Natuurlijk is Dubai een Emiraat dat hedonistische decadentie trots als culturele identiteit uitdraagt. Wie op zoek is naar wat inhoudelijke cultuur, kan beter doorrijden naar Abu Dhabi waar ze er flink in investeren. Wat de warenhuizen zijn voor Dubai, zijn de musea in Abu Dhabi: het moet groots en grootser met de meest imposante namen. Of dat nu het Louvre en het Guggenheim zijn of Dolce & Gabbana en Christian Louboutin. In de Emiraten werken ze standaard met vergrootglas, lijkt het wel.
Zeker, als je naar de minder sjieke buurten in Dubai gaat waar de Aziatische werkers wonen, krijg je wat van de lokale cultuur mee flink vermengd met bijvoorbeeld de Pakistaanse of Afghaanse. Hier en daar vang je een glimps op van de oorspronkelijke kenmerken van het land, maar voor het merendeel is Dubai een nieuwe cultuur in wording. Eentje die mede gevormd wordt door buitenlandse werknemers die uit alle delen van de wereld hun geld verdienen in het Emiraat.
In een eerdere post heb ik het met het vroegere Amerika vergeleken, waar mensen ook naartoe gingen voor een nieuw, beter leven. En, helaas, net als Amerika bemoeien ook de Emiraten zich op een onsmakelijke manier met de internationale politiek, zoals de afschuwelijke oorlog tegen Jemen (ik schrijf bewust tegen) en de blokkade van Qatar.
Voor de rijken
Die politiek staat in schril contrast met alfabetiserings- en ontwikkelingsprojecten waar het land zich ook voor inzet en natuurlijk met het liberale, vrije, levenslustige imago waarmee het pronkt en hedonistische toeristen aantrekt die het breed laten hangen.
Dubai is namelijk voor de rijken. En die rijken worden bediend door de minder rijken. Zo zwart-wit zou je het kunnen stellen. Het is een toevluchtsoord voor wie zich even wil verliezen in het niks. In een opgepoetste wereld waar alles lijkt te draaien om cocktails aan het strand of je zwembad, de nieuwste Chanel-tas en de duurste auto’s.
En de beste restaurants. Voor die restaurants was ik er onlangs. Veel van de grote namen hebben er vestigingen geopend: Giorgio Locatelli, Alan Yau, Yannick Alléno, Nobu Matsuhisa (al zit die zo’n beetje overal), Virgilio Martinez en vele anderen. De Marokkaanse televisie-kok Choumicha opent er binnenkort ook een restaurant. Waar geld is, mag het vloeien. Dat merk je ook aan de menuprijzen die flink hoger zijn. Hedonisme komt met een prijskaartje.
The Black Tap
In het ultrasjieke Al Naseem hotel, pal aan het strand en met ongehinderd uitzicht op de Burj Al Arab, vind je de beroemde New Yorkse hamburgertent The Black Tap. Ik zal het maar gelijk zeggen, het waren de freakshakes waarvoor ik ging, die zien er namelijk uit als een kleurrijke, vrolijke aderverstopping. Zonder reservering moet je rond lunchtijd wachten op een tafeltje, maar waarom zou je dat doen als je ook plaats kunt nemen aan de bar en gezellig kunt kletsen met de enorm aardige, internationale bediening die graag verhalen uitwisselt.
Voor het zoet eerst het hartig, dat is een regel waar ik me bijna altijd aan houd. En dus kwam er om te beginnen een uiterst smakelijke hamburger op tafel met goede frites. Zo eentje waarbij je je vingers aflikt, het je helemaal niks kan schelen hoe je eruit ziet terwijl je het innerlijke vreetmonster in je loslaat en het eigenlijk betreurt wanneer die alweer op is.
De freakshake, ze noemen het bij The Black Tap gewoon een milkshake, alsof dit geen uitzonderlijke milkshakes zijn die er uitzien alsof ze ontworpen zijn door John Galliano, was uit de kunst. Tot nu toe was mijn favoriet de Salty Caramel in het Londense Maxwell’s Bar & Grill. In Nederland vind ik ze vaak enorm tegenvallen, omdat de milkshake zelf te waterig is en weinig smaak heeft. Maar die van The Black Tap is echt geweldig. Kijk dan.
Hier krijg je een subiet suikercoma van, maar godsamme, wat een feest. Een heerlijk romige, smakelijke milkshake, suikerspin om het glazuur van je tanden te laten smelten en ontelbaar gesuikerde chocolaatjes voor de genadeklap. Perfect. De shake won overigens, ik kreeg hem niet op. De lollie zat gelukkig ingepakt, die bewaar ik voor wanneer ik er mentaal klaar voor ben.
Bhar
Een van de redenen waarom ik graag naar Arabische landen reis, is omdat ik de Arabische chefs graag ontdek. Ze ontbreken vaak op de internationale lijsten, terwijl er zoveel interessants gebeurt in de verschillende landen en keukens. Overigens komt volgende maand onze lijst van beste restaurants weer uit, die zal wederom heel gevarieerd zijn. Terug naar de Arabische chefs: ik wist meteen dat ik naar Bhar van de Syrische chefkok Mohanad Alshamali wilde in het prachtige Renaissance Hotel. Alshamali is een bekende in het circuit en opende eerder dit jaar Bhar: modern Arabische keuken met invloeden uit de Levantijnse en Maghrebijnse keuken.
Het voordeel van in de winter naar Dubai gaan, betekent dat het weer aangenaam is én dat de terrassen open zijn. Je komt meteen in de sfeer als je ’s avonds het terras van Bhar oploopt met in het midden open vuur en uitzicht op de fonkelende lichtjes van de hoge gebouwen. Het is de belofte van een goede avond die volledig wordt ingelost door de sympathieke bediening en het heerlijke eten. Modern Arabisch, schreef ik al, zoals onderstaande kebbeh van kreeft. Uitstekend gekruid, niet vet, authentieke smaak en toch verrassend door de kreeft. Op de hoofdfoto zie je de andere gerechten bij Bhar: een rokerige, Mediterraans gekruide en zeer zachte octopus, de zachtste die ik ooit proefde, en een rijke fattoush salade die de fattoush in menig ander restaurant doet verbleken.
Ibn al Bahr
Pal aan een kunstmatig strand vind je het in wit-blauwe kleuren vormgegeven visrestaurant Ibn al Bahr, ‘zoon van de zee’. Hier kan ik heel kort over zijn: uitstekend verse vis en die heeft niet veel nodig. De sardines waren heerlijk en de viskebbeh vol smaak. Iets oliëger dan de kreeft kebbeh bij Bhar, maar heel lekker en weer anders van smaak en ook structuur. De kebbeh was sappiger, dat kwam natuurlijk door het vocht van de vis.
De voorgerechten worden zo aan tafel gebracht en de hoofdgerechten kun je zelf aan de visbar kiezen, dan worden ze naar smaak klaargemaakt. De kreeft was reusachtig, die deed me denken aan de enorme kreeft die we eens in Malibu hadden en de krab was verrukkelijk. De lekkerste tot nu toe, naast een krabgerecht bij Soenil een keer. Maar daar waar Soenils krab bewerkelijk was, was deze heerlijk in eenvoud: simpelweg gegaard in een saus van citroen, uien, knoflook en koriander. Dit was echt smikkelen, vingers aflikken en uitbuiken.
Lima
Een van de topchefs die een vestiging in Dubai heeft, is Virgilio Martinez van het beroemde Central dat hoog bovenaan de lijsten pronkt en ook al heel lang op mijn lijstje staat samen met onder andere Maido. We waren al eens in Martinez’ Londense restaurant Lima geweest dat tegenviel, maar ik wilde toch zijn smaken in Lima Dubai proeven, omdat ik een groot zwak heb voor de Peruaanse keuken. In Dubai vind je Lima in een rustig deel van de stad. Het was althans rustig tijdens lunchtijd. Er hing een gemoedelijke sfeer en hoewel ik me ergerde aan het feit dat veel van de gerechten die ik wilde proeven er niet waren (alles wordt vanuit Peru geleverd), ontdooide ik door de aardige bediening. De kleine gerechten die ik proefde, waren zalig: lekker gekruide antichucho van rund en gestoomde broodjes met eendenconfit en pittige saus.
Amal
Het Indiase restaurant Amal in het Armani hotel, dat weer gevestigd is in de Burj Khalifa, stond al lang op mijn lijstje. Ik ben dol op de Indiase keuken, vooral wanneer die naar een hoger plan wordt getild, zoals bijvoorbeeld bij het Londense Gymkhana en Amaya en Gaggan in Bangkok. Dankzij de aangename temperaturen, zaten alle gasten op het terras met prachtig uitzicht op de skyline en de ‘dansende fontein’.
Het eten was uitstekend, maar duur. Je kunt er kiezen voor een tasting menu of à la carte, ik koos voor dat laatste, omdat ik een paar losse dingen wilde proeven. Zoals een geweldige galouti kebab ofwel lamb patties met een masala foie gras en avocado-koriander chutney. De murgh tikka masala was alles wat je van een curry verlangt en het dessert was overdadig. Ze hebben onder andere een grand dessert met moderne interpretaties van Indiase desserts, die kon ik niet laten liggen. Op de voorgrond zie je een Indiase interpretatie van crème brulée, ik hoopte op iets lichts, dat bleek een heel zwaar deeg gerecht, met in het hart een beetje crème. Dat noem ik geen crème brulée, eerder een eetbare baksteen die meteen op je maag blijft liggen. Maar laat ik niet te hard zijn, want het grand dessert met onder andere mijn favoriet gulab jamun en gajar halwa was heerlijk.
Nee, Dubai is geen Tokio of Londen en ook geen Marrakech of Beiroet, daar kan ik heel kort over zijn. Maar ze hebben er wel Locatelli’s restaurant waar je zijn pizza’s kunt krijgen, die bood hij in Londen alleen een keer in een pop-uprestaurant aan, en het enige restaurant van Massimo Bottura buiten Italië, Torno Subito, opent er ook binnenkort in het nieuwe W The Palm. Dus het lonkt nog voor een laatste keer, zodat het uit mijn systeem kan en ik me weer kan beperken tot plekken waar de cultuur oud is, de architectuur je terugvoert naar vroeger tijden en de keukens authentiek en vol verhalen.
info[at]aichaqandisha.nl