineens in de netkousen, in minuscule kanten slipjes, en me tooien met -zoals ik het voor mezelf omschreef- oorlogsmake-up om het manvolk te verleiden. Voor de lieve centjes. Iemand voor de kost verleiden, heeft overigens een ander uitgangspunt dan uiterlijk schoon inzetten om een levenspartner te vinden.
Daar moest ik aan wennen. Wilde ik slagen in mijn nieuwe avontuur, moest ik dat deel van mijn vrouwelijkheid dat ik in de ijskast had gestald, weer tevoorschijn halen. Dat betekende het handig aan leren brengen van die oorlogsmake-up, feilloos leren lakken van mijn nagels en, niet onbelangrijk, leren lopen op high heels. Zonder zwikken, en zonder om te vallen.
Sensueel bewegen
Ik legde me dus noodzakelijk toe op het ontdekken van mijn talenten als verleidster en toegewijde minnares. En god, die bleek ik te hebben. Sensueel bewegen, spelen met blikken, het subtiel tonen van een bekoust been op het goeie moment, een terloopse aanraking. Het ego van de beoogde minnaar strelen door vloeiend mee te gaan in een gesprek. Bevestigend of met lichte provocatie, maar nooit in concurrentie met zijn niet te overtreffen grote geest, intelligentie, kennis, humor…. Om nog maar te zwijgen van de kunst van het minnen. Als een Sheherazade leerde ik het beest te temmen door het te vangen met aandacht, waarna ik hem gek maakte van verleiding.
Ik heb er allerminst onder geleden. Ik vond het een geweldige ontdekkingstocht in en met mezelf, en met de andere sekse. Zonder dat die dat altijd wist. De verleiding is voor mij een instrument gebleven, niet een mechanisme waar ik ondergeschikt aan ben geraakt. Dat zelf-onderzoek, en het
cultiveren van mijn toen nog ontdekte talenten hebben mij niet alleen persoonlijk verrijkt, maar ook een prachtige carrière opgeleverd. Bovendien ben ik er milder door geworden naar mannen toe; dankzij het vak heb ik me in hen en relaties verdiept. En dat heeft me dierbare contacten opgeleverd.
Ik sprak eens een actrice over de raakvlakken tussen prostitutie en acteren. Het is een geweldige rijkdom als je, dankzij je werk, je kunt verdiepen in een persoon, in een rol die (deels) buiten jezelf staat. Waar je nooit helemaal in verdwijnt. Waar je vorm aan geeft met een persoonlijke invulling om zo je publiek te vangen en mee te voeren in je verhaal.
Wat jij zelf vindt, doet er niet toe. Het is de overtuigingskracht die telt. De betovering. De ervaring die jij de ander geeft en het contact met het publiek dat van jou zelf wel misschien een completer mens maakt.
Roos Schippers, sekswerker
3 Reacties op “De betovering van prostitutie”