Het Rotterdamse dim sum restaurant Orient Parel heeft een enorme reputatie, dus we vonden het tijd voor een bezoekje aan de Kruiskade in Rotterdam, waar het restaurant op de eerste verdieping te vinden is.
Als de deuren van de lift opengaan, heb je twee keuzes: linksaf of rechtsaf. Aan de linkerkant zit een restaurant waar ik de naam van ben vergeten, aan de rechterkant Orient Parel: onze bestemming.
Opgestapelde vuile vaat
Het was nog geen zes uur, maar het restaurant zat al vol, dus dat moest wel wat beloven, dachten we hoopvol. Maar het ging al snel mis. Ondanks dat we gereserveerd hadden, bleek er geen tafeltje vrij te zijn. Na wat rommelig gedoe werden we naar het laatste, lege tafeltje in het restaurant gebracht, helemaal achterin.
Tijdens de korte wandeling ernaartoe, konden we zien wat de gasten voor ons zoal hadden gegeten. De vuile vaat stond namelijk midden in het restaurant hoog opgestapeld. Smakelijk.
Maar toen begon het pas echt. Onze tafel bevond zich pal voor de rookruimte van het personeel. Om de zoveel tijd vloog de deur open en werden we getrakteerd op een fijne walm rook. Alsof dat niet erg genoeg was, wees mijn tafelgenoot me al snel op een volle vuilniszak aan zijn rechterhand. Dat was een soort Chinees stilleven. Een zwijgende tafelgenoot.
Gerecyclede rietjes
Nog voor we ons drinken hadden besteld, hadden we dus al genoeg reden om weg te rennen, maar wij bleven verdwaasd zitten (o denkvermogen, waar was je?) en bestelden en ijsthee. We openden braaf de menukaart en probeerden ons door de 3.586 dingen te worstelen die daarop stonden.
Toen onze drankjes kwamen, kregen we een ander tafeltje. Terwijl we naar de andere kant van het restaurant liepen, namen we snel een hap frisse lucht; de vaat, zo zag ik al snel, stond nu links van ons opgestapeld.
De ijsthee was niet te drinken. De eerste slok die ik met het rietje dronk, wilde ik meteen weer uitspugen. Het smaakte enorm ranzig. Met de ijsthee bleek niks mis, maar met het rietje daarentegen… Ik probeerde niet te denken aan het idee dat het rietje eerder was gebruikt en daarna in een of ander goedje was gedipt, klaar voor recycling.
Smakeloze goedjes
Onze eetlust was meteen verdwenen, maar zo makkelijk kwamen we daar niet weg. Voor het eten werd gebracht, werden onze stokjes weggehaald en verwisseld met ouderwets bestek. Had ik mezelf na jaren oefenen eindelijk aangeleerd om fatsoenlijk met stokjes te eten, werd er zomaar van uitgegaan dat we dat niet kunnen! Verontwaardigd vroeg ik de stokjes terug aan onze Engelssprekende bediende.
En toen kwam het eten. Dé kans om de avond goed te maken, maar helaas. Er zat een rare geur aan, de bediening wist niet wat de gerechten waren (we hadden verschillende kleine hapjes besteld) dus we kauwden lukraak op smakeloze goedjes. Maar een mens kan maar zoveel aan. De walging nam toe en we kregen geen hap meer door de keel. De helft van het eten stond nog op tafel, toen wij om de rekening vroegen. Beschaamd sloegen we het aanbod af om de rest van het eten mee te nemen.
Blij, blij als kinderen waren we toen we eindelijk weer buiten stonden. Vrijheid! Frisse lucht! We snelden naar het Vietnamese restaurant Little V om onze papillen schoon te spoelen met een van hun lekkere cocktails.
majda[at]aichaqandisha.nl