Een paar jaar geleden was er wat ophef, zoals dat heet, vanwege de expositie 1001 vrouwen in de twintigste eeuw in het Amsterdam Museum en het gelijknamige boek van historicus Els Kloek. In het boek staan onder andere vrouwelijke kunstenaars centraal die door de geschiedenis zijn vergeten, of misschien kan ik beter schrijven, die door mannelijke tijdgenoten en geschiedschrijvers zijn genegeerd.
Het voorspelbare geloei onder rechts-conservatieve mannen was niet van de lucht. Het verwijt van ‘politieke correctheid’ viel uiteraard en ‘als die vrouwen zo goed waren, waren ze wel bekender geweest’. Maar zo werkt dat natuurlijk niet. Geschiedschrijvers maken keuzes. Precies zoals juryleden van literaire prijzen dat doen en curators van exposities. Vaak weerspiegelt het werk en de voorkeur van mensen hun achtergrond, positie en netwerk. Dat verklaart de witte top, de witte media, de witte lijsten. Mensen voelen vaak meer verbinding of herkenning met mensen die op hen lijken. Als je anders bent, niet tot de club behoort, betekent dat op zijn minst dat je over het hoofd gezien wordt en op zijn ergst uitgesloten.
Op een zeer kleine schaal, merkte ik dat toen ik het boek Spicy Chef schreef met mijn favoriete, tweesterrenchef Soenil Bahadoer. Een project waar ik jaren aan had gewerkt voor het eindelijk lukte. Nadat het boek verscheen en Soenil bij Jinek werd uitgenodigd, een vrouw die voor opgelegde quota zegt te zijn om meer vrouwen aan de top en in beeld te krijgen, werd niet de auteur uitgenodigd, maar een witte, mannelijke collega-journalist. ‘Dus zo werkt dat’, realiseerde ik me. Als ze je niet lusten, gummen ze je gewoon weg, alsof je niet bestaat en je naam niet op de kaft van het boek staat.
In The Rise: Black Cooks and the Soul of American Food van de Amerikaans-Ethiopische chefkok Marcus Samuelsson, wordt de eigen plek in de geschiedenis opgeëist en alvast vastgelegd. In het boek staat de zwart-Amerikaanse eetcultuur centraal, want, zo schrijft Samuelsson van onder andere het populaire restaurant Red Rooster in Harlem, ‘Black food is American food’.
Het boek viert zwarte chefs, (culinair) schrijvers en de zwart-Amerikaanse en Afrikaans-Amerikaanse keuken. Erkenning krijg je alleen als je zelf de geschiedenis schrijft, zo wordt hoogleraar en historicus Fred Opie geciteerd, ‘This is a system controlled by gatekeepers that don’t look like us. Unless you write the history… about people like us it’s not going to get done.’
Raciale rechtvaardigheid
The Rise is niet alleen een boek bomvol kleurrijke recepten als ode aan al die talentvolle chefs die het Amerikaans-culinaire landschap smaak geven en mede vormen, het is ook een maatschappelijk manifest, een activistisch boek dat pleit voor anti-racisme, diversiteit en inclusie, voor meer kennis van en waardering voor gerechten en ingrediënten. Samuelsson wijst erop dat eten altijd deel heeft uitgemaakt van de strijd voor raciale rechtvaardigheid en dat het vaak gewone mensen zijn die door ongewone daden dingen veranderen.
Over zijn motieven voor het boek is hij duidelijk: hij wil af van de open wond die racisme is in Amerika en hoopt dat kennis over het eten en wie het maakt de samenleving zal helpen om te helen.
Nu is eten de makkelijkste en lekkerste manier om mensen voor je te winnen en afstanden te overbruggen en aan recepten geen gebrek in dit boek. Een stoet aan bijzondere en talentvolle chefs komt voorbij en alle recepten zijn geïnspireerd op hen: of ze nu voor de toekomst staan van de zwart-Amerikaanse keuken, de traditie, de diversiteit of (geografische) oorsprong.
Maar, benadrukt Samuelsson, het boek is geen encyclopedie, maar een feest. En een feest is het, deze fantastische collectie verhalen en recepten die de nieuwsgierigheid en eetlust prikkelen.
‘The Rise: Black Cooks and the Soul of American Food’, Marcus Samuelsson, Voracious, kun je hier bestellen. Het boek heb ik helaas niet gevonden bij de boekhandel waar ik normaal naar link, maar check zeker eerst bij je eigen boekhandel en steun die.
info[at]aichaqandisha.nl