Antakya, Adana juni 2013
Achterna gezeten door traangas
De eerste dag. 1 juni 2013
Het was een mooie warme dag toen ik op 31 mei 2013 in Antakya aankwam. Ik keek ernaar uit om bij mijn oma een rustig weekend door te brengen en ritjes te maken in de omgeving. Maar die avond zag ik op Facebook aankondigingen voor een lokale steundemonstratie die de volgende dag gehouden zou worden vanwege het excessieve politiegeweld op het Taksim Gezipark in Istanbul. Ik wilde erbij zijn en vergat mijn behoefte om te rusten.
Die avond las ik een onophoudelijke stroom Twitterberichten van demonstranten over wat de Turkse politie had misdaan. Ook chatte ik bijna de hele nacht met een kennis uit Istanbul die middenin de protesten vast was komen te zitten. Angstig en verontwaardigd schreef ze mij wat er allemaal gebeurde. Ze smeekte mij om door te geven wat de demonstranten was overkomen: ‘Toon alsjeblieft de wereld wat de politie ons aandoet!’, zo klonk haar noodkreet.
Social media
Mijn nuchtere kant kon niet geloven dat het zo erg was. Maar het gevoel dat ik van haar verhalen kreeg was angstaanjagend. De Turkse politie was in haar verhaal namelijk niets anders dan een angstzaaiende bestraffer die onschuldige demonstranten in het Gezipark had aangevallen. Geschokt zette ik de televisie aan, maar de mainstream media zonden een ‘relevante’ documentaire over pinguïns uit. Pinguïns ja, die beesten die op de noordpool leven.
Na wat door zappen, bleef ik hangen bij een bizarre soapserie waarin twee welgestelde vriendinnen ruzieden over de verliefdheid van de een voor een ‘arme demonstrerende terrorist’.
Om erachter te komen hoe het allemaal was begonnen, was ik aangewezen op de social media. Mijn scherm liep over van de filmpjes en teksten op Twitter en Facebook.
Een groep demonstranten had zich meer dan een week geleden verzameld in het Gezi-park, omdat zij tegen de komst van een warenhuis was. Een ingrijpende verandering voor de bewoners van het Taksimplein en omgeving, waarbij ze geen enkele inspraak hadden gehad. In de avond van 27 mei werd er begonnen met de sloop en werden er bomen omgehakt. Het lukte de demonstranten echter de sloop een halt toe te roepen. Die nacht besloten zij te overnachten in het park om de boel in de gaten te houden tegen nog meer afbraak.
Harde confrontaties
Tenten werden opgezet. Thee werd gehaald. De volgende ochtend kwamen er nog meer demonstranten. De slopers kwamen ook. Wederom kwam het tot een confrontatie tussen de demonstranten en de slopers. Een volksvertegenwoordiger, Sirri Sureyya Onder, van de Partij voor Vrede en Democratie Partij (BDP) bemoeide zich ermee. Hij vroeg de slopers naar hun sloopvergunning, maar die bleken zij niet te hebben.
In de nacht van 29 mei liep het uit de hand. Ondanks het ontbreken van de vergunning, viel de politie om vijf uur ’s ochtends het park binnen en haalde alle tenten weg. De slopers begonnen wederom met hun afbraakwerk en de demonstranten werden verjaagd. In de loop van de middag vonden er op en rondom het Taksimplein nog meer harde confrontaties plaats met de politie. De onlusten duurden voort en spreidden zich de dagen erna uit naar de andere pleinen van Istanbul. Velen raakten daarbij gewond.
De Turkse premier Erdogan riep diezelfde dag van 29 mei bij de opening van de Yavuz Sultan Selim-brug, simpelweg: ‘Wat jullie ook doen, wij hebben over die plek een besluit genomen. Wij gaan dat uitvoeren.’
Rood zomerjurkje
Een filmpje van een man op Taksimplein ging razendsnel rond. Hij werd zo hard geraakt door de waterstralen van de TOMA (een gepantserd voertuig met waterkannonen), dat hij na een salto keihard op zijn hoofd terecht kwam en bewusteloos raakte. Het beeld zal nooit meer uit mijn geheugen verdwijnen.
Een jonge vrouw in een rood zomerjurkje bleef vlak voor de politie staan toen zij met waterstralen werd verjaagd. Een andere jonge vrouw in een zwarte jurk, hield haar armen open en ving de stralen van de lelijke TOMA op. De foto’s van deze mensen stonden symbool voor de protesten.
Demonstranten in andere Turkse steden volgden in een rap tempo het voorbeeld van Istanbul op. En Antakya bleef geen seconde achter. De grensstad die sinds de opstanden in Syrië in 2011 onder spanning was komen te staan, zou de komende dagen nog meer leed te verduren krijgen.
Dit is het eerste deel van Meltem Halaceli’s dagboek dat ze bijhield van de protesten in Istanbul 2013.
Een reactie op “Dagboek van een protest”