De jaarlijkse bezoekjes aan mijn familieleden in Marokko mocht ik nooit overslaan. Ook dat jaar niet. Ik had me voorgenomen twee dagen voor elke tante en oom te reserveren.
Zo Hollands als ik ben, belde ik vanuit Nederland op om de dagen door te nemen. Dit moest wel, want ik wist precies hoe het anders zou gaan: ‘Nee, blijf nog een dag, of twee. Bel je tante dat je volgend jaar komt. Oh, eh ja, je planning. Oké vooruit, maar volgend jaar blijf je langer.”
Ik bleef twee weken, en de berekening klopte precies. Op één tante na, kreeg iedereen twee dagen.
Villa met zwembad
Dat vond ik ook niet erg, want die ene tante had tenslotte voldoende ruimte om me drie dagen als gast te ontvangen. Haar verblijf, een gigantische villa in Marakkech, straalde welvaart uit. De buitenkant oogde groot, met twee palmbomen op het erf. Binnen was het nóg groter met een aanzienlijk zwembad in de achtertuin. Ja, dat zag ik wel zitten.
Ik kreeg de kleinste kamer. Die was qua oppervlakte net zo groot als de benedenverdieping van mijn eengezinswoning in Nederland.
Gele pantoffels
Een beetje teleurgesteld over het té kleine verblijf, ik moest mijn verwachtingen immers temperen, treuzelde ik er naartoe: op de vloer lag een handbewerkt kleedje in verschillende kleuren rood. Aan de zijkant van de kamer een gebedskleed, dubbelgevouwen. De sofabank besloeg de hele muur, van hoek tot hoek.
Ik legde mijn minikoffertje op de vloer en haalde er mijn makkelijk zittende Marokkaanse jurk uit en mijn gele schoentjes die ik daar als pantoffels gebruikte. Eigenlijk zijn het mannenschoenen, maar dat deerde niet. Mijn maat hadden ze niet meer, ze hadden ze niet groter dan maat 39.
Titanic
Dat was trouwens altijd een onderwerp, een dingetje, in m’n familie. Ik was de langste en slankste, en ik had de grootste voeten. Groter dan die van mijn ooms, tantes en hun echtgenoten. Die hadden allemaal maat 38 of 39.
Met regelmaat werd er met mijn uiterlijk gespot. Dan gebruikten ze woorden als ‘tafelpoot’, vanwege m’n lange, iele benen of ‘gezicht met een hek ervoor’, vanwege m’n buitenboordbeugel. ‘Titanic’ vanwege mijn grote voeten, of ‘tanden als de trap van het gerechtshof’, omdat mijn tanden wat ongelijk waren. Nu kan ik erom lachen, en spottend wil ik die laatste opmerking, geniaal bedacht, nog weleens gebruiken.
Afdingen!
Op een avond liep ik over het stadsplein van Marrakech, het Djemaa el Fna; ik kocht wat aangemaakte sinaasappelsap en besloot af te dingen op zo’n typisch 1001-nacht-lampje. De verkoper begon bij 80 euro. ‘Je bent gek!’ zei ik, wetende dat hij aan mij rook dat ik uit het buitenland kwam.
‘Ok, 70 euro, speciaal voor jou!”Je bent nog steeds gek!’, antwoordde ik droog terwijl mijn oog op steeds meer prachtige lampen viel.
‘Wat bied je?’
’35!’, antwoordde ik.
Gefrustreerd
‘Oké 40 euro, lager ga ik niet!’antwoordde de verkoper gefrustreerd, omdat hij deze toerist niet kon oplichten.
Thuis liet ik trots de lamp aan mijn tante zien. Ik was er erg blij mee. Ik vertelde haar stoer over mijn afdingpraktijken. Geschokt zei mijn tante: ‘Awielie?!?! Meen je dat? Die lampen zijn normaal te koop voor 5 euro!’
Fadwa Kartoubi