dessert Locavore
Zodra januari zich aandient -en het is al bijna februari!- begint het verlangen naar de lente en zomer. En aangezien jullie nog een Bali-smulfest tegoed hebben, volgen hier wat tips om alvast in de stemming te komen en darmklachten te voorkomen.
Bali is een eiland dat de zintuigen prikkelt: het eiland heeft zulke prachtige natuur en cultuur en de mensen zijn er zo ongekend vriendelijk, dat het bijna niet anders kan dan dat je er verliefd op wordt.
En dat doen heel veel mensen dan ook: ze komen er vaak terug of vestigen zich er. Daaronder veel internationale chefs en topchefs en dat maakt van Bali nog meer een geweldige vakantielokatie, want waar het goed eten is, is het goed vertoeven.
hoofdgerecht van eend bij Cascades
De eerste keer op Bali aten we regelmatig bij kleine stalletjes samen met de bewoners. Voor een schijntje kregen we dan ter plekke vers bereide gerechten die vol van smaak waren. Heerlijk natuurlijk, maar Bali heeft ook veel restaurants voor de echte gourmand. Eerder bespraken we het toprestaurant Mozaic, maar er is meer, véél meer. Dit is slechts een selectie van de restaurants die wij hebben uitgeprobeerd in de korte tijd dat we er waren en die we je aanraden.
Het Cinta Inn & Grill is een bijzonder sympathieke Bed & Breakfast middenin het centrum van Ubud met een uitstekend en drukbezocht restaurant.
We logeerden er in een bijzonder fijne kamer grenzend aan het kleine zwembad en hadden er elke dag een vers ontbijt: ricotta pannekoeken met frambozen bijvoorbeeld, bubur injin of nasi goreng pagi pagi.
ontbijt Cinta Inn
Voor de lunch en het diner heeft het restaurant een uitgebreide kaart met zowel lokale als internationale gerechten. Alles vers en zeer goed gemaakt. Veel van de toeristen waar het restaurant mee vol stroomt, zie je er aan de goed gemaakte hamburgers en friet, maar de authentieke soto ayam en ikan pepes zijn evemin te versmaden. Daar ging onze voorkeur dan ook naar uit.
Kafe Batan Waru is een zusterrestaurant van Cinta met goed Indonesisch eten voor een fijne prijs. Het is een populaire plek, dus je weet in ieder geval dat de ingrediënten vers zijn en gerechten niet dagen liggen te wachten om verorberd te worden. Smakelijke kost op een centrale locatie, waar je de mensen en het verkeer voorbij ziet gaan terwijl je je bebek goreng oppeuzelt.
nasia campur batan waru
Een paar meter verderop in dezelfde straat is het relatief nieuwe en zeer populaire Locavore: een hip en strak restaurant dat moderne gerechten maakt met lokale, biologische ingrediënten. ’s Avonds is er een tasting menu, maar omdat het elke avond vol zat, gingen wij er voor de lunch heen en dan kun je alleen kiezen uit het à la carte menu.
Bij Locavore is het werkelijk smullen: verse ingrediënten, een schone, strakke keuken en gerechten die echt verrassen. De kip was boterzacht, de consommé van zeevruchten zalig zoutig en het dessert zo onverwacht verrukkelijk dat er luid gezucht werd over zoveel heerlijks.
consommé van zeevruchten Locavore
Ook in Ubud het fraaie Cascades in het evenzo fraaie Viceroy Bali hotel. Het is echt prachtig gelegen en alleen al voor het uitzicht een bezoekje waard.
Cascades biedt zowel de Indonesische als internationale keuken en beide zijn de moeite van het proberen waard. Toen wij er waren, zat er aan het tafeltje naast ons een Amerikaans stel (een regisseur en zijn vriendin die danseres was) die op een gegeven moment aansluiting vonden met een andere Amerikaanse waarna er een heel luid gesprek ontstond over houten penissen en seks.
rijsttafel Cascades
De bediening bood gniffelend hun excuses aan voor de overlast en ging onverstoorbaar door met de gerechten en die waren zeer de moeite. Om eerlijk te zijn: de internationale gerechten waren beter dan de Indonesische. Ik had de rijsttafel gekozen en die was lekker, maar alle individuele gerechten heb ik elders veel beter gehad. Maar dat drukte de pret niet, want de ambiance telt zeker ook mee, bovendien mocht ik proeven van het andere menu en dat was verrukkelijk.
coquille Cascades
Het eerder besproken Conrad Bali in Nusa Dua is een paradijs van de overmaat: het algemene restaurant waar ’s ochtends van een zeer uitgebreid buffet kan worden geproefd, verandert ’s avonds in een verrukkelijk toneel van culinair en cultureel genot: traditionele muziek en dans vergezellen het bacchanaal, en een bacchanaal is het: ontelbare gerechten met als middelpunt zelfs een heel haram varken aan het spit. Nu eet ik geen varkensvlees, maar het glinsterende beest omringd door de hongerige vlammen, was niet te missen.
sushi bij Rin
In hetzelfde Conrad is er een Japans restaurant: Rin. Toegegeven, de gerechten zijn er niet zo authentiek Japans als wordt voorgesteld, maar ze zijn wel heel erg smakelijk. Ik denk er met plezier aan terug. Maar het echte feest is in het hoofdrestaurant. Terwijl je de golven hoort en de zeebries voelt, loop je rond tussen het fraai uitgestalde smakelijks, geniet je van het lekkers op je bord en de mooie muziek en danseressen. Ja, het is een cliché, en ja, die danseressen zijn als de buikdanseressen in Arabische en Turkse restaurants, maar nou en, het is vakantie!
dansvoorstelling Oberoi hotel
In het welvarende en met Amerikaanse en Australische toeristen overspoelde Seminyak (hier liggen de stoeptegels anders dan in Ubud gewoon goed vast) vind je een zeer hoge concentratie van luide, goede en minder goede restaurants. Zo landelijk als Ubud is, zo rijk-schreeuwerig is Seminyak. Het geweldige Oberoi hotel is een ware oase aan zee waar je niet alleen fantastisch logeert, maar ook eet, ver weg van het uitgaansdeel. Nu ja, helemaal niet zo ver weg, want je loopt er zo op af, maar het terrein van het Oberoi is zo groot, dat je je meteen in een andere omgeving waant.
In Seminyak vind je restaurant Sarong, het staat in de top 50 van Azië’s beste restaurants en móest dus uitgeprobeerd worden. We hebben helaas maar een paar mindere foto’s, want het was te donker, maar de ervaring was zo, uhm, interessant dat ik er iets langer bij stil wil staan.
We hadden namelijk een aparte ober die erop gebrand was ons niet te veel te laten eten. Je kent het vast, je bent ergens maar één keer en wilt van verschillende gerechten proeven, maar dat ging zomaar niet! Nééh, de meneer drong erop aan dat we minder bestelden (voor-, tussen- en hoofdgerecht, we hebben het wel eens bonter gemaakt) want dat zouden we nooit op kunnen, zo bezwoer hij ons. We stemden mopperend in en wachtten op ons voorgerecht.
En daar kwam als voorgerecht een amuselepel met een coquille met krokante eend, kokos en meer lekkers. Zalig hoor, maar het was ook het teken om de ober erbij te roepen en alsnog alles te bestellen wat we wilden. Of we het nu wel of niet op zouden kunnen, dat zou onze zorg zijn.
salade Sarong van watermeloen, komkommer, zalm en tamarinde
Het tussengerecht was een salade met zalm en watermeloen: een werkelijk verrukkelijke rondedans van zoet, hartig en pikant in je mond. Wát een genot. Misschien wel de lekkerste salade die ik ooit geproefd heb.
Een van onze hoofdgerechten was een orgastisch lekkere lamscurry: zo vol van smaak, zo zacht, zo perfect klaargemaakt dat we steeds sneller gingen eten om vooral die smaak en dat gevoel van het zachte lamsvlees met de fluweelzachte saus in onze mond te behouden.
Van sommige gerechten eet je heel rustig om er optimaal van te genieten, en in andere, dat zijn vaak de aardse gerechten die je met warmte en huiselijke troost vervullen, kun je je niet (snel) genoeg onderdompelen.
dessert Sarong met een speciale ‘Snickers’ rechts in beeld
We sloten af met een overdadig grand dessert en waggelden naar buiten voor een taxi. Wát een fantastisch maal. Sarong is een heel hippe, strakke tent en meestal stellen die teleur, omdat er vaak meer aandacht is voor het interieur en het imago dan voor het eten, maar dat is bij Sarong dus allerminst het geval. Ben je op Bali, gáán. Je zult er genieten.
hassnae[at]aichaqandisha.nl