Geen doorsnee moeder

mothers

‘Wat een naar wijf’ zeiden een paar mensen over mijn moeder toen ze mijn verhaal over kerstavond 1981 hadden gelezen. Soortgelijke reacties kreeg ik ook toen ik had geschreven dat ik verschrikkelijk op mijn donder kreeg toen ik haar eens een ontbijt bracht op Moederdag. Het merkwaardige is dan dat andere mensen er kwader om worden dan ik ooit zelf ben geweest. En er ook de humor niet van inzien. Want zelf moet ik er vreselijk om lachen.

Hoe we ook zeiken over salarissen en onbreekbare glazen plafonds: een moeder is nog steeds geen normale vrouw maar een heilige. Daar moet je over schrijven dat ze bij het zachte schijnsel van een theelichtje op je zat te wachten als je uit school kwam. En daarbij moet dat schijnsel dan ook nog over haar vriendelijke oude gezicht vallen. Zo’n moeder had ik dus niet. Mijn moeder zei wel eens geïrriteerd ‘Donder op!’ als ik uit school kwam, omdat ze dan net lekker zat te lezen. Heel gek. Net een echt mens.

Algerijnse ober
Een doorsnee moeder was ze niet, godzijdank. Ik heb me gek om haar gelachen toen ze straalbezopen ging dansen op straat in Béziers op Quatorze Juillet. En mijn vader maar ‘Anneke! Anneke!’ roepen tussen zijn tanden door om haar tot bezinning te brengen. Ze danste lekker door. Toen ik nog niet heel erg lang uit huis was trakteerde ze me op een paar dagen Parijs. We winkelden, dronken thee met een taartje erbij en wandelden. We gingen uit eten en ze flirtte uitgebreid met de beeldschone Algerijnse ober die haar beloonde met extra chocolaatjes en een handkus. Samen stonden we te giechelen als twee schoolmeisjes omdat we, behoorlijk teut, op het verkeerde pleintje naar ons hotel zochten.

Ze was intelligent en nieuwsgierig. Soms iets té naar onze smaak. Zo informeerde ze eens bij mijn broer en mij of wij masturbeerden. Mijn broer had onmiddellijk iets vreselijk dringends op zijn kamer te doen en liet mij met de gebakken peren zitten. Ook moest ze altijd iets in de badkamer doen als ik daar net gezellig met een vriendje stond te douchen. Als ik daar later snibbig iets over zei riep ze geïrriteerd ‘God! Doe niet zo burgerlijk!’

Wars van maatschappelijke conventies
Maar ze was ook de vrouw die kordaat de auto pakte omdat de Surinaamse mevrouw die bij haar schoonmaakte voor de zoveelste keer door haar man in elkaar was geslagen. Het gezin heeft een aantal jaar bij mijn ouders ingewoond. Daar werd nooit over gesproken. Het was vanzelfsprekend.
Net zoals ze de bejaarde Somalische vluchtelinge in huis nam, verontwaardigd als mijn ouders waren over het harteloze vluchtelingenbeleid van de regering. Ze waren beiden destijds al over de 80.

Buiten al deze dingen was ze ook de vrouw die zich vol overgave in de vrouwenbeweging stortte, betrokken was bij de oprichting van de VIDO (Vrouwen in de Overgang) praatgroepen, boeken vertaalde, met een bevriende gynaecoloog onderzoek deed naar de samenhang tussen het gebruik van hormoonpreparaten en kanker en tot haar dood maatschappelijk geïnteresseerd bleef.

Een naar wijf? Ja, dat kon ze zeker zijn. Gelukkig. Ze was wars van maatschappelijke conventies, hield nooit haar mond als er iets gebeurde dat haar niet beviel, was moedig en bij tijd en wijle onuitstaanbaar. Maar juist dát maakte haar tot een bijzondere moeder. Ze was nooit saai en doorsnee. Van haar heb ik geleerd mijn bek open te trekken bij onrecht, me zo min mogelijk aan te trekken van wat anderen daarvan vinden en af te gaan op mijn morele kompas. Ze stierf thuis op 1e paasdag 2007. Mijn lieve, stronteigenwijze dappere moeder. Ik ben er trots op dat ik haar dochter mocht zijn.

signatuur rebecca

rebecca[at]aichaqandisha.nl

4 Reacties op “Geen doorsnee moeder