‘Wijsheid komt met de jaren’. Yeah, right…
Dat is dus echt flauwekul. Wijsheid wordt namelijk vaak verward met Cynisme. Ik zelf ben met het klimmen der jaren in bepaalde opzichten niet alleen stommer geworden maar ook ongelooflijk cynisch. Ik heb het hier over mijn voortreffelijke keuze in mannen.
De afgelopen jaren viel ik voortdurend op mannen waarvan ik dacht dat zij mij heel leuk vonden. Ik stortte me dan met hart en ziel in de liefde om vervolgens na afloop te concluderen dat ik niets anders voor hen was geweest dan een wandelende kut op naaldhakken. Dat is overigens ook mijn eigen schuld hoor, voordat dit een verongelijkt jankverhaal wordt. Ik val op ‘gevaarlijke’ mannen in de jagers categorie. En iedereen weet dat een jager meteen op zoek gaat naar de volgende prooi als hij er 1 heeft afgeknald.
Doorzonwoning
‘Zoek dan ook eens een normale vent!’ riep een vriendin geïrriteerd toen ik voor de zoveelste keer met opgezwollen ogen, verfrommelde zakdoekjes en mijn hart in duizend stukjes bij haar op de bank zat te janken. ‘Definieer ‘normaal’ zei ik. ‘Nou gewoon’ antwoordde ze ‘niet van die avonturiers. Een vent die iedere avond thuis is. Een rustige man waarmee je oud kunt worden’.
Direct doemde voor mijn geestesoog het beeld op van een doorzonwoning. En een kippenleren driezitsbank. En een televisie zo groot als een boekenkast. En een snurkende man naast me die moe is van een dag werken op het Kadaster. En dat we dan samen oud zouden worden. Heel oud… Ik rilde. ‘Laat maar’ zei ik.
Al dat gelazer heeft ongetwijfeld ook met mijn leeftijd te maken. Mannen van 50 en ouder hebben of een rugzak met issues of al een leuke mevrouw op de kippenleren driezits. Ik heb ze in beide categorieën gehad.
Over die problematische rugzak probeer ik altijd tolerant te zijn. Zelf heb ik ook zo mijn issues en hang ups, dus soit. Maar aangezien ik niet heel erg geduldig ben begint het me na verloop van tijd te vervelen. Het constante gezeik dat ze zo zielig zijn want ‘heel zwaar leven’. Of uren praten over die valse ex die er ineens vandoor ging maar er zo schattig uitzag in dat kanten behaatje. Altijd leuk om te horen natuurlijk als je net samen een kwartiertje zwaar hebt liggen hijgen. Kortom, mannen die mij alleen nodig hadden als luisterend oor en iets om hun zaad in te storten.
Over de man die al verkering had kan ik kort zijn. Hij bleek te leven volgens het adagium van Frank Booth uit Blue Velvet: ‘I’ll fuck anything that moves’. En ik bewoog. Dus eigen schuld.
Hoeren
Enfin, ik ben er zelf bij. En ik maak mijn eigen keuzes. Bovendien ben ik een ijdeltuit. Een man hoeft maar tegen me te zeggen dat hij me mooi vindt en mijn panty ligt al op de grond bij wijze van spreken. En dat terwijl wij beiden weten dat hij liegt.
Ook hier komt die verdomde leeftijd weer om de hoek kijken. Mijn uiterlijk stort in elkaar als een kaartenhuis dus ik trap iedere keer weer met open ogen in die ‘wat ben je mooi’-val. Mannen weten dit.
‘Nu is het echt voorbij hè?’ zei een vriendin na mijn laatste ‘kut-op-naaldhakken’-avontuur. Na me enkele keren vriendelijk te hebben uitgelachen als ik voor de zoveelste keer dramatisch uitriep dat het nu toch echt over was tussen mij en de mannen had ook zij de moed opgegeven. ‘De eerste de beste man die nu nog tegen me zegt dat hij me ‘zo mooi’ vindt geef ik meteen een tientje voor de hoeren’ zei ik ‘Dat scheelt een hoop gezeik’. We lachten.
De eerste alinea klopt eigenlijk niet meer: een beetje wijzer ben ik toch wel geworden. Ik geef het namelijk op, mijn zoektocht naar de ‘grote liefde’. Want die bestaat helemaal niet.
Een beetje wijzer en heel erg cynisch ga ik de toekomst tegemoet. Met voldoende tientjes in mijn portemonnee. Als voorbehoedsmiddel. Voor het geval ‘dat’…
rebecca[at]aichaqandisha.nl
5 Reacties op “Kut op naaldhakken”