Londen is een van mijn favoriete steden. Alles is er: kunst en cultuur, historie midden op straat, een fantastische sfeer, geweldige winkels en dito restaurants.
Die Londense restaurants zijn een reden op zich om meermaals per jaar de stad te bezoeken: zoveel toprestaurants en vaak ook nog eens voor schappelijke prijzen, zeker als je de astronomische bedragen ziet die je voor Parijse sterrenrestaurants neertelt.
Er zijn zoveel aanlokkelijke restaurants om uit te proberen, dat ik een tijdje obsessief elk tripje volboekte met zowel een lunch als diner in een nieuw uit te proberen restaurant of een favoriet die we toch echt weer eens moesten bezoeken. Onder het mom van zo veel lekkers en zo weinig tijd.
Overvolle maag
Een keer maakte ik het zelfs zo bont dat we na een late lunch bij Locanda Locatelli, waar we pas om vijf uur klaar waren, de reservering bij The Painted Heron om 21:00 niet afzegde en we dus een paar uur later met overvolle maag en tegen heug en meug in Indiaas naar binnen zaten te proppen. Waanzin. Dat was de laatste volgeplande trip. Het moet natuurlijk wel leuk blijven, nietwaar.
Het voordeel van vantevoren boeken en plannen, is dat je niet mis grijpt en restaurants kunt bezoeken die anders altijd vol zitten. Het nadeel is dat je weinig spontaan kunt snacken, want voor je het weet zit je alweer ergens aan tafel. De tijd vliegt als je op reis bent. Vooral als je je dagen knagend door brengt.
Nu is het natuurlijk nooit een goed idee om vlak voor een eetafspraak je lusten niet te bedwingen en nog iets naar binnen te proppen, maar die keer in Londen dat ik mijn vraatzucht niet in bedwang kon houden, werd ik hard gestraft.
Topinamboer
We hadden een reservering bij Maze, officieel van bullebak Gordon Ramsay, maar in die tijd onder leiding van Jason Atherton. Een fantastisch restaurant met fijne, lichte gerechten. Mijn favoriete gerecht was een velouté van topinamboer met gerookte eend: zijdezacht en o, zo lekker.
Atherton is inmiddels weg bij Maze en wij hebben er niet meer gegeten. We eten sowieso nooit meer in een restaurant van die overgewaardeerde Ramsay -maar dat geheel terzijde. Gelukkig kan ik de gerechten van Atherton zelf maken: zijn kookboek met daarin ook de velouté wacht geduldig in mijn boekenkast.
Atherton heeft nu zijn eigen, enorm goed besproken Pollen Street Social: het restaurant werd meteen met een ster bekroond en we gingen er verwachtingsvol heen, maar het viel zwaar tegen. Zo verfijnd als Athertons gerechten bij Maze waren, zo weinig verrassend en subtiel bij PSS.
Hamburger
Maar ik dwaal af. We hadden dus een reservering bij Maze en waren daarvoor nog even in de Harrods (die trouwens ook wat zwaar overgewaardeerde eetetablissementen herbergt) waar we iets besloten te drinken. Aan een tafeltje naast het onze zag ik een meneer zijn tanden zetten in een grote hamburger en toen kon ik nergens anders meer aan denken.
Hoewel ik doorgaans geen vleesgerechten bestel, moest en zou ik die hamburger proeven en dus overtuigde ik mijn wederhelft mee te eten. Ook al hadden we niet veel later een dinerafspraak.
En dat heb ik geweten. Om de hamburger ‘eraf te lopen’, liepen we door Hyde Park richting Grosvenor Park, maar de schade was al geleden. Niet veel later, gezeten in Maze, moest ik naar de toiletten rennen om alles eruit te kotsen. Onbeholpen, hard en luid.
Dat was het begin van een drie dagen durende misselijkheid waarbij ik helemaal niks binnenhield. De wraak van de hamburger was nietsontziend.
Pas thuis, toen mijn tere maagje mijn moeders eten binnenkreeg, begon ik me beter te voelen. Nooit zou ik meer inhalig zijn, nam ik me voor.
Dit is de eerste in een reeks over de zeven hoofdzonden
hassnae[at]aichaqandisha.nl