foto’s © Aicha Qandisha
Ieder excuus om naar België te rijden, is er één. Als dat excuus ook nog eens een mooie aanbieding is van een restaurant dat al een tijdje op je verlanglijstje staat, dan is dat perfect. Helemaal als het in de buurt van Brugge ligt, het idyllische stadje waar ik fijne herinneringen aan heb.
Driesterren restaurant Hertog Jan ligt in Zedelgem. Het is een verbouwde boerderij, fraai ingericht, met veel licht en glas en uitzicht op de eigen tuin waar van alles wordt verbouwd dat je in de loop van de maaltijd op je bord terugvindt. Zeer verantwoord allemaal.
Koffie en mimolette
We werden vriendelijk begeleid naar ons tafeltje, dat pal aan het raam stond waardoor we vrij zicht hadden op het terras en de tuin. En toen begon de langverwachte lunch en trok de vriendelijkheid zich terug -daarover later meer.
Drie amuses luidden de maaltijd in: avocado met poeder van tomaat, fleur de sel en olijfolie.
Een rode peper gevuld met geitenkaas, ansjovis en groene olijven.
En tot slot een heerlijk zachte aardappelmousse met koffie en mimolette. De lekkerste van de drie amuses.
Ceviche
De eerste gang was meteen een visitekaartje uit de keuken van chefkok Gert de Mangeleer: een prachtig gerecht, letterlijk prachtig, kijk nou toch hoe mooi, van makreel, zeewier en ponzu.
Het volgende gerecht was geïnspireerd op de ceviche: noordzeebaars, groene kruiden en venkel.
Hierna werden we meegenomen om een kijkje te nemen in de keuken waar een opvallend serene rust heerste terwijl de brigade, uitgedost in opvallend tenue, alle gerechten voorbereidde.
Wandeling door de natuur
Daar kregen we nog een extra hapje aangeboden, een vogelnestje van aardappel.
Als derde gerecht verwachtten we de langoustine, want die was aangekondigd, maar dat werd een wandeling door de natuur. Een vegetarisch gerecht samengesteld uit groenten, kruiden en bloemen.
De bijpassende non-alcoholische drankjes waren ook allemaal samengesteld met gebruik van de eigen kruiden. Soms leverde dat een apart drankje op, maar vaker niet, maar op geen enkel moment werd gevraagd of de drankjes goed waren. Als de glazen vol bleven, werd daar niet naar geïnformeerd, maar werden ze na een tijdje gewoon meegenomen. Opmerkelijk.
Waar is die langoustine
De verbazing hield aan toen de aangekondigde langoustine weer niet kwam en we een tweede vegetarische gerecht kregen van morieljes, wulken en warmoes.
Smakelijk, hoor. Heel lekker. Bijzondere smaak, aparte structuren. Maar het wrong: waar bleef nou die langoustine? Tussen geen vlees en alleen vegetarisch, ligt de machtige rijkdom van de zee. Maar vragen had weinig zin, want de communicatie was minimaal en de bereidheid ertoe bij het bedienend personeel nog minder.
Het hoofdgerecht bestond uit kreeft, cacao en gele biet.
Snickers reep
Een heerlijk gerecht met een hint van vanille. Is het jullie opgevallen dat ik, tot nu, bijna alleen heb omschreven wat de gerechten waren en niet wat we ervan vonden? Niet een keer werd er gevraagd of het ons had gesmaakt, bestek werd zwijgzaam neergelegd, liefdeloos werd opgesomd wat we op het bord hadden en dat was het. Daarbij was er een opvallend verschil tussen de jongedames die opereerden alsof er een geweer tegen hun slaap was gericht en de jongemannen met wie een uitwisseling van meer dan twee woorden wel mogelijk was. Als ik tegen een van de twee dames uit mezelf zei dat ik had genoten, werd er domweg niet op gereageerd.
Enige uitzondering was het dessert, toen vroeg de dienstdoende dame met wat volgens mij doorging voor een kwinkslag ‘kent u de Snickers reep?’
En of we de Snickers kennen. Wat een verrukkelijk dessert was dit. Chocolade, pinda, zachte caramel. Een samenspel van zacht en krokant, aards en zoet. Een perfecte afsluiting die bijna, bíjna, de rare bediening deed vergeten. Op Bali hadden we bij het hippe Sarong ook een geweldige deconstructed Snickers gekregen, daar moest ik meteen aan denken. Ook toen was de bediening trouwens een beetje vreemd.
Past niet op het bordje
Bij de thee kwam de kar met friandises. Aanlokkelijk uitgestald, en toen we vroegen of we van alles wat mochten proeven mochten, opperde de jongedame van dienst dat het niet op het bordje paste (!) en koos met lichte tegenzin wat zoetigheden uit.
Weet je, uit eten doe je voor je plezier. Het is geen opgave. Geen hard werken (hoewel dat soms na een copieuze maaltijd wel zo voelt), geen straf, geen verplichting. Naar een restaurant ga je om blij te worden, nieuwe smaken te proeven, om een fijne ervaring te hebben waar je met een goed gevoel op terug kijkt en naar terug verlangt. Niet om een ongemakkelijk gevoel te hebben tijdens de hele maaltijd alsof je een indringer bent die daar niet hoort.
Het lijkt me ook allemaal niet te stroken met wat de eigenaars voor ogen hebben: je krijgt een kijkje in de keuken, na afloop bij de rekening krijg je een sympathiek aandenken mee en een mini-chocoladereep voor onderweg. Bij het afrekenen mag je nog door de tuin lopen en krijg je een glas koude kruidenthee (uit eigen tuin) mee als versnapering.
Alles is er dus op gericht om de gasten warm te onthalen en een goed gevoel te geven, maar kennelijk heeft de bediening die instructies niet gekregen. Of hebben ze er maling aan, of weet ik veel. Hoe dan ook was het niet voor herhaling vatbaar. Er was namelijk nog iets: toen ik aan deze bespreking begon, keek ik terloops op de bon en zag dat ze voor het water 14 euro per persoon hadden gerekend. Voor Spa blauw. Geen water uit een of andere onherbergzame bron in een obscuur dorpje, maar gewoon Spa blauw. Als we een fles op hadden was het veel. Achtentwintig euro voor water. Dat is obsceen en op geen enkele manier te rechtvaardigen. En ik zou er nooit zijn achtergekomen als de ervaring alleen maar positief was geweest, want die bonnen verdwijnen normaliter ongelezen.
Jammer.
hassnae[at]aichaqandisha.nl