Pranzo di Ferragosto

macchina dell'assunta

Door een artikel dat ik las over eten in Italië dwaalden mijn gedachten af naar een snikhete zomer die ik ooit in het zuiden van Toscane doorbracht. Het was iedere dag tussen de 40 en 44 graden. Bij elke beweging die je maakte, brak het zweet je aan alle kanten uit. Om af te koelen reden we met de autoraampjes geopend door de bergen. Of we zaten in het huis met de luiken gesloten naar de Palio te kijken. Buiten zitten was geen optie. Omdat er een grote kudde schapen in de buurt rondzwierf was het vergeven van de steekvliegen. Als je snel naar de auto heen en weer liep had je zo 20 steken op je benen te pakken.

Op 15 augustus maakten we weer eens zo’n verkoelende bergtocht. We passeerden een dorpje en vonden dat een geschikte plek om even iets te gaan drinken. Het was druk in het dorp. En iedereen was op z’n zondags gekleed. Omdat we steeds groepjes mensen een steeg in zagen verdwijnen werden we nieuwsgierig. Onopvallend sloten we ons bij een groep aan en liepen met ze mee. Zo kwamen we uit bij de kerk. Daar stond het hele dorp te wachten.

De scène die toen volgde kon zo in The Godfather. Eerst kwamen de sterke mannen van het dorp met een baar op hun schouders. Daarop stond een Mariabeeld gevaarlijk te wankelen. Daarachter volgde het dorpsorkest die van die typisch Italiaanse schetterende trompetmuziek speelde. De hele meute verdween de kerk in. Het was prachtig om naar te kijken.

Ferragosto
We liepen terug naar de snackbar en namen op het terras een drankje. Na een poosje, de kerkdienst was blijkbaar afgelopen, kwamen er steeds plukjes mensen die de snackbar in liepen en niet meer naar buiten kwamen. Nieuwsgierig vroeg ik me af waar al die mensen toch blijven en liep de snackbar in. De eigenaresse vertelde me dat er nog een grote eetzaal was en dat het hele dorp daar gewoontegetrouw op deze dag kwam eten. Het was immers Ferragosto (Maria Hemelvaart)! Op mijn vraag of wij misschien ook mee zouden kunnen eten keek ze me dramatisch bedroefd aan. Ze zaten vol.
Jammer. Nou ja, dan dronken we nog maar iets.

Op het moment dat wij besloten maar weer verder te rijden kwam de eigenaresse naar buiten gerend. Ze greep me bij mijn schouders. ‘Signora! We hebben plaats voor jullie gemaakt! Kom snel naar binnen!’. We liepen achter haar aan de enorme eetzaal in. Lange tafels met enorme Italiaanse families die druk met elkaar in gesprek waren. En toen zag ik het. Tot mijn lichte ontsteltenis… In het midden van die enorme ruimte stond een piepklein tafeltje voor twee personen. ‘O god, we zijn een kermisattractie’, fluisterde ik. Manmoedig gingen we zitten. Uit ervaring wist ik al dat Italianen het woord nieuwsgierig hebben uitgevonden. We werden van top tot teen opgenomen en vervolgens toegeknikt. ‘Volgens mij zijn we wel goedgekeurd’, zei ik.

Knoopje los
En toen begon het. De paté die uit een terrine werd geserveerd, de pasta, nog meer pasta, een stukje vlees, een stukje gevogelte, salades. Het eten werd opgediend door twee dames met een jasschort en klepperende slippertjes aan en een meneer met een slepend been. De man met het slepende been was een geboren feeder. Er werd van ieder gerecht steeds een tweede (of derde, of vierde) portie aangeboden. En de meneer kon erg goed aandringen. Ik zei iedere keer dapper ‘Nee’ als hij aan kwam slepen met zijn schaal. Maar dan zei hij ‘Ah signora..’ en hield zijn hoofd een beetje schuin en keek droevig. En dan leek hij op een zwerfhondje. Mijn weerstand brak… Bij de tweede gang deed ik maar vast het knoopje van mijn rok los.

Tussen de gangen door werd er druk van tafel tot tafel gelopen. Wij werden niet overgeslagen. En, zoals gezegd, Italianen zijn nieuwsgierig. Voor ons gevoel soms bijna op het onbeschofte af. Na de vragen waar we vandaan kwamen, wat we deden en hoe we in het dorp verzeild waren geraakt kwam de vraag die ik al tientallen keren in Italië had gekregen. ‘Hebben jullie geen kinderen? Waarom niet?’ ‘Nou we wippen als konijnen maar er gebeurt niets. Heeft u tips?’ Dat wilde ik altijd graag zeggen, maar ik ben een keurig Haags meisje. Dus ik hief ik mijn handen en mijn schouders op, hield mijn hoofd schuin, trok mijn wenkbrauwen op en zei alleen maar ‘Eeeeh’.

Vervolgens zongen we braaf ‘Tanti auguri per te’ mee voor een kogelrond jongetje in felroze poloshirt. Het jongetje kreeg van zijn eveneens kogelronde vader met verve een Rolex horloge overhandigd. Daar stonden we wel even van te kijken. Maar we kregen ook een groot glas champagne ter ere van het kogelronde jarige jongetje. Dus ik hield mijn socialistische principes maar gezellig voor me.

Sentimentele gek
Ondertussen werd het eten verder uitgeserveerd door de slippertjes en de sleper. Met tweede en derde porties. Er kwam cassata ijs. En fruit, geserveerd in een grote kom ijskoud water (een idee dat ik pikte voor mijn eigen etentjes) en zelfgebakken cake en chocolaatjes. En glaasjes wijn. En koffie. Voor het hele bacchanaal rekenden we 25 euro af.

Het eerste dat ik opgelucht deed toen we terug liepen naar de auto was een enorme scheet laten. Ik had veel en veel teveel gegeten. Verfijnd eten was het ook niet. Het was eten zoals de aarde het bedoeld heeft: boers, alles kakelvers en met verrukkelijke smaken. Omdat ik een sentimentele gek ben (en op dat moment een beetje tipsy) wilde ik eigenlijk nooit meer weg uit dit dorp. De mensen waren hier zo lief! Ik zou slippers kopen en een jasschort en serveerster worden in die snackbar. En op mijn vrije dag op mijn balkon met geraniums gaan zitten en vriendelijk zwaaien naar de voorbijgangers.
Natuurlijk deed ik dat niet. Ik ging braaf terug naar Nederland, naar de regen en de sleur. Alle mooie dingen eindigen altijd een beetje droevig.

Maar mocht je naar Italië gaan met vakantie, zorg dan dat je er dan op 15 augustus bent. Kies een klein dorp uit en ga daar eten. Want een ding weet ik zeker: dat wordt een onvergetelijke ervaring.

Rebecca

rebecca[at]aichaqandisha.nl

Een reactie op “Pranzo di Ferragosto