De Petomaan

petomane moulin rouge

Laat een scheet in mijn omgeving en je kunt er zeker van zijn dat er een kinderachtig gegiechel aan me ontsnapt. Ik heb er geen weerstand tegen.

Het laten van winden is iets waar iedereen nogal besmuikt over doet. Dat geheimzinnige maakt het natuurlijk nog lachwekkender. Ik ben een keer bijna gestikt van het lachen toen ik op een toilet in een museum de deur naast me open hoorde gaan en 2 seconden later een knetterend geluid hoorde. Ik moest mijn hand over mijn mond leggen om niet keihard te gaan lachen toen daar ook nog eens een opgelucht gekreun op volgde. Toen ik met betraande ogen mijn handen stond te wassen ging de deur van het andere toilet open. Er kwam een vreselijk deftige mevrouw naar buiten met een ‘Ik was het niet hoor’-gezicht. Hikkend en met kletsnatte handen ben ik het toilet uitgevlucht.

Het werkt allemaal vreselijk op mijn lachspieren. Of het nu een hond is die ruft en vervolgens als een idioot gaat zoeken waar dat geluid vandaan kwam (de dalmatiër Pumpie in mijn ouderlijk huis) of een collega die bukt en ineens het geluid van een trombone reproduceert. Overal krijg ik de slappe lach van. Een van mijn exen maakte het eens heel erg bont door een enorme wind onder de dekens te laten, vervolgens met de dekens te gaan wapperen en opgewonden ‘Moet je ruiken! Moet je ruiken!’ te roepen. Zelf ben ik ook uiteraard ook niet vrij van enige flatulentie. Een vriendin keek me eens met enorme ogen aan toen ik een wat lawaaierig ongelukje had in haar auto. ‘Dat er uit zo’n klein vrouwtje zoveel herrie kan komen’, zei ze verbaasd.

lepetomane

Vanwege deze infantiele liefhebberij was ik dus ook heel erg blij met een boek dat ik een jaar of 25 geleden cadeau kreeg van een vriend, getiteld: De Petomaan. Alleen van de titel schoot ik al in de lach. Het ging over de Franse Joseph Pujol die bijzondere beheersing had over zijn darmspieren. Met dit uitzonderlijke talent besloot hij rond 1890 op te gaan treden in Parijs onder de artiestennaam ‘Le Petomane’.

Pujol kon de Marseillaise, Au Clair de la lune en andere populaire deuntjes uit die tijd ruften. En kaarsen uitblazen met zijn derrière. Ook kon hij met zijn aars enorme hoeveelheden water opzuigen om dat vervolgens over het publiek heen te sproeien. Sommige dames moesten daar zo verschrikkelijk om lachen dat ze flauw vielen. Daarnaast bespeelde Pujol met zijn rectum ook diverse blaasinstrumenten. Toen de Eerste Wereldoorlog in 1914 uitbrak beëindigde Le Petomane zijn carrière. Hij werd bakker en overleed in 1945 op 88-jarige leeftijd.

Het boek ben ik inmiddels helaas kwijtgeraakt. Uitgeleend en nooit meer teruggekregen. Vaak kijk ik nog in tweedehands boekwinkels en op markten of ik het misschien toch nog ergens kan vinden. Mijn hoop is gevestigd op een uitgever die het opnieuw zal willen uitbrengen. Ik zal het boek dan onmiddellijk kopen. Stiekem verheug ik me nu al op het herlezen van de Petomaan. Want om verhalen over scheten kun je niet vaak en hard genoeg lachen.

signatuur rebecca

rebecca[at]aichaqandisha.nl

2 Reacties op “De Petomaan