Een komkommer offeren in Tokio

utamaro-kitagawa

Utamaro Kitagawa, foto’s © Peter Breedveld

Al jaren ben ik in de ban van zogenaamde yokai. Yokai zijn spoken, monsters, geesten, demonen, engelen en dieren die van gedaante kunnen wisselen om mensen voor de gek te houden. Het zijn eeuwenoude folkloristische figuren die nog altijd diep zitten ingebakken in de moderne Japanse psyche. Ze zijn echt alomtegenwoordig en maken deel uit van het dagelijkse leven. De 18e-eeuwse kunstenaar Toriyama Sekien heeft ze, rijk geïllustreerd, gecategoriseerd in compendium, onlangs toegankelijk gemaakt voor Westerse lezers.

U kent wel een paar yokai als u bijvoorbeeld de Japanse horrorfilm The Ring hebt gezien, gebaseerd op het verhaal van de geest van een vermoorde prostituée die rondwaart in ik meen de roze buurt van de Tokiose wijk Shinjuku. Ze heeft lang zwart haar voor haar gezicht, maar als je dat probeert voor haar gezicht weg te halen, blijkt ze uit niets dan haar te bestaan, waardoor je wordt gewurgd of opgeslokt. The Grudge is ook zo’n film. Veel yokai zijn trouwens geesten van vrouwen die door mannen groot onrecht is aangedaan.

Menige film uit de beroemde Ghibli-studio gaan over yokai of zijn gebaseerd op yokai, zoals My Neighbour Totoro of Spirited Away. Pokemon doen erg denken aan yokai.

Twee jaar geleden overleed de eenarmige manga-auteur Shigeru Mizuki, in het Westen bekend van zijn snoeiharde, zwart-humoristische oorlogsstrips, gebaseerd op zijn eigen belevenissen, in Japan geldt hij vooral als geestelijke vader van GeGeGe no Kitaro, een humoritische horrorstrip over de zoon van twee yokai. Zijn beeltenis, een éénogig jongetje met een lok haar voor zijn lege oogkas, zie je in Japan overal.

Aangerand door kappa
Op de illustratie hierboven, een houtsnedeprint van de 18e-eeuwse kunstenaar Utamaro Kitagawa, zien we een abalone-duikster aangerand worden door twee kappa, amfibische watermonsters die het midden houden tussen schildpadden en salamanders. Op hun hoofd hebben ze een soort van ronde plaat die moet worden natgehouden, anders gaan ze dood. Hier is ook een fraaie tekening, van de Japanse illustrator Gekko Hayashi (vaste lezertjes herkennen hem nog van zijn homo-erotische tekeningen waarmee ik vorig jaar november de stukjes op FN illustreerde) waarop een puberjongen onder water wordt getrokken door twee kappa.

Ik heb lang gedacht dat kappa niets dan kwaads in de zin hebben, maar in Tokio worden ze vereerd. Er is zelfs een kleine tempel gewijd aan de kappa, in een wijk van het district Asakusa, niet ver van de boedhistische Sensoji, de (terecht) populairste tempel van Tokio.

Dat is niet raar, want de kappa hebben volgens de overlevering geholpen met het droogleggen van het gebied waar nu die kappatempel staat. Een regenjassenmaker, genaamd Kawataro Kappa (kappa betekent ook ‘regenjas’ in het Japans), besloot in het begin van de 19e eeuw dat er iets gedaan moest worden tegen de overstromingen van de buurt, die niet ver ligt van de rivier Sumida. Kappa legde een afwateringssysteem aan en werd daarbij geholpen door de kappa uit de Sumida, als wederdienst voor zijn eerdere hulp aan hen. Ter ere van die kappa staat die tempel daar, waar Tokionezen nog altijd komkommers offeren (het favoriete voedsel van de kappa).

Gemummificeerde arm
Ik had de tempel vorig jaar al opgespoord, omdat ik gehoord had dat er een gemummificeerde arm van een kappa bewaard werd, hèt bewijs dat kappa dus niet zomaar een verzinsel zijn, maar echt bestaan. Ik trof toen echter een gebouwtje aan met glazen deuren die waren gsloten, waardoor ik een altaartje zag en verder iets dat verdomd veel weg had van een ouderwets, rommelig kantoortje met een bureau en allerlei documenten. Er omheen wel allerlei fraaie beeldjes van kappa en er recht tegenover was een begraafplaats. Verder stonden er woonhuizen om het tempeltje heen.

Vorige week ging ik er weer heen en was het tempeltje weer gesloten. Ik wilde weer weggaan toen een vrouw, één van de omwondenden, me aansprak. “Wist je dat je in de tempel een kappa-arm kunt zien?” zei ze. “Dat had ik gehoord, maar de tempel is dicht”, zei ik. Ze nam me weer mee het trapje op en wees door het glas naar een kistje in een vitrine. Verdomd, daar lag die kappa-arm. Nu viel het niet meer te ontkennen, als daar een kappa-arm lag, moesten kappa dus echt bestaan. Tenzij het een vervalsing betrof, maar dat kan ik me bij de Japanners niet voorstellen. Die zijn te beleefd om je zo voor de gek te houden.

Osamu Tezuka
Maar de opwinding over de arm maakte plaats voor nog veel grotere opwinding toen de vrouw zei dat het plafond van de tempel was beschilderd door Osamu Tezuka. Ik zei: “Wat?! Osamu Tezuka van Astro Boy en van Kimba de Witte Leeuw, waar de makers van The Lion King alles van hebben gejat? Osama Tezuka de manga- en animelegende? Die iedere animator en stripmaker die nu op aarde werkt en leeft, direct of indirect beïnvloedt?” Ze zei: “Inderdaad, diezelfde Osamu Tezuka”. Ik tuurde door de kleine ruitjes van de tempeldeuren naar boven en verdomd, daar was een dertigtal schilderingen en tekeningen van de grote Tezuka te zien. Ik heb er zo goed en zo kwaad als het ging een paar foto’s van gemaakt.

(Tekst gaat door onder de foto’s)

Bijna iedere winkel, werkplaats of eetgelegenheid in deze buurt heeft een beeld van een kappa naast de deur had staan. Kappa bevinden zich ook op gevels en borden en reclameuitingen. Een belangrijke weg die de wijk met de rest van Tokio verbindt, heet de Kappadori, de Kappaweg. In een plaatsje tussen de winkels aan die Kappadori, waar je voornamelijk keukengerei kunt kopen, staat een goudkleurig beeld van een kappa, die hier meer iets weg heeft van de Griekse god Hermes.

(Tekst gaat door onder de foto’s)

Vermoorde vrouw
U moet nu niet denken dat het tussen de kappa en de mensen alleen maar rozegeur en maneschijn is. In Tokio heb ik de neiging, om bloedige legendes en mythes een beetje the disneyficeren, vaker gezien. Bijvoorbeeld bij de tempel die is gewijd aan Oiwa, een van de bekendste, zo niet bekendste geesten van vermoorde vrouwen in Japan. Het verhaal van de vrouw die door haar man, een aan lager wal geraakte samurai, werd vergiftigd en daarma vreselijk wraak nam, is ontelbare malen verfilmd, maar bij die tempel, opgericht in de buurt waar ze heeft geleefd, las ik dat het allemaal leugens waren en dat Oiwa en jaar man Iemon jarenlang gelukkig waren getrouwd en beide een vredige dood stierven.

Het is met die yokai een beetje zoals met alle figuren in elke religie: ze worden gevreesd maar ook gewaardeerd, want als je ze met respect behandelt, zijn ze bereid alles voor je te doen.

Het fascinerende aan dit alles vind ik dat het om oude folkloristische spookverhalen gaat waar tegenover de Japanners kennelijk een ambivalente houding hebben. Je ziet de yokai overal in tempels, waar ze een positie hebben die gelijkwaardig of zelfs prominenter lijkt te zijn dan die van de officiële boeddhistische of shintoïstische heiligen. Tegelijkertijd worden ze commercieel geëxploiteerd en in logo’s en allerlei popculturele uitingen verwerkt.

Zwarte Piet
Ik begrijp nog steeds niet hoe het religieuze leven van Japanners precies werkt. Het is me duidelijk dat er voor hen niet dezelfde strikte scheiding tussen het aardse en het hemelse is zoals bij christenen en moslims. Tegelijkertijd geloof ik niet dat de meeste Japanners denken dat er echt kappa in rivieren wonen, of dat het mogelijk is dat ze gered worden door de langneuzige reus Tengu, op wie ik binnenkort nog terugkom.

Waarom offeren ze dan komkommers aan die kappa? Waarom zijn er tempels en altaren gewijd aan spoken? Zou het vergelijkbaar kunnen zijn met de verering van Zwarte Piet door zestigjarige mannen in Nederland?

Peter

info[at]aichaqandisha.nl